Als het Land van de Poppen is overmeesterd door ratten, voert een magische wind de pop Karolina naar het atelier van de poppenmaker Cyrill in de Poolse stad Krakau. Daar is het oorlog. De pop en de poppenmaker gaan Joodse kinderen helpen. Vanaf ca. 12 jaar.
In 1939 brengen de nazi's de joodse bevolking van het Poolse Lodz onder in een getto. Van de 270 000 mensen overleven er 800 de oorlog, waaronder 12 kinderen. Dit is het verhaal van één van die kinderen, Syvia. Zij vertelt hoe het leven in het getto hard was en vol honger, kou en dood, maar ook hoe het geluk soms toch niet veraf was.
Een 7-jarige jongen wordt in 1936 door zijn tante van Warschau naar Parijs gebracht. Onderweg vertelt ze hem een familiegeheim dat zijn leven op zijn kop zet.
In het concentratiekamp Auschwitz worden een Poolse jongen en een Pools-joods meisje in 1943 verliefd op elkaar en slagen er in 1944 in samen te ontsnappen.