Wanneer een vrouw te horen krijgt dat ze kanker heeft, besluit ze terug te keren naar het vluchtelingencentrum waar ze jaren geleden heeft gewerkt; hier wordt ze geconfronteerd met herinneringen, oude liefdes en actuele problemen.
Het is 2121. Anna (20) leeft in het Europese rijk, dat rust op de pijlers vrijheid, gelijkheid, verdraagzaamheid en vrede. Als Anna zich voor geschiedenis verdiept in het kruisteken, ontdekt ze een groepering die in onvrijheid leeft, de christenen. Vanaf ca. 15 jaar.
Irak tijdens de jaren vijftig. Pius groeit beschermd en avontuurlijk op, samen met elf broers en zussen. Zijn familie behoort tot de oudste christelijke gemeenschappen en houdt haar eigen tradities hoog; zijn moedertaal is het Bijbelse Aramees. In de grote familieclan worden de wetten van gastvrijheid en respect nageleefd. Het vredige bestaan naast Arabieren, Koerden, Armeniërs en Turkmenen beïnvloedt Pius. Als Saddam Hoessein aan de macht komt, vlucht de familie naar het zuiden. Pius benut de mogelijkheid om Engelse letterkunde in Bagdad te gaan studeren. Tijdens een studiereis in Londen wordt hij verliefd op een Catalaans meisje. Dat leidt tot een explosie van zinnelijkheid.
Een Romeins filosoof krijgt van keizer Diocletianus de opdracht, de geschriften van de christenen te herschrijven om aldus de nieuwe godsdienst van binnen uit te vernietigen.
Een Amerikaanse jonge vrouw belandt in levensbedreigende situaties wanneer zij in China op zoek gaat naar haar grootvader, die gevangen zit vanwege zijn geloof.
Een jonge Chinese vrouw gaat ver van huis tijdelijk in een christelijk weeshuis werken, daardoor onkundig van het gevaar waaraan haar verloofde, een voorganger in een huiskerk, verkeert.