Een vrouw probeert zich tijdens de Tweede Wereldoorlog op bezet Guernsey door de oorlogsellende heen te slaan en wordt verliefd op een Duitse officier.
Verslag van de jaren die de auteur als kleine jongen met zijn familie in een doorgangskamp in Zuid-Duitsland doorbracht, nadat zij in 1942 door de nazi's vanaf Guernsey werden gedeporteerd.
Een 15-jarig meisje, dat wordt verdacht van moord op haar vriendin, beschrijft in haar dagboek het leven op Guernsey, wat wordt afgewisseld met het verslag van het verhoor van haar vader door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.