Met de voorzetsels: in, naast, uit, aan, tussen, voor en achter. Een speler probeert het voorzetsel op het kaartje van zijn tegenspeler te raden aan de hand van een beperkt aantal opties. Daartoe worden steeds twee tegenovergestelde voorzetsels aangeboden en door middel van precieze positiebeschrijvingen wordt het juiste voorzetsel geraden. De inhoud van Voorzetsel-speurneus 1+2 kan naar wens door elkaar gebruikt worden. De keuze voor voorzetsels kan op de individuele oefensituatie afgestemd worden.
Met de voorzetsels: op, onder, boven, over, tegen, door en om. Een speler probeert het voorzetsel op het kaartje van zijn tegenspeler te raden aan de hand van een beperkt aantal opties. Daartoe worden steeds twee tegenovergestelde voorzetsels aangeboden en door middel van precieze positiebeschrijvingen wordt het juiste voorzetsel geraden. De inhoud van Voorzetsel-speurneus 1+2 kan naar wens door elkaar gebruikt worden. De keuze voor voorzetsels kan op de individuele oefensituatie afgestemd worden.
Varkentje zoeft met zijn slee van de besneeuwde berg naar beneden. Onderweg komt hij allerlei obstakels tegen. Hoe lost hij dat op? Prentenboek met paginagrote illustraties in kleur. Vanaf ca. 4 jaar