Autobiografie van een Britse militair die tijdens de Tweede Wereldoorlog als krijgsgevangene in Polen met een joodse gevangene van plaats wisselt en zo in Auschwitz ooggetuige is van de Holocaust.
Recentelijk reisde Kader Abdolah naar Dubai, het land van zand en olie, om daar zijn moeder en zus te ontmoeten, wat voor haar gemakkelijker was en voor hem veiliger. Hij wilde zijn moeder zien, misschien wel voor het laatst, en vooral omdat ze geleidelijk in de wereld van de dementie aan het verdwijnen was. Maar eenmaal in Dubai aangekomen werd hij geconfronteerd met een geheimzinnige wereld van de ouderdom waarin zijn moeder hem steeds dieper meenam.
Vierde deel van de zesdelige autobiografische romancyclus van de Noorse auteur, over de laatste jaren van zijn middelbare schooltijd. Vervolg op 'Zoon'.
Vaders aftershave, moeders zonnebrand, het zijdeachtige haar van zijn eerste geliefde, Gauloises en Gitanes, kaneel voor op de taart en in de glühwein, kooltjes om je warm te houden, inktpotten op school, hooi op de velden, de trui van een oom. In 63 teksten beschrijft Claudel evenzoveel geuren uit zijn verleden.
Een man met een verstandelijke en emotionele beperking, die op 11-jarige leeftijd zijn moeder verloor, trouwt en wordt vader, maar zijn relatie met zowel zijn vrouw als zijn kind lijdt onder zijn beperkingen.
Dit boek wordt beschouwd als de beste Belgische literaire getuigenis over de Eerste Wereldoorlog. Max Deauville - pseudoniem voor de Brusselse Franstalige dokter Maurice Duwez - beschrijft het wedervaren van de gewone piotten vanaf de eerste dagen van het uitbreken van de oorlog tot halverwege 1915, wanneer hij gewond geraakt. Hij beschrijft op een objectieve en afstandelijke manier - maar ook met een zeker cynisme - de uitzichtloosheid, de verveling, de verschrikking en het lijden. "Jusqu'à l'Yser" werd reeds in 1917 in Frankrijk uitgebracht, maar is nu pas voor het eerst in een Nederlandse vertaling beschikbaar.
Een Vlaams gezin groeit in de Tweede Wereldoorlog uit tot een in materialistisch opzicht geslaagd gezin, maar er wordt veel verzwegen om zover te komen.
Autobiografisch relaas over de familie van de Israëlische schrijver Meir Shalev (1948). In deze memoires gaat Shalev terug naar zijn wortels in een pioniersfamilie uit Oekraïne, die in de jaren '20 van de 20e eeuw een bestaan opbouwde in het dorp Nahalal in Palestina. Centraal staat grootmoeder Tonja, die niet alleen een bindende factor is in de familie, maar ook haar omgeving in haar greep heeft met haar extreme schoonmaakdwang. Wanneer zij op een dag uit Amerika een stofzuiger cadeau krijgt, is dat slechts olie op het vuur van haar schoonmaakwoede. Shalev stamt uit een familie van fantasierijke verhalenvertellers, die hij in dit boek liefderijk en vol humor beschrijft.