De zoon van een uit Libanon gevlucht gezin voelt zich in de steek gelaten als zijn vader plotseling verdwijnt en gaat, als hij wat ouder is, zijn vader in Libanon zoeken.
Sam, een Zwitserse architect met Indiase roots, reist naar Bagdad waar hij misschien een operagebouw mag neerzetten. Een geweldige carrièrekans want een befaamd architect had in de jaren vijftig al eens een operagebouw ontworpen voor Irak, maar dat is nooit gebouwd. Een tijdje later wordt Sam verdacht van spionage en belandt hij in de cel.
Een Oostenrijks musicoloog en kenner van de Arabische wereld kijkt terug op zijn leven, nadat hij te horen krijgt dat hij zwaar ziek is. Een roman over het Verre Oosten, reizen en de angst voor de dood.
Het gefictionaliseerde leven van de charismatische Palestijnse Midhat Kamal, overgrootvader van de auteur, tegen het decor van het einde van het Ottomaanse Rijk en het opkomend Syrisch en Palestijns nationalisme.
Perzië, eind negentiende eeuw. Het land is vervallen geraakt en hinkt achterop. Politieke vernieuwingen of technologische vooruitgang schrikken de sjah af. Uit angst voor machtsverlies probeert hij het volk onwetend te houden.
Als een Engelse cartografe en haar man voor zijn werk in de jaren '80 naar Djedda verhuizen, worden ze daar geconfronteerd met de tegenstellingen tussen de westerse en de Arabische wereld.
Als wederdienst aan de Palestijnse man die ooit zijn leven redde, reist een Duitse arts naar Beiroet op zoek naar een vrouw die daar tijdens de Libanese Burgeroorlog is verdwenen.
In de schaduw van een altijd dreigende oorlog beleven drie Israe͏̈lische meisjes hun diensttijd als een eindeloze verveling waarin maar weinig afleiding te vinden is.
Gesprekken met ongeveer 150 jihadisten of geradicaliseerden laten een genuanceerd beeld zien van de motivatie en beweegredenen die hebben geleid tot hun keuze.
Tariq, een jongen die in Noorwegen opgroeit, radicaliseert en in Syrie͏̈ gaat vechten, belandt bij zijn terugkeer in de gevangenis en doet daar zijn verhaal.
Aan de poort van de Pauluskapel in Damascus hangt op een ochtend het lijk van een moslimofficier. De politiecommissaris die de weduwe wil verhoren, wordt van de zaak gehaald. In het geheim zet hij zijn onderzoek voort en hij ontdekt het motief voor de moord: een bloedvete tussen twee families die elkaar naar het leven staan en een liefde die er niet mag zijn, omdat verzoening niet voorkomt in de oude familiestructuren. De auteur schildert de conflicten tussen religies, politieke systemen en mensen in bijna een eeuw Syrische geschiedenis.