Negen verhalen rond de dood, telkens ingeleid met een motto. In het eerste verhaal probeert Jozef tevergeefs de verbeten grimas van zijn 87-jarige vrouw te fatsoeneren, die net is overleden. Van wederopstanding is sprake in het tweede verhaal, waarin de auteur op stap gaat met de schrijver Georges Simenon in diens geboorteplaats Luik. Of een verdronken matroos, die via een foto terugblikt op zijn leven en een leraar Engels die een berg wil beklimmen en de dood in de ogen ziet.