Simon Gronowski is Joods, Koenraad Tinel de zoon van een nazi. Ze beschrijven hun vriendschap en wat die hen geleerd heeft. Koenraad besefte dat hij de last van zijn vaders schuld niet dient te dragen en Simon realiseerde zich dat hij geen slachtoffer hoeft te blijven om zijn verloren geliefden te eren.
Ze bestonden niet, ze hadden geen verleden, ze hielden hun mond. Meer dan 60 jaar hebben ze gezwegen, de kinderen van Belgische vrouwen en Duitse Wehrmachtsoldaten. Het verhaal van hun oorsprong behoorde tot de best bewaarde familiegeheimen. In de loop der jaren verzamelden de oorlogskinderen stukken en brokken van hun geschiedenis: flarden van gesprekken, foto's, brieven. Meestal blijft er echter een onbekende over: hun vader. In het boek vertellen een 70-tal Belgische oorlogskinderen over hun zoektocht, hun levensverhaal, de vijandigheid die ze ontmoetten en de zeldzame mooie momenten in hun bestaan.
Mika, veertien jaar oud en Joods, erft de jas van zijn grootvader die op straat doodgeschoten werd. In de jas vindt hij een handpop. Mika wordt poppenspeler in het getto van Warchau. Wanneer zijn talent opgemerkt wordt, wordt hij gedwongen om voor de Duitse troepen op te treden.
De Poolse Silvana en haar man Janusz worden door de oorlog van elkaar gescheiden: hij moet in dienst en zij probeert vergeefs naar haar familie terug te keren. Zes jaar lang overleeft zij met haar zoontje onder erbarmelijke omstandigheden in de bossen. Na de oorlog wordt het gezin in Engeland herenigd. In hun huis aan Britannia Road 22 proberen ze een nieuw bestaan op te bouwen, maar zowel Silvana als Janusz wordt achtervolgd door geheimen uit hun verleden.
Lisa komt met een kindertransport naar Engeland, waar ze de taal niet spreekt en veel heimwee heeft. Als ze haar geheugen verliest, voelt ze zich helemaal verloren.
Een joods jongetje van 7 jaar duikt in 1942 gescheiden van zijn ouders onder in het internaat van een Belgische pastoor en tracht wijsneuzig de hem te boven gaande ontwikkelingen te doorgronden.
Een joods jongetje van 7 jaar duikt in 1942 gescheiden van zijn ouders onder in het internaat van een Belgische pastoor en tracht wijsneuzig de hem te boven gaande ontwikkelingen te doorgronden.
Een 12-jarig meisje moet aan het begin van de Tweede Wereldoorlog vanwege het oorlogsgevaar evacueren van Londen naar Kent. Daar krijgt ze een pleegzusje dat veel voor haar gaat betekenen.
Wanneer de nazi's in 1941 de geboortestad van een 11-jarig joods jongetje in de Oekrai͏̈ne bezetten, laat zijn moeder hem in wanhoop onderduiken bij haar vriendin, die in een bordeel werkt.