Er leven momenteel nog zowat 9000 zusters in België. De meesten zijn hoogbejaard en aan de oude kloosterpoorten kloppen er al jaren geen jonge kandidates meer aan. De zustergemeenschappen doven in ijltempo uit en de bloeiende vestigingen van weleer sluiten definitief hun deuren. Ooit was het anders. Vlak na de Tweede Wereldoorlog bereikten de Belgische nonnenkloosters hun absolute hoogtepunt. Met bijna 50.000 vrouwelijke religieuzen drukten ze onmiskenbaar hun stempel op de samenleving. De auteur confronteerde twaalf van hen met zichzelf en met de stereotiepen over "naïeve en rijke" nonnen.
Een ontbindend lijk in een boom, een monnik gekleed in een blauw pij en een onopgeloste verdwijning uit het verleden spelen Godfried Lesage, schout van Lier, parten. Het is 1612, maar het lijkt erop dat hij de rekening gepresenteerd krijgt voor een moeilijke beslissing die hij in 1603 heeft genomen. Iemand die beweert uit de hel te zijn ontsnapt, is uit op wraak. Als Lesage denkt dat de dreiging is afgewend, wordt het pas ernst. De wreker concentreert zich op Simon, de twaalfjarige zoon van de schout.
De vondst van een dode, naakte kanunnik op het 16e-eeuwse Lierse Begijnhof dwingt de grootmeesteres tot drastische maatregelen, die een domino-effect hebben.
Johan de Vos werd geboren in een groot katholiek Brugs middenstandsgezin. Uitgerekend zijn vrolijkste zus wordt missiezuster. Als dat fysiek te zwaar blijkt, kiest ze voor een contemplatief leven bij de arme klaren, niet dicht bij huis maar in het strengste klooster in de al zo conservatieve Verenigde Staten. Vanaf dat moment telt voor haar alleen nog de Regel en wordt ze voor het gezin een verre vreemde of godbetert 'Godelieve van Amerika'. Na haar dood gaat de auteur, een nakomertje dat zijn zus nauwelijks heeft gekend, op zoek naar zijn diepgelovige zus aan de hand van brieven, talloze privéfoto's, verhalen van zijn andere zussen en broer en van wat hij nog van Godelieve hoorde en zag tijdens zijn reizen naar Amerika.