Geschiedenis van de goelag, de werkkampen van de Sovjet-Unie. Chronologische beschrijving van hun evolutie (hun oorsprong in de bolsjewistische revolutie, hun ontwikkeling tot een belangrijk onderdeel van de sovjeteconomie en hun ontmanteling na Stalins dood), gevolgd door een thematische bespreking van het leven in de kampen.
De verteller in deze roman is geboren en getogen in het Tsjechische Theresienstadt, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog het beruchte concentratiekamp werd ingericht. Het is een stad vol onderaardse gangen, catacomben, barakken en geheime plekken. Om de in verval geraakte stad van de ondergang te redden wordt de herinnering aan de oorlog commercieel uitgebuit. De verteller wordt ook uitgenodigd om toeristen te helpen lokken naar Wit-Rusland, waar de duivel zijn werkplaats had, en waar zich vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog slachtingen hebben voorgedaan die de bevolking hebben gehalveerd.
Lev en Svetlana Misjtsjenko ontmoetten elkaar in de jaren dertig in Moskou, maar werden gescheiden door WO II. Tijdens Levs gevangenschap in de Goelag schreven ze elkaar meer dan vijftienhonderd ongecensureerde brieven. Op basis van hun correspondentie, dagboeken en interviews reconstrueerde Figes hun liefdesverhaal.
De schrijver, die zelf 11 jaar in de "archipel" (het denkbeeldige eilandenrijk van concentratiekampen verspreid over de Sovjet-Unie) verbleef, verhaalt de lijdensweg van miljoenen Russen die slachtoffer werden van het Stalinisme.
Journalistieke reportage op basis van gesprekken en bezoeken aan kamplocaties over hoe men in het huidige Rusland omgaat met de herinnering aan de terreur onder Stalin.