Niets liever dan zwart
Antjie Krog
Antjie Krog (Auteur), Robert Dorsman (Vertaler), Jan van der Haar (Vertaler), Alfred Schaffer (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Podium, © 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : POEZIE : KROG |
Albert Hagenaars
De Zuid-Afrikaanse dichteres Antjie Krog (1952, Kroonstad) gooit ook in Nederland hoge ogen, en terecht. Deze anthologie brengt een keuze van 25 gedichten uit 1970-2015. Elk gedicht is afgedrukt in het Afrikaans en het Nederlands. De versies staan naast elkaar. De verschillen tussen de talen zijn over het algemeen echter zo klein dat de creatieve lezer ook direct van het Afrikaans kan genieten. Hoe dan ook krijgt hij te maken met onvervalste lyriek: sterk zintuiglijke gedichten, een vervoerend ritme, beeldspraak vol branie en ook een sterke gerichtheid op de lezer (zie titel). Vaak maakt Krog gebruik van herhaling of parallelle zinspatronen, zodat de verzen al gauw een indringende cadans vormen: 'ek wil jou mond mis / ek wil jou oë terughê / ek wil jou in my kop hê – nie in my bed nie / met geliefde tale wil ek jou oproep'. Vrijwel alle menselijke gewaarwordingen komen aan bod: liefde (o.a. voor de medemens, het geboorteland en de moedertaal), politieke spanning, angst en hoop. Een boeiende bundel, zeker voor wie nog niks van Krog in huis heeft. 'Hartlik aanbeveel'!
Janita Monna
em/ec/23 d
Het moet toch raar lopen lijkt me, wil Antjie Krog niet ooit de Nobelprijs krijgen. De Zuid-Afrikaanse, die zo scherp, zo menselijk en zo hoopvol de thema's van haar land belicht. Die in een van haar vroege gedichten schreef: "Kijk, ik bouw voor mij een land / waar huidkleur niet telt, / alleen verstand. / Waar zwart en wit hand in hand / vrede en liefde brengen / in mijn mooie land."
Die wens werd opgenomen in 'Waar ik jou word', een kleine bloemlezing van 25 gedichten uit het werk van Krog, die afgelopen najaar verscheen. Al haar thema's komen er zo'n beetje in voorbij. Liefde, familie, het moederschap - het intense geluk en de nu en dan onvoorstelbare ondraaglijkheid ervan.
Dat laatste in een vers dat eigenlijk iedere (jonge) moeder op haar nachtkastje zou moeten hebben, omdat het in zijn ontluisterende eerlijkheid even hilarisch als troostend is: "de een schreeuwt van honger / de ander van woede / de oudste met zijn zenuwachtige groentemesstem / probeert een hele supermanvlucht boven het lawaai uit de steken".
Ook de overgang krijgt ruimte, evenals de ouderdom - Krog werd onlangs 65 - en het oma worden.
Haar poëzie gáát niet over het leven, die ís het leven, met alles wat daarbij hoort.
Dus schrijft ze ook over 'dingen waarover je natuurlijk nooit zou dichten', zoals "van tampon en maandverband wisselen en piesen in / townshiptoiletten (...) in een toiletpot voor de helft gevuld / met minstens vier verschillende kleuren stront".
Het is taal die de werkelijkheid van haar land, van Zuid-Afrika, laat zien. Haar poëzie is met dat land verknoopt, met zijn geschiedenis, zijn heden. Dat Zuid-Afrika de apartheid vreedzaam afschudde, noemt Krog 'een wonder'. Maar ze heeft bar weinig op met 'de opgeblazen geluiden van onze leiders'. Haar verknochtheid is tweeslachtig: "mateloos is mijn liefde voor het land / gecompliceerd gehard en onomwonden".
De grond heeft haar gemaakt, zoals ze schrijft, het complexe verleden evengoed als het landschap, dat in de bloemlezing ook stem krijgt. Een steen uit 'de bergwoestijn van het Richtersveld' komt aan het woord, schreeuwt in het Afrikaans: Ek is fokkenklipdiklelik (ik ben keihardsteenvetlelijk).
In een ander gedicht lijkt de aanblik van een antilope bij een poel iets veel groters te openbaren: "de antilope het water de vlakte / de bergen branden zich in mijn netvlies ik kan voelen / hoe iets in mij probeert open te gaan dat zoekt naar hoe / de antilope het water de bergen deel uit maken // van een geheugen van oneindige voortglippendheid".
Dat laatste gedicht staat helaas niet in deze tweetalige bloemlezing, waarmee vooral gezegd is dat die dus uit véél meer dan 25 gedichten had kunnen bestaan.
Laat deze kleine bundel een beginnetje zijn, een opmaat naar de rest van dat indrukwekkende oeuvre.
Vert. Robert Dorsman, Jan van de Haar en Alfred Schaffer Podium; 128 blz. € 15.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.