Regina Sluszny en Georges Suchowolski doken tijdens WO II onder in België. Als kinderen beleefden zij alles, maar pas later begrepen ze wat er gebeurde. Lange tijd verborgen zij hun leed; ze hadden immers ‘geluk’ gehad in vergelijking met de Joden in de kampen.
In 1941 arresteerden de Duitsers de Vlaamse verzetsstrijder Beeck. Ze transporteerden hem samen met andere leden van de Nationale Koninklijke Beweging (NKB) naar Duitsland. Daar verbleef hij in verschillende gevangenissen en kampen, in erbarmelijke omstandigheden en zonder contact met de buitenwereld.