Het leven van twee neven, de een idealist, de ander collaborateur, in Estland in de periode 1941-1966 toen het land afwisselend werd bezet door de Sovjets en de nazi's.
Cilka Klein is een jonge Joodse vrouw die Auschwitz weet te overleven maar daardoor als een verrader wordt gezien en naar een Siberisch werkkamp wordt gestuurd waar haar eenzelfde lot wacht.
1941. De Sovjetpolitie pakt de vijftienjarige Litouwse Lina op en deporteert haar samen met haar moeder en broertje naar Siberië. Haar vader is opgesloten in de gevangenis. Voor Lina en ontelbare andere mensen begint een uitzichtloze lijdensweg langs werkkampen waarbij iedereen dikwijls letterlijk moet vechten om te overleven. Lina begint de mensen en hun situatie te tekenen om er voor te zorgen dat dit gebeuren niet vergeten raakt. Ze smokkelt de tekeningen de kampen uit.
Enkele Russische tieners, veelal kinderen van hooggeplaatste Sovjetleiders, worden tijdens het Stalinbewind gearresteerd en beschuldigd van samenzwering tegen de staat. Een op ware gebeurtenissen gebaseerd verhaal.
Na de dood van Stalin schrijft Chroesjtsjov een brief waarin hij verklaart dat er fouten zijn begaan en onschuldige mensen zijn veroordeeld, hetgeen een opstand van de slachtoffers veroorzaakt.
Een jonge vrouw vertrekt tijdens de economische crisis in de jaren '30 van de VS naar Rusland, als eerste van drie generaties Amerikaanse joden in Rusland.
Een dorpsonderwijzer gaat naar de overkant van de Wolga om een Duitse kolonistendochter te onderwijzen en in de periode van revolutie en hongersnood ruilt hij volkssprookjes voor melk met een communist.
Als Janna na het overlijden van haar oma een kistje vindt, roept dat vragen op over wie haar oma eigenlijk was. Janna gaat op onderzoek uit en leert daarbij ook zichzelf kennen.
Een jonge Tartaarse vrouw wordt in 1930 gedeporteerd naar Siberie͏̈, waar ze na een treinreis van een halfjaar met een handvol overlevenden in een gevangenenkamp aan allerlei ontberingen het hoofd moet zien te bieden.