Het is liefde op het eerste gezicht tussen Emily en Sam. Emily weet zeker dat Sam de ware is voor haar. Hij is niet zo oppervlakkig als andere jongens, hij praat ook niet steeds over zichzelf en hij is nog knap ook. Maar Sam is geen gewone jongen. Hij en zijn jongere broertje Riddle gaan niet naar school, wonen in een bouwval en blijven nooit lang op één plek. Hun vader is voortdurend op de vlucht voor de politie en voor de stemmen in zijn hoofd. Als Sams vader de geheime liefde tussen Sam en Emily ontdekt, draait hij helemaal door. Hij ontvoert Sam en Riddle en gaat er met hen in hun busje vandoor.
Na een bezoek aan een boerderij wordt Clay ziek. Hij ontwikkelt koorts en vecht voor zijn leven. Wanneer de koorts daalt is hij opgelucht, even. Want de vermoeidheid blijft en Clay krijgt last van chronische pijnen. Q-koortsvermoeidheidssyndroom, luidt de diagnose uiteindelijk. In zijn vergeefse zoektocht naar genezing moet Clay zich opnieuw leren verhouden tot zijn omgeving, zijn vriendin Nora en zijn eigen lichaam. Dan belandt hij in het rijk der zieken, een vreemde, parallelle wereld waar andere, ondoorzichtige regels gelden en de eindbestemming van zijn tocht onduidelijk is.