Animal farm
George Orwell
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2017 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : ORWE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Van Gennep, 1984 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : SPANJE 945.2 |
Erik van den Berg
te/ep/13 s
George Orwell was een lange man. Met zijn 1 meter 88 stak hij twee koppen uit boven de Spanjaarden met wie hij in de Spaanse Burgeroorlog vocht tegen Franco. Op 17 mei 1937, aan het front in Aragón, wordt die lengte hem bijna fataal. Om vijf uur 's ochtends, bij het wisselen van de wacht, steekt zijn hoofd een moment boven de loopgraaf uit. Op slag wordt hij geraakt door een scherpschutter.
In Homage to Catalonia (1938), de terugblik op zijn Spaanse avontuur, noteert Orwell nauwgezet hoe dat voelt, een voltreffer dwars door je keel: 'alsof ik in het centrum van een explosie stond'.
Hoewel hij zeker weet dat dit het einde is - de kogel heeft zijn halsslagader net gemist - blijft hij alles nauwkeurig registreren. Pijn voelt hij niet, wel 'een verbijsterd gevoel', gecombineerd met 'een hevige gebelgdheid dat ik deze wereld moest verlaten, die me, alles bij elkaar genomen, zo goed ligt'.
Die laatste formulering is typerend voor Homage to Catalonia - de kroniek van een bittere deceptie, waarin toch nergens verslagenheid of cynisme valt te ontdekken. Grimmig wordt Orwell hooguit als hij schrijft over de oorzaak van zijn deceptie. Die school namelijk niet in Franco's overwinning (die stond bij verschijnen van het boek nog niet vast), maar in de hopeloze verdeeldheid van diens linkse tegenstanders, volgens Orwell de term 'beerput' waardig.
Hoogverraad
De staatsgreep van rechtse generaals tegen de nog jonge Spaanse Republiek had in 1936 wereldwijd een golf van verontwaardiging veroorzaakt. Meer dan dertigduizend buitenlandse vrijwilligers kwamen naar Spanje om de verdedigers van de republiek bij te staan.
Orwell arriveerde eind 1936 in Barcelona met een eenvoudige missie: 'Ik had mezelf beloofd één fascist dood te schieten. Als we dat allemaal deden zou er al gauw niet één meer over zijn.' Van de verdeeldheid onder socialisten, marxisten, anarchisten en hun diverse afsplitsingen en facties had hij geen idee. Spoedig genoeg zou hij ondervinden hoe het door Stalin met geld en wapens gesteunde Volksleger de macht naar zich toetrok en een heksenjacht opende op anarchistische en trotskistische 'afvalligen', waarbij ook kameraden uit Orwells militie genadeloos werden geliquideerd.
Zelf kon Orwell dankzij slordigheden van de geheime politie ('wel de geest, niet de vakbekwaamheid van de Gestapo') over de Franse grens ontsnappen. In juli 1937 was hij terug in Engeland, waar hij hoorde hoe hij tijdens een showproces in Sevilla wegens 'hoogverraad' was veroordeeld. Hij had genoeg gezien: zijn verdere leven en werk (Animal Farm, 1984) zou in het teken staan van zijn strijd tegen het stalinisme en totalitarisme.
Orwells kritiek op de Spaanse communisten viel niet goed in Engeland, waar de Communist Party of Great Britain een factor van belang vormde. Orwells uitgever Gollancz wilde er zijn vingers niet aan branden en toen Homage to Catalonia in 1938 uiteindelijk toch verscheen, werd het een commerciële flop. Tijdens Orwells leven werd het boek alleen in het Italiaans vertaald en pas in 1952, twee jaar na zijn dood, verscheen het in Amerika.
Afkortingenplaag
Het zou tot de jaren 60 duren voor Homage to Catalonia een betere reputatie kreeg. Onder de titel Saluut aan Catalonië verscheen de Nederlandse versie in 1964 bij De Arbeiderspers, en het is die oude vertaling van Aad Nuis die nu in een herziene versie als 'de gloeiende kern van een antitotalitair schrijverschap' wordt aangeprezen.
De herzieningen betreffen vooral spellingkwesties en andere kleinigheden; helaas verliest Orwells kleurrijke comandante Georges Kopp nog net als in 1964 halverwege de 's' achter zijn voornaam (een fout die Geert Mak in zijn inleiding herhaalt).
