In de turbulente jaren 1935-1936 wordt in Spanje de kloof tussen extreem rechts en extreem links (communisten; anarchisten) hoe langer hoe groter en neemt het geweld over en weer hand over hand toe.
Mario López, een jonge bouwkundig tekenaar, werkzaam in een provinciestad, laat zich nooit verleiden tot een borrel na het werk met zijn collega's. Hij leeft voor zijn vrouw, Blanca. Alle uren die hij niet met haar kan doorbrengen, drukken op hem als een last en voelen als een verkorting van zijn geluk. Blanca is voor hem de personificatie van de uitbundige kant van het leven. Zij bezit de aantrekkingskracht van een hogere klasse en hij aanbidt haar intellectuele en emotionele superioriteit. Mario wordt beheerst door de angst haar te verliezen of door haar in de steek gelaten te worden. Een angst die voortkomt uit zijn vermoeden dat hij een vrouw als Blanca eigenlijk niet verdient.