De Nederlandse schrijver Oscar van den Boogaard schrijft een epos over twee Nederlandse families die op de grens met Duitsland wonen. Tegen de achtergrond van de geschiedenis van de 20e eeuw vallen hun levens met horten en stoten in een bepalende plooi. De roman is een familiegeschiedenis, deels van de auteur, deels verzonnen. Opvallend: in de roman schrijft Van den Boogaard dat hij een zoon is van de Nederlandse prins Bernhard en bijgevolg dus een halfbroer van prinses Beatrix.
Linus moet een kist sinaasappels afleveren bij een man die hij Mister Orange noemt. Hij valt van de trap en Mister Orange biedt aan om zijn kniewonde te verzorgen. Zo treedt Linus binnen in zijn wondere wereld vol kleur.
Twee broers groeien op zonder vader tijdens de drooglegging in de bergen van Noord-Carolina, terwijl ze strijden tegen elkaar en tegen hun schijnbaar uitzichtloze situatie.
Op een mooie zomerdag staat een auto met pech langs de weg. In de snikhete auto wacht de elfjarige Jack op zijn moeder. Zijn moeder zei: "Pas op je zusjes, ik ben zo terug." Dus wachten Jack en zijn twee zusjes in eerste instantie geduldig, maar algauw worden ze rustelozer. En hun moeder komt niet terug. Hun moeder komt nooit meer terug. Drie jaar later past Jack nog steeds op zijn zusjes. Hij zorgt ervoor dat ze te eten krijgen en dat niemand erachter komt dat ze helemaal alleen wonen, zonder ouders. En dan ontdekt Jack wie de moordenaar van zijn moeder is…
Wanneer een broer en zus gaan wonen in het huis dat ze van hun oma hebben gee͏̈rfd, lijken ze alles goed voor elkaar te hebben, tot dat de broer thuiskomt met een geliefde.
1927. Italie͏̈ is in de greep van de fascistische dictator Mussolini. De broers Luca en Berio werken als trapezewerkers in een klein, rondreizend circus. Ze verloren hun moeder in de oorlog en wonen nu bij goochelaar Veronica. Dan komt de jonge fotografe Yuna in hun leven en verandert alles. Vanaf ca. 13 jaar.
Het lijkt wel of Stefan, Joeri’s broer, van de ene op de andere dag uit zijn leven geschrapt is. Joeri weet niet waarom. Zijn ouders willen er niet over praten. Langzaam wordt duidelijk wat er gebeurd is en hoe het gezin hierdoor ontwricht raakte.
Deze roman is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van weeshuisdirecteur Georgia Tann, die kinderen uit arme gezinnen ontvoerde en verkocht aan rijke families.
De geadopteerde Grace gaat op zoek naar haar biologische moeder en ontdekt dat ze een zus en broer heeft. Als ze elkaar ontmoeten, blijkt dat ze alle drie worstelen met vragen als: wat bepaalt wie je bent en wat betekent een familieband? Vanaf ca. 15 jaar.
Dries' broer Jonas is een maand geleden verdwenen. Samen met een mysterieuze conducteur en het meisje Tess maakt Dries een bijzondere treinreis langs zeven haltes. Bij elke halte komt hij meer te weten over zijn broer.
Een grote broer (ik-figuur) vertelt over zijn kleine broertje. Hij maakt zijn speelgoed stuk. Hij aapt hem altijd na. Maar soms is hij ook heel lief. AVI-E3. Vanaf ca. 6,5 jaar.
Tijs is zijn broer Dennie verloren, en zijn ouders halen een robot in huis die praat en beweegt zoals Dennie om de pijn te verzachten. Tijs bedenkt een plan om van de robot af te komen. Vanaf 10 jaar.
Martins jongere broer Andreas is vijftien en zal binnenkort sterven. Martin uit zijn verdriet en boosheid daarover in zijn gitaarspel, maar kan er met niemand over praten. Vanaf ca. 15 jaar.
Fictief dagboek van de jongere zuster van Arthur Rimbaud (1854-1891), waarin zij getuigt van haar medeleven en steun tijdens diens laatste broze dagen.