Het maakt niet uit, want de tekst blijft fenomenaal. Hoe goed Orwell schrijft, zie je misschien het best als hij de ingewikkelde verhoudingen tussen de vele partijen en bonden uitlegt. Je struikelt over afkortingen als PSUC, POUM, FAI, CNT, AIT en UGT ('Spanje gaat gebukt onder een afkortingenplaag') en desondanks blijft alles helder, onderhoudend en bezield. Het door de auteur verstrekte advies 'wie geen zin heeft in partijpolitieke verschrikkelijkheden moet dit maar overslaan' kun je dan ook gerust negeren.
Maar het kloppende hart van Saluut aan Catalonië blijven de lange oorlogsreportages, over de ontberingen aan het front in Aragón en over de nachtmerrieachtige straatgevechten in Barcelona (niet tegen de fascisten, maar tussen de linkse partijen onderling), waar hij nota bene net hoopte bij te komen van zijn verwonding.
Orwell moet al snel concluderen dat zijn idealisme hem slecht heeft voorbereid op de absurditeiten en zinloosheden van de oorlog. Zijn frontervaringen in de koude winter van 1937, hoog in de heuvels van Aragón, leveren geen enkele heroïsche ervaring op, alleen maar honger, modder, kou en de stank van uitwerpselen - 'een van de meest nutteloze perioden uit mijn leven'.
Typisch Orwell is dat de schwung van zijn zinnen bij stijgende ellende alleen maar lijkt toe te nemen. 'Ik heb veel ervaring opgedaan met allerlei soorten ongedierte, maar de luis slaat alles wat pure smerigheid betreft' en: 'De glorie van de oorlog, zeg dat wel! In een oorlog hebben alle soldaten luizen, als het tenminste warm genoeg is. Bij de mannen die vochten bij Verdun, Waterloo, Flodden, Senlac, Thermopylae, kropen stuk voor stuk de luizen over de ballen.'
Nog zo'n typerende Orwell-trek is zijn onverwoestbare fatsoen in daad en woord. Als zijn belagers in Barcelona zijn correspondentie in beslag nemen, waaronder nog niet beantwoorde brieven van lezers, voegt de schrijver tussen haakjes toe: 'Als iemand die me over mijn laatste boek schreef, toevallig dit leest, wil hij dit dan als verontschuldiging accepteren?'
Er zijn meer schrijvers bij wie oorlog alle heroïek verliest, maar Orwell betrekt de ontnuchtering ook op zichzelf: 'Als ik in oorlog of politiek verwikkeld raak, schijnt altijd hetzelfde te gebeuren: ik ben me dan alleen nog maar bewust van (...) een diep verlangen dat het gauw zal zijn afgelopen met die verdomde onzin. Achteraf kan ik de betekenis van de gebeurtenissen inzien, maar als ik er middenin zit wil ik er alleen maar uit - een slechte eigenschap misschien.'
Een nieuwe generatie historici heeft Orwell verweten dat hij niets begreep van de toenmalige politiek in Spanje. Nogal unfair, gezien het heroïsche voorbehoud waarmee Saluut aan Catalonië besluit: 'Pas op voor mijn partijdigheid, mijn feitelijke vergissingen en de vertekening die onvermijdelijk het gevolg is van het feit dat ik maar één hoekje van de gebeurtenissen heb gezien. En pas op voor precies hetzelfde als u een ander boek leest over deze episode in de Spaanse Burgeroorlog.'
Erik Van Den Berg
te/ep/09 s
George Orwell was een lange man. Met zijn 1 meter 88 stak hij twee koppen uit boven de Spanjaarden met wie hij in de Spaanse Burgeroorlog meevocht tegen Franco. Op 17 mei 1937, aan het front in Aragón, wordt die lengte hem bijna fataal. Om vijf uur 's ochtends, bij het wisselen van de wacht, steekt zijn hoofd een moment boven de loopgraaf uit. Op slag wordt hij geraakt door een scherpschutter.
In Homage to Catalonia, de terugblik op zijn Spaanse avontuur, noteert Orwell nauwgezet hoe dat voelt, een voltreffer dwars door je keel: 'alsof ik in het centrum van een explosie stond'.
Hoewel hij zeker weet dat dit het einde is - de kogel heeft zijn halsslagader net gemist -blijft hij alles nauwkeurig registreren. Pijn voelt hij niet, wel 'een verbijsterd gevoel', gecombineerd met 'een hevige gebelgdheid dat ik deze wereld moest verlaten, die me, alles bij elkaar genomen, zo goed ligt'.
