Karel (15, ik-figuur) kan zijn jeugdliefde Sarah, die aan kanker is overleden, niet vergeten. Pas als hij zijn herinneringen aan haar opschrijft, ontstaat er ruimte voor nieuwe relaties. Vanaf ca. 14 jaar.
Een vrouw spreekt vanuit het hiernamaals, dat wordt voorgesteld als een 'Tehuis' dat wordt bestierd door een 'Voorzitter'. De auteur verwijst naar de oude mythe van Orpheus en Eurydice, maar herschrijft dit verhaal vanuit het standpunt van zijn Eurydice. Die haalt herinneringen op aan haar man en zorgt er uiteindelijk zelf voor dat haar Orpheus het geheim van het hiernamaals niet te weten komt.