Een 17-jarig Amerikaans meisje probeert een zo normaal mogelijk leven te leiden met haar Hongaarse moeder die aan zware stemmingswisselingen lijdt door traumatische ervaringen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De joodse Eli Asser (tekstdichter) en zijn vrouw verliezen in de Tweede Wereldoorlog bijna al hun dierbaren, een verlies dat ze nooit te boven kwamen. Hun dochter (beeldend kunstenaar, vrouw van cabaretier Freek de Jonge) beschrijft de invloed hiervan op haar jeugd en verdere leven.
Een politieke vluchtelinge uit Midden-Amerika helpt twee tweede-generatie slachtoffers van de holocaust met het verleden van hun vader in het reine te komen.
Als een jonge joodse journalist het proces verslaat van een jonge in Amerika geboren Duitser, beschuldigd van moord op zijn oom, voelt hij zich steeds meer persoonlijk betrokken.
De zoon van een Amerikaanse joodse vrouw die Auschwitz overleefde wordt aanklager van oorlogsmisdadigers, maar stelt zich daarbij zo agressief op dat hij wordt geschorst.
Autobiografisch relaas van de zoektocht van een Amerikaanse joodse jongen, tweede generatie oorlogsslachtoffer, naar de betekenis van zijn joodse identiteit.
Een Amerikaanse vrouw reist met haar moeder naar Duitsland om het verleden van haar moeder te begrijpen die in 1938 vanwege haar joodse afkomst door haar ouders naar de Verenigde Staten is gestuurd.
In dit eerste deel van het drieluik geeft een joods echtpaar naar aanleiding van het huwelijk van hun enig kind een feest dat wordt overschaduwd door wrokgevoelens, herinneringen aan de holocaust, jaloezie en frustraties