Het huilt voor jou
Bart Stouten
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
P, 2011 |
Woord Volwassenen Poezie : STOU |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
P, 2011 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 12939 |
31/12/2011
In zijn inleiding schetst Bart Stouten de genese van Tussen dood en herleven. Op de terugweg na een huisconcert bij zijn vriend, waar hij kennis heeft gemaakt met de muziek van Mel Bonis, groeide bij hem de idee zelf een sonate-in-woorden te schrijven. Op de suite van 24 gedichten met elk 12 verzen die de uren van een weekend als een poëtisch dagboek of ‘uurboek’ tot uitdrukking brengen, volgt een ‘sonate van de dood’, geschreven in vier delen en met een slot als een miniatuurfilmscenario. De bundel herneemt de thema’s uit Stoutens vorige bundels: de tijd, de liefde, de dood, het dichterschap. De cyclus ‘Uurboek’ opent met een letterlijk in vraag stellen van het dichten: ‘Zal ik kwakend pronken in een holle kamer?’ De ik-figuur weet dat hij zich moeilijk kan conformeren: hij neemt afstand van ‘de plaag, / [...] van kleinburgers / die ik in mijn bange dromen zie: trauma’s / in de speeltuin van het kinderlijk kapitalisme.’ De uren die volgen, brengt de ik wakend door, ‘mijn oude liefdes doezelen./ [...] Beter verlies nemen dat bij ons past, / dan lang te blijven stilstaan / in een kamer die zichzelf blijft.’ En nog: ‘Is er angst voor weemoed, / ben ik al verloren. / Had ik mijn vader nooit gekend, / hoorde ik nu geen brassband, / was ik nooit in teksten stil herboren.’ De ik gaat op zoek naar een (her)positionering in de wereld. Antwoorden op de vragen die daarbij worden gesteld, komen er niet: ‘Het is als een vraag vinden / zonder dat je zoekt: / de vooruitgang die je boekt / door het onverzoenbare te vinden.’ Binnen de beheerste twaalfregelstructuur tast Bart Stouten de grenzen af van zijn poëtisch universum. De anekdotiek ontbreekt grotendeels. Waar ze zich opdringt, wordt ze door de dichter naar een dieperliggend niveau meegevoerd in een spel van klanken en beelden. Het zijn gedichten waarin Stouten vanuit de Beschränkung, eigen aan alle goede poëzie, een wereld van zinvolheid suggereert. ‘Sonate van de dood’, de tweede afdeling in de bundel, bestaat uit vier lange gedichten. Voorop staat ‘Afscheid van een keizer bij volle maan’. Stouten werd ertoe geïnspireerd door de mysterieuze dood van zijn vriend Yonah Foncé-Zimmerman, curator van het MUHKA in Antwerpen. Stouten schrijft over diens verwezenlijkingen, over hun vriendschap: ‘zo eerlijk moet ik wezen: / jouw verleden blijft bij me / als koorts een griepje’, maar even nadrukkelijk: ‘ik steel je hart, / maar hoor er niet in thuis.’ Het tweede gedicht, ‘De tijd onthoofd’, is gebaseerd op Caravaggio’s schilderij Onthoofding van Johannes de Doper en een bezoek aan de kathedraal van La Valletta op Malta. Een wandeling door de laan waar Stouten vroeger woonde, vormt het kader voor ‘Geen volle manen meer’. Weer komt de vraag naar het dichterschap in hem op: ‘als dichter moet ik veinzen / [...] / er valt minder te begrijpen / dan ik in de kortste verzen zeggen kan.’ Het vierdelige filmscenario ‘Closing-down proces’ sluit de bundel af in een poging de thema’s die eerder aan bod kwamen, in te passen in zijn leven: het dichten en de tijd. Heden en verleden lopen door elkaar, van Obama en Al Qaeda tot de eerste maanlanding. Tussen dood en leven is een doorleefde bundel. De lezer zoekt er zijn weg in zoals de ik uit de gedichten zijn weg zoekt in het bestaan.
[Jooris Van Hulle]
Redactie Vlabin-VBC
In een inleiding schetst de dichter (1956) de genese van de bundel. Na een concert bij een vriend thuis, waar hij kennis maakte met de muziek van Mel Bonis, groeide bij Stouten de idee om zelf een sonate-in-woorden te schrijven. Dat uitgangspunt mondde uit in een suite van 24 gedichten met elk twaalf verzen, die samen een poëtisch dagboek vormen rond de uren van een weekend. Daarna volgt een 'sonate van de dood', geschreven in vier delen en met een filmisch slot, dat de dichter heeft opgevat als een klein filmscenario. De bundel herneemt de thema's die Stouten ook in zijn vorige bundels al aan bod liet komen: de tijd, de liefde, de dood en het dichterschap. De ik gaat op zoek naar een positionering in de wereld, maar antwoorden komen er niet. Binnen de beheerste twaalfregelstructuur tast Bart Stouten de grenzen af van zijn poëtisch ingekleurd universum. De anekdotiek ontbreekt grotendeels, en waar ze zich opdringt, wordt ze door de dichter in een spel van klanken en beelden naar een hoger niveau getild. Een doorleefde bundel, waarin de lezer — net als de ik-figuut — zijn weg moet zoeken.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.