Regine Beer : mijn leven als KZ A 5148
Paul De Keulenaer
Paul De Keulenaer (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
ASP, 2012 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : GESCHIEDENIS : 935.4 KEUL |
15/03/2013
In ruime kring wordt betreurd dat de jongste generaties steeds minder weten over de twee wereldoorlogen van vorige eeuw. Helaas dikwijls omdat hun weetlust niet wordt geprikkeld. Nochtans zijn er duurzame lessen te putten uit die gruwel, verwekt door de wedijver tussen de grote Europese mogendheden, door verwerpelijke haatideologieën en een tot 'rassenleer' verheven racisme waarmee hele volkeren werden opgezweept. Met Vergeten oorlogskinderen heeft auteur Paul De Keulenaer een leerzame en uiterst leesbare spoorslag gegeven, die hopelijk navolging zal krijgen.
Het boek is zeker geschikt voor het onderwijs, omdat twee bij Belgische burgers ondergedoken, nog erg jonge Joodse kinderen de hoofdpersonages zijn, waarrond De Keulenaer een raamwerk van leerrijke informatie heeft opgebouwd (de auteur steunde daarbij op zijn ervaring in het onderwijs). Het is bovendien een Belgisch verhaal over 'gewone' Vlaamse en Waalse mensen, die weliswaar blijk gaven van buitengewone dapperheid, menslievendheid en onbaatzuchtigheid. Want wie tijdens de nazibezetting Joodse onderduikers een schuiloord bezorgde, liep een groot risico. De twee kinderen, op wie wordt gefocust, hadden Joodse ouders die uit Polen kwamen en in Antwerpen een beter bestaan zochten. Daar werd de jongen, Georges Suchowolski, in 1936 geboren en het meisje, Regina Sluszny, in 1940. Nadat de Duitse bezetter een steeds dwingender greep legde op de destijds circa 70.000 Joden in België, besloten de gezinnen Suchowolski en Sluszny — die elkaar niet kenden — in 1943 onder te duiken. Nu kun je aanvoeren dat die twee zo jonge kinderen niet echt konden weten wat er omging, temeer daar ze door hun ouders werden afgeschermd. Maar onvermijdelijk hielden ze er toch herinneringen aan over, die ze later trachtten te verwerken, waardoor de dramatische samenhang hen geleidelijk duidelijk werd. Voor Georges Sucholowski was het traumatischer dan voor Regina. Hij overleefde op verschillende adressen in Wallonië. Maar zijn ouders werden verklikt en stierven in Auschwitz. Zijn zuster en grootouders kwamen in augustus 1944, kort voor de bevrijding, om het leven, toen bij een aanval van de Amerikaanse luchtmacht op Namen een katholiek tehuis waar ze onderdoken door bommen werd getroffen. Regina kende onbekommerde kleuterjaren bij het kinderloze kruideniersechtpaar Charles Jacobs-Anna Van Dijck in Hemiksem. Haar ouders overleefden. Georges en vooral Regina behielden zeer hechte banden met hun onderduikouders, ook toen ze na het einde van de oorlog in Joods familieverband terugkeerden. Regina bezocht hen wekelijks en dankzij haar functies in Joodse organisaties zorgde zij ervoor, dat de namen van 'Charel en Anna' en ook die van Georges' 'onderduikouders' nu met die van 1600 andere Belgen prijken op de Israëlische erelijst van de 'rechtvaardigen onder de volkeren'. Regina en Georges leerden mekaar in 1956 kennen in een Joodse zangkring en trouwden in 1960. Zij bleven in Antwerpen en kregen een zoon en een dochter.
Tijdens talrijke gesprekken hielp Paul De Keulenaer Georges en Regina bij het plaatsen van hun onderduikherinneringen in het geheel van de rampzalige oorlog. Die gesprekken, de basis van zijn boek, hadden thuis plaats, maar ook op de adressen waar de twee als kinderen verbleven. Soms waren het ronduit sombere confrontaties met het verleden, maar er waren ook talrijke dankbare herinneringen aan hun beschermers, van wie ze na het einde van de oorlog node afscheid namen. De Keulenaer voegt er zijn eigen bespiegelingen en interessante feiten uit de oorlog en de naoorlog aan toe. De gulle illustratie met foto's en facsimiles verdient een vermelding. Dit rijk gestoffeerd, vloeiend geschreven boek is zonder meer aanbevolen voor onderwijs en voorlichting. Dat wordt bevestigd door inleidende bijdragen van Fred Erdman, Raymonda Verdyck, Mieke Van Hecke en Kouky Frohman-Gartner.
[Robert Schoeters]
A.H.B. de Munnick
Tot aan de jaren negentig was het lot van de vele duizenden tijdens de Holocaust ondergedoken joodse kinderen vrij onderbelicht. Het lot van de oudere generatie werd nog belangrijker geacht. Daar kwam verandering in met de First International Gathering of Children Hidden During World War II in New York (1991). Vanaf dat moment begonnen sommige 'kinderen' hun verhaal te vertellen of anderen vertelden dat voor hen. Dit boek beschrijft het lot van de Belgische Georges en Regina en hun families. Haar ouders overleefden, de zijne niet. Na de oorlog trouwden zij met elkaar. De auteur vertelt hun verhaal aan de hand van verhalen, herinneringen en ontmoetingen met het echtpaar, maar plaatst zich – helaas – nadrukkelijk tussen hen en de lezer. Hier en daar wordt het larmoyant en probeert hij emoties op te roepen via die van hemzelf, hetgeen achterwege had kunnen blijven. Het boek is daarnaast twee keer te lang, soms te wijdlopig. Ondanks dat: verhalen van ondergedoken joodse kinderen blijven waard om gelezen te worden. Met afbeeldingen in zwart-wit, een aantal bijlagen en een literatuuroverzicht.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.