De dichter reist mee met figuren die op hun dagelijkse weg door de openbare ruimte in aanraking komen met de woorden en rituelen van diverse levensbeschouwingen, en doet verslag van momenten van verwarring en vervoering, verwondering en verveling.
Marc Tritsmans bespeelt vele registers: er klinken watervlugge fuga's, een roezemoezende stad en spelende kinderen. Maar juist de taal schiet regelmatig tekort; kelen zijn dichtgeknepen en aanleg voor koetjes en kalfjes ontbreekt. De vastgelopen mens heeft behoefte zichzelf opnieuw uit te denken en zijn eigen stem te vinden in deze rumoerige wereld. Gelukkig is er altijd de liefde die hem gaande houdt.