Die laatste formulering is typerend voor Homage to Catalonia - de kroniek van een bittere deceptie, waarin toch nergens verslagenheid of cynisme valt te ontdekken. Grimmig wordt Orwell hooguit als hij schrijft over de oorzaak van zijn deceptie. Die school namelijk niet in Franco's overwinning (die stond bij verschijnen van het boek nog niet vast), maar in de hopeloze verdeeldheid van diens linkse tegenstanders, volgens Orwell de term 'beerput' waardig.
De staatsgreep van rechtse generaals tegen de nog jonge Spaanse Republiek had in 1936 wereldwijd een golf van verontwaardiging veroorzaakt. Meer dan dertigduizend buitenlandse vrijwilligers (onder wie zevenhonderd Nederlanders) kwamen naar Spanje om de verdedigers van de republiek bij te staan.
Orwell arriveerde eind 1936 in Barcelona met een eenvoudige missie: 'Ik had mezelf beloofd één fascist dood te schieten - als we dat allemaal deden zou er al gauw niet één meer over zijn.' Van de verdeeldheid onder socialisten, marxisten, anarchisten en hun diverse afsplitsingen en facties had hij geen idee. Spoedig genoeg zou hij ondervinden hoe het door Stalin met geld en wapens gesteunde Volksleger de macht naar zich toetrok en een heksenjacht opende op anarchistische en trotskistische 'afvalligen', waarbij ook kameraden uit Orwells militie genadeloos werden geliquideerd.
Zelf kon Orwell dankzij slordigheden van de geheime politie ('wel de geest, niet de vakbekwaamheid van de Gestapo') over de Franse grens ontsnappen. In juli 1937 was hij terug in Engeland, waar hij hoorde hoe hij tijdens een showproces in Sevilla wegens 'hoogverraad' was veroordeeld. Hij had genoeg gezien: zijn verdere leven en werk (Animal Farm, 1984) zou in het teken staan van zijn strijd tegen het stalinisme en totalitarisme.
Orwells kritiek op de Spaanse communisten viel niet goed in Engeland, waar de Communist Party of Great Britain een factor van belang vormde. Orwells uitgever Gollancz wilde er zijn vingers niet aan branden en toen Homage to Catalonia in 1938 uiteindelijk toch verscheen, werd het een commerciële flop. Tijdens Orwells leven werd het boek alleen in het Italiaans vertaald en pas in 1952, twee jaar na zijn dood, verscheen het in Amerika.
Het zou tot de jaren zestig duren voor Homage to Catalonia een betere reputatie kreeg. Onder de titel Saluut aan Catalonië verscheen de Nederlandse versie in 1964 bij De Arbeiderspers, en het is die oude vertaling van Aad Nuis die nu in een herziene versie als 'de gloeiende kern van een antitotalitair schrijverschap' wordt aangeprezen.
De herzieningen betreffen vooral spellingkwesties en andere kleinigheden; helaas verliest Orwells kleurrijke comandante Georges Kopp nog net als in 1964 halverwege de s achter zijn voornaam (een fout die Geert Mak in zijn inleiding herhaalt).
Het maakt niet uit, want de tekst blijft fenomenaal. Hoe goed Orwell schrijft, zie je misschien het best als hij de ingewikkelde verhoudingen tussen de vele partijen en bonden uitlegt. Je struikelt over afkortingen als PSUC, POUM, FAI, CNT, AIT en UGT ('Spanje gaat gebukt onder een afkortingenplaag') en desondanks blijft alles helder, onderhoudend en bezield. Het door de auteur verstrekte advies 'wie geen zin heeft in partijpolitieke verschrikkelijkheden moet dit maar overslaan' kun je dan ook gerust negeren.
Maar het kloppende hart van Saluut aan Catalonië blijven de lange oorlogsreportages, over de ontberingen aan het front in Aragón en over de nachtmerrieachtige straatgevechten in Barcelona (niet tegen de fascisten, maar tussen de linkse partijen onderling), waar hij nota bene net hoopte bij te komen van zijn verwonding.
Orwell moet al snel concluderen dat zijn idealisme hem slecht heeft voorbereid op de absurditeiten en zinloosheden van de oorlog. Zijn frontervaringen in de koude winter van 1937, hoog in de heuvels van Aragón, leveren geen enkele heroïsche ervaring op, alleen maar honger, modder, kou en de stank van uitwerpselen - 'een van de meest nutteloze perioden uit mijn leven'.
