Als Flora (10) een eekhoorn uit de stofzuiger van haar buurvrouw redt, blijkt het diertje over superkrachten te beschikken. Flora neemt hem mee naar huis en noemt hem Odysseus. Samen beleven ze allerlei avonturen. Vanaf ca. 10 jaar.
Herinneringen van een Amerikaanse vrouw aan haar jeugd in een ultra-orthodoxe chassidische gemeenschap in Brooklyn, een milieu waaraan ze wist te ontvluchten.
Dagboekaantekeningen over de bijzondere vriendschap tussen Annemie Struyf en haar hartsvriendin Magdalena, die samen een spirituele zoektocht ondernemen.
De 10-jarige joodse Ziska (ik-figuur) uit Berlijn wordt in 1938 gedwongen te vluchten naar Londen. Bij alle verschrikkingen van de oorlog en de problemen met haar orthodox-joodse pleegouders groeit ze op van tienermeisje naar volwassen vrouw. Vanaf ca. 15 jaar.
Beertje Benjamin IJ moet met zijn ouders vluchten voor het smeltende ijs. Ze komen in een bos met bruine beren terecht waar ze niet welkom zijn. Prentvertelling met paginagrote illustraties in lichte tinten. De cd bevat twee op muziek gezette verzen. Vanaf ca. 6 jaar.
De eentonigheid in het leven van een priester die al dertig jaar werkt in een gei͏̈soleerd gelegen bergdorp, wordt door de komst van een oude vrouw nog eenmaal doorbroken.
Marta is nu lerares van groep acht. Zij vertelt aan een Turkse oud-leerlinge haar verhaal over vroeger, toen ze in een strenggelovig gezin opgroeide. Vanaf ca. 12 jaar.
Tobe, een kleine jongen, kan niet slapen. Hij overwint zijn angst en sluipt het huis uit. Naar waar? Dat weet hij zelf niet. Als hij verdwaalt in de stad, die als een doolhof rond hem heen kronkelt, ontmoet hij de mysterieuze man die hem terug naar huis zal brengen. Op hun terugtocht kruipen ze in een boom, waar ze gesprekken voeren over het leven, over de dood, over God, over bang zijn, over de eksters, over vaders en grootvaders.
Leon is kindsoldaat geweest in Afrika, Deborah lijdt enorm onder haar strenggelovige ouders. Ze ontmoeten elkaar in een psychiatrische inrichting. Vanaf ca. 15 jaar.
Tijdens een blindedarmoperatie krijgt de vierjarige Colton een hartstilstand. Wonder boven wonder herstelt hij en niet lang daarna begint hij te vertellen over de operatie: dat hij de artsen met hem bezig zag en dat hij zijn vader op zijn knieën zag bidden. Colton vertelt dat hij zijn zusje, wier leven na drie maanden eindigde in een miskraam en over wie nooit werd gesproken, zijn overgrootvader en zelfs Jezus heeft gezien. Hij kent details die hij nooit had kunnen weten en de familie realiseert zich dat ze Colton wel moeten geloven.