Leningrad, 1941. De zestienjarige Lena Moechina begint een dagboek bij te houden. Dan vallen de nazi’s de stad binnen. Typische tienerzaken als een stille liefde en slechte schoolcijfers maken plaats voor een beschrijving van de honger, wanhoop en sterfgevallen.
Cilka Klein is een jonge Joodse vrouw die Auschwitz weet te overleven maar daardoor als een verrader wordt gezien en naar een Siberisch werkkamp wordt gestuurd waar haar eenzelfde lot wacht.
De jarenlange omzwervingen van een Oost-Pruisisch meisje door Midden- en Oost-Europa dat in 1945, als ze zeven jaar oud is, door omstandigheden alleen is achtergebleven.