Typisch Orwell is dat de schwung van zijn zinnen bij stijgende ellende alleen maar lijkt toe te nemen. 'Ik heb veel ervaring opgedaan met allerlei soorten ongedierte, maar de luis slaat alles wat pure smerigheid betreft' en: 'De glorie van de oorlog, zeg dat wel! In een oorlog hebben alle soldaten luizen, als het tenminste warm genoeg is. Bij de mannen die vochten bij Verdun, Waterloo, Flodden, Senlac, Thermopylae, kropen stuk voor stuk de luizen over de ballen.'
Nog zo'n typerende Orwell-trek is zijn onverwoestbare fatsoen in daad en woord. Als zijn belagers in Barcelona zijn correspondentie in beslag nemen, waaronder nog niet beantwoorde brieven van lezers, voegt de schrijver tussen haakjes toe: 'Als iemand die me over mijn laatste boek schreef, toevallig dit leest, wil hij dit dan als verontschuldiging accepteren?'
Er zijn meer schrijvers bij wie oorlog alle heroïek verliest, maar Orwell betrekt de ontnuchtering ook op zichzelf: 'Als ik in oorlog of politiek verwikkeld raak, schijnt altijd hetzelfde te gebeuren: ik ben me dan alleen nog maar bewust van [...] een diep verlangen dat het gauw zal zijn afgelopen met die verdomde onzin. Achteraf kan ik de betekenis van de gebeurtenissen inzien, maar als ik er middenin zit wil ik er alleen maar uit - een slechte eigenschap misschien.'
Een nieuwe generatie historici heeft Orwell verweten dat hij niets begreep van de toenmalige politiek in Spanje. Nogal unfair, gezien het heroïsche voorbehoud waarmee Saluut aan Catalonië besluit: 'Pas op voor mijn partijdigheid, mijn feitelijke vergissingen en de vertekening die onvermijdelijk het gevolg is van het feit dat ik maar één hoekje van de gebeurtenissen heb gezien. En pas op voor precies hetzelfde als u een ander boek leest over deze episode in de Spaanse Burgeroorlog.'
*****
Uit het Engels vertaald door Aad Nuis, inleiding Geert Mak.
De Arbeiderspers; € 24,99.
Redactie
De Britse schrijver George Orwell (1903-1950) vertelt over zijn ervaringen in de Spaanse Burgeroorlog, waarin hij meevocht aan de zijde van de Republikeinen. In het eerste gedeelte ligt de nadruk op de ontberingen die hij leed aan het front; de tweede helft is voornamelijk een politieke analyse, waarin Orwell de verdeeldheid onder de revolutionairen beschrijft en de POUM, de partij die hij aanhing, probeert te rehabiliteren aan de hand van allerlei uitlatingen in de pers. 'Saluut aan Catalonië' is dus deels een persoonlijk verslag, deels een poging tot objectiviteit, dat, ondanks Orwells schrijfkunst, toch vooral boeiend zal zijn voor hen die specifiek in de Spaanse Burgeroorlog geïnteresseerd zijn. Uitgave in de reeks Oorlogsdomein van uitgeverij De Arbeiderspers. Met een voorwoord van Geert Mak, dat is ontleend aan zijn boek 'In Europa'.
Marnix Verplancke
ob/kt/07 o
Toen George Orwell in 1946 naar het afgelegen Schotse eiland Jura verhuisde, had hij daar verschillende redenen voor. Natuurlijk wilde hij weg uit het drukke Londen met zijn telefoons, journalisten en andere inbrekers in de privacy die het hem moeilijk maakten om '1984' af te ronden, maar hij dacht zo ook aan de moordaanslag te kunnen ontsnappen die hij al tien jaar verwachtte. De reden voor die angst is te vinden in 'Saluut aan Catalonië', het nu heruitgegeven autobiografische relaas dat Orwell schreef over zijn aandeel in de Spaanse burgeroorlog.
Net zoals veel andere Europese intellectuelen voelde hij zich geroepen om de Spaanse democratie te gaan verdedigen tegen de nationalisten van Franco, en net zoals zij keerde hij na een tijd volstrekt gedesillusioneerd terug naar huis. Toch begon het allemaal goed. Orwell arriveerde in december 1936 in revolutionair Barcelona. Dit is de eerste echte arbeidersstad, dacht hij: er bestonden geen meneren en mevrouwen, de mensen spraken elkaar aan met 'kameraad'. Het geven van fooien was verboden en alle auto's waren voortaan openbaar vervoer.
