Binnen het gezin van een Hongaarse violiste, die haar carrière ondergeschikt maakt aan man en kind, ontstaan spanningen als het zoontje, in de traditie van haar aristocratische Engelse schoonfamilie, naar kostschool moet.
Deze epische familiekroniek begint in 1705, wanneer de Czuczor-drukkersfamilie op de vlucht moet slaan omdat het Habsburgse leger de opstand voor de Hongaarse onafhankelijkheid onderdrukt. De familieleden komen allemaal om, met uitzondering van de kleinzoon, die het op miraculeuze wijze overleeft. De familie heeft sindsdien altijd een kroniek bijgehouden en dit aan de volgende generaties doorgegeven. Twaalf zonen zijn zo getuigen van sleutelmomenten in de Hongaarse geschiedenis.
In een Zweeds herstellingsoord, kort na de Tweede Wereldoorlog, schrijft een Hongaarse jongeman, die een concentratiekamp overleefde, brieven naar vrouwelijke land- en lotgenoten in de hoop zo perspectief op een normaal bestaan te krijgen.
In 1937 wordt een jonge Hongaarse jood gedwongen zijn studie architectuur in Parijs af te breken omdat zijn familie wordt blootgesteld aan het aanzwellende antisemitisme en later oorlogsgeweld.
Kleermaker Adam die te veel van de vrouwen houdt die hij kleedt, geeft toch het meeste om zijn vriendin Evelyn, die echter in 1989 (na die Wende) uit jaloezie naar Hongarije vertrekt.
In 1944 slaat de Hongaarse Katalin (14) met haar famuilie op de vlucht, want alle Hongaarse Joden worden gedeporteerd. Na verraad komt ze toch in een getto in Boedapest terecht. Daar wordt ze met veel verschrikkingen geconfronteerd. Vanaf ca. 15 jaar.
De beste hedendaagse Hongaarse schrijvers stellen intolerantie, xenofobie en sociale ongelijkheid aan de kaak. Ze onderzoeken de Hongaarse identiteit, grijpen terug op eigen ervaringen, met name de Jodenvervolging, en houden ons vooral een spiegel voor. Met bijdragen van o.m. Ivan Bächer, Kriszta Bódis, György Dragomán, Virág Erdõs, Péter Esterházy, András Gerevich, Krisztián Grescó, János Háy, Tibor Keresztúry, György Konrád en vele anderen.
In een Zweeds herstellingsoord, kort na de Tweede Wereldoorlog, schrijft een Hongaarse jongeman, die een concentratiekamp overleefde, brieven naar vrouwelijke land- en lotgenoten in de hoop zo perspectief op een normaal bestaan te krijgen.
In 1936 wordt in Boedapest een hoertje dood gevonden met een joods gebedenboek in haar tas; als een misdaadjournalist een naaktfoto van dit meisje onder ogen heeft gekregen, gaat hij zich in de zaak verdiepen.
Een joodse jongen uit Hongarije wordt in de Tweede Wereldoorlog weggevoerd naar het concentratiekamp Auschwitz. Korte zinnen en gemakkelijke woorden. Met zwart-witillustraties. Vanaf ca. 13 jaar.
De Hongaarse regent Horthy wordt geconfronteerd met de macht van de Duitse vijand wanneer hij getuige is van de executie van zijn zoon. Ondertussen wordt de familie van Elek voor zijn ogen meegenomen. Elek is vastberaden om zich met zijn familie te herenigen en besluit zich voor te doen als een Duitser. Hij vermomt zich als een nazi-officier en begint aan een missie om zijn familie en duizenden anderen te redden.