Liesl groeit op in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog. Haar tweelingzusje Gretl is zwakzinnig, en volgens Hitler is er geen plaats voor zieken en gehandicapten in het Nieuwe Rijk. Vanaf ca. 13 jaar.
De Franse weesjongen Pierrot wordt in 1935 door zijn Duitse tante Beatrix meegenomen naar een villa op een Oostenrijkse berg, waar ze als huishoudster werkzaam is. Het is het huis van Adolf Hitler. Vanaf ca. 12 jaar.
Een Poolse jongen zit in het weeshuis in Warschau. Vanwege zijn Arische uiterlijk wordt hij geadopteerd door de onderdirecteur van een rasseninstituut in Berlijn. Dan ontdekt deze dat de jongen joods bloed heeft.
De 17-jarige Marja vertrekt in 1943 naar Duitsland om te werken. Daar leert ze dat het in een oorlog niet alleen om regeringen en hun landen gaat, maar ook om de persoonlijke verhalen van de inwoners. Vanaf ca. 14 jaar.
Berlijn, 1945. Hitler is verslagen, maar de stad ligt in puin. Otto (16) zorgt samen met Helene voor vier jonge kinderen. Hun ouders zijn omgekomen of opgepakt. Een van de kinderen wil zich aansluiten bij de Weerwolven, een strijdgroep van de Hitler Jugend. Kan Otto dit voorkomen? Vanaf ca. 15 jaar.
Parallel aan het levensverhaal van Adolf Hitler, de dictator, ontrolt zich het imaginaire levensverhaal van Adolf H., kunstschilder van beroep. Wat zou er zijn gebeurd als Hitler een geslaagd kunstenaar was geworden, als hij zijn frustraties had overwonnen?
Otto en Leni zijn vanuit nazi-Duitsland naar Engeland gevlucht, maar nu sturen de Britten hen terug naar hun thuisland voor een geheime missie. Ze moeten een meisje ontvoeren dat voor Hitlers ondergang zou kunnen zorgen.
Bundel met zeven verhalen waarin personages, die zijn getekend door de complexe Duitse geschiedenis van de 20e eeuw, zich laten leiden door hun beladen verleden, zelfs in persoonlijk aangelegenheden als liefde en huwelijk.
Lang geleden woonde een liefdevol joods gezin in een vakantiehuisje bij Berlijn. Totdat boze mannen vertelden dat ze eruit moesten. Daarna woonden er een nazicomponist, oorlogsvluchtelingen en een Stasi-informant. Er was toen ook een wereldoorlog en de Berlijnse Muur werd gebouwd. Prentenboek met grimmige kleurenillustraties met een waargebeurd verhaal. Vanaf ca. 9 t/m 12 jaar.
Geschiedenis van de vervolging van Sinti door de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog, met name het lot van een Duitse Sintitweeling die werd gebruikt voor medische experimenten.
Door de onverwachte dood van hun vader zijn Emiel en zijn broer Jozef genoodzaakt als vrijwillige arbeiders te werken in de hoofdstad van Nazi-Duitsland. Daar ontmoet Emiel Katja, een gedeporteerd meisje uit Oekraïne. Het is liefde op het eerste gezicht. Wanneer het tij keert voor de Nazi's en de Sovjetsoldaten Berlijn binnentrekken, besluiten Emiel en Jozef te vluchten met Katja en haar twee vriendinnen. De meisjes hebben enorme heimwee naar huis, en willen niet mee naar België. Emiel en Jozef volgen hen naar het Oosten, maar hun vlucht loopt niet van een leien dakje.
Eva is net vijf jaar als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Ze is de dochter van een joodse man en zijn niet-joodse vrouw. Vanwege de toenemende jodenhaat besluit het gezin naar de VS te emigreren. Maar als alleen de joodse vader toelating krijgt, keren Eva en haar moeder terug naar Berlijn, waar ze de hele oorlog zullen verblijven. Van zodra de oorlog voorbij is, verhuizen ze alsnog naar de VS, alwaar het gezin herenigd wordt. Eva doet haar best de oorlog en alle gruwelijkheden te vergeten, maar de herinneringen blijken sterk. Jaren na dato vertelt ze het verhaal van haar ongewone jeugd in het door oorlog verscheurde Berlijn.
Alice (12, ik-figuur) vlucht na een verwoestend bombardement op het eiland Helgoland met haar moeder, grootmoeder en broer naar Hamburg. Daar stelt het leven hen voor nieuwe uitdagingen: kou, honger en zware handel. Vanaf ca. 15 jaar.