Voor Santayana zijn religies en religieuze geschriften niet zozeer historische verschijnselen en documenten, maar veeleer een door inspiratie tot stand gekomen vormen van levensoriëntatie en symbolische poëzie, die verwijzen naar de oorsprong en de bestemming van de mens. Vanuit deze algemene achtergrond beschouwt Santayana de vier canonieke evangeliën en het daarin besloten thema van het goddelijke in de mens.
In dit boek buigt een dertiental (joodse en christelijke) theologen en filosofen zich op een originele wijze over een aantal bekende en minder bekende Bijbelse verhalen die ook vandaag nog te denken geven. In een vaak onconventionele lectuur bezinnen de auteurs zich over een Bijbelse passage die hen uitdaagt, verwondert of misschien zelfs tegen de borst stuit. Ze aarzelen daarbij niet om uiterst kritische vragen te stellen en verzetten zich tegen een lezing die de teksten ontdoet van hun 'vreemdheid'.
De bijdragen hebben betrekking op boeken of passages uit het Oude en het Nieuwe Testament, op de receptiegeschiedenis van de Bijbel en op het gebruik van Bijbelse teksten in pastoraal, liturgie en kerkelijke documenten.
Dit boek bundelt de lezingen van de Didachè-bijbelcursus over het thema 'Tot geloof komen. Bijbelse perspectieven op geloofsgroei' (augustus 2015). Deze studiedagen worden jaarlijks georganiseerd door de Vlaamse Bijbelstichting, in samenwerking met de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen en het Academisch Vormingscentrum voor Leraren van de KU Leuven. Enkele bijdragen gaan in op wat geloven vandaag betekent en op het bijbelse Godsbeeld. Andere bijdragen bestuderen concrete bijbelteksten over geloofsgroei in hun historische en literaire context en vertalen ze vanuit een christelijk perspectief naar vandaag.