Kinderen van de romantiek waren de Catalaanse nationalisten die in 1930 een overeenkomst sloten met de Spaanse republikeinse partijen. De vergaande industrialisering had de regio welvarend gemaakt. Als de catalanistes de nakende verkiezingen wonnen, zou autonomie mogelijk worden. En aldus geschiedde. De republikeinen wonnen in het overgrote deel van Spanje en de linkse nationalisten in Catalonië.
Op 14 april 1931, een paar uur voor in Madrid de tweede republiek Spanje boven de doopvont werd gehouden, riep men in Barcelona de Catalaanse Republiek uit.
Vijf jaar later ontketenden de Spaanse nationalisten, aanhangers van Franco, een burgeroorlog, uit angst voor het opkomende communisme en anarchisme, maar ook omdat de republikeinse regering volgens hen te veel macht had gegeven aan de regionale nationalisten van Catalonië en Baskenland. Zij wilden de klok terugdraaien en de regionale overheden afschaffen.
Op het moment van Orwells aankomst in Barcelona stonden Spaanse en Catalaanse nationalisten lijnrecht tegenover elkaar, waarbij die laatsten officieel aan de macht waren. Een beetje bij toeval sloot Orwell zich aan bij de marxistische POUM. Hij droomde van een glorieuze strijd tegen de fascisten van Franco, maar dag na dag brak de realiteit steeds meer door de mythe heen. Het revolutionaire Spanje bleek smerig, onwetend en amateuristisch.
Tijdens de opleiding tot soldaat werd er vooral gemarcheerd, en pas toen Orwell aan het front was, kreeg hij een geweer; een roestige Mauser uit 1896. Hij kwam terecht in een loopgraaf op een berg en als hij goed keek, zag hij zevenhonderd meter verderop de vijand zitten, ook op een bergtop, met tussen hen in een ravijn. Zijn frontsector beschikte over vier loopgraafmortieren met vijftien granaten elk, maar omdat die zo kostbaar waren, werden ze vijf kilometer achter het front bewaard.
Dus schreeuwden de marxisten en de nationalisten maar naar elkaar: 'Vuile fascist', riep de een, waarop de ander repliceerde met 'smerige landverrader'. "Dit is geen oorlog", merkte Orwells Belgische commandant Georges Kopp op, "dit is een komische opera met zo nu en dan een dode."
Orwell beschrijft het aanvankelijk allemaal heel sappig en licht ironisch, maar stilaan wordt zijn toon sarcastischer, en dat heeft alles te maken met zijn teleurstelling in de communisten. In plaats van een coalitie aan te gaan met de anarchisten en de POUM, verraadden ze die, en bleken ze alleen schatplichtig te zijn aan hun wapenleverancier, de Sovjet-Unie. De POUM collaboreerde met Franco, zeiden ze. Ze slaagden er zelfs in de organisatie verboden te krijgen, waarna alle strijders en sympathisanten verdwenen en in het beste geval ergens in een cel weer opdoken. Orwell diende te rennen voor zijn leven en wist het veilige Frankrijk te bereiken. De communisten zouden hem nog jarenlang blijven bedreigen en achtervolgen, tot op zijn Schotse eiland, zo vreesde hij.
'Saluut aan Catalonië' wordt gezien als een van de beste literaire beschouwingen over de Spaanse Burgeroorlog. Orwell schrijft niet alleen heel beeldend over het dagelijks leven in Barcelona en in de loopgraven, hij geeft ook een gedetailleerd en geïnformeerd beeld van zowel de Spaanse als de Europese politieke situatie van dat moment. En dat ook nog eens in een bijzonder toegankelijke en hedendaags aanvoelende taal. Wat je nu vooral bijblijft is hoe politiek bewust de Catalanen altijd al geweest zijn, en waarom dat zo is.
In Catalaans-nationalistische kringen begaf Orwell zich niet, daar in Barcelona. Het saluut dat hij in zijn boek brengt is bedoeld voor het Catalonië dat volgens hem had kunnen bestaan als de linkse krachten zich tegen Franco hadden verenigd. Indirect biedt dit verslag echter ook een saluut aan het onafhankelijke Catalonië dat slechts een heel kort leven beschoren was. Zowat het eerste wat Franco deed toen hij in 1939 aan de macht kwam, was immers het ontbinden van de Generalitat de Catalunya, het regionale parlement.
Vert. Aad Nuis. De Arbeiderspers; 288 blz. € 24,99
oordeel
Sappig, licht ironisch, gedetailleerd verslag van oorlog en dagelijks leven.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.