Als een Engelse cartografe en haar man voor zijn werk in de jaren '80 naar Djedda verhuizen, worden ze daar geconfronteerd met de tegenstellingen tussen de westerse en de Arabische wereld.
Het gefictionaliseerde leven van de charismatische Palestijnse Midhat Kamal, overgrootvader van de auteur, tegen het decor van het einde van het Ottomaanse Rijk en het opkomend Syrisch en Palestijns nationalisme.
Drie mensen uit verschillende tijdsperiodes en culturen worden verbonden door hun relatie met het water, dat alle herinneringen bewaart, waar mensen vergeten.
Perzië, eind negentiende eeuw. Het land is vervallen geraakt en hinkt achterop. Politieke vernieuwingen of technologische vooruitgang schrikken de sjah af. Uit angst voor machtsverlies probeert hij het volk onwetend te houden.
Sam, een Zwitserse architect met Indiase roots, reist naar Bagdad waar hij misschien een operagebouw mag neerzetten. Een geweldige carrièrekans want een befaamd architect had in de jaren vijftig al eens een operagebouw ontworpen voor Irak, maar dat is nooit gebouwd. Een tijdje later wordt Sam verdacht van spionage en belandt hij in de cel.