De in elkaar hakende verhalen spelen zich af in de fictieve kibboets Jikhat, halverwege de jaren vijftig. Ze schetsen portretten van een aantal inwoners van de kibboets, die eigen dromen hebben en persoonlijke pijn ervaren in de schaduw van een van de grootste collectieve dromen uit de geschiedenis van de twintigste eeuw.
Een Arabische strafrechtadvocaat uit Oost-Jeruzalem treft op een dag in een antiquarisch exemplaar van De Kreutzersonate een briefje aan in het handschrift van zijn vrouw, waarin zij iemand bedankt voor een heerlijke avond. De advocaat raakt buiten zinnen van jaloezie en begint aan een nietsontziende zoektocht.
Een 16-jarige verdwijnt op weg naar school; omdat er geen misdaadsporen te vinden zijn, staat inspecteur Avraham Avraham van de politie van Tel Aviv voor een raadsel.