Ezelskaakbeen : gedichten
Peter Ghyssaert
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Querido, 2005 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : GHYS |
31/12/2005
Peter Ghyssaert is ondertussen reeds aan zijn zevende dichtbundel toe. Het handelsmerk van zijn vorige bundels blijft ook hier dominant. Eens te meer toont de dichter zich als een door de wol geverfde romanticus, die met weemoed in het hart de slijtageslag registreert die zich rondom hem, maar evenzeer binnenin zijn eigen ik manifesteert. Tegelijk echter wordt die romantische houding bij momenten sterk geïroniseerd door een theatraal, haast pathetisch taalgebruik. Zo ontstaat een nogal dubbelzinnige lyriek, die zowel emotioneel is als afstandelijk, zowel oprecht als geënsceneerd. De mens verschijnt hier doorlopend als een klein en onooglijk wezen, met een kwetsbaarheid die nog schrijnender wordt in het licht van de kosmos. De titel, Kleine lichamen, verwijst daarbij zowel naar het besef van de eigen nietigheid als naar de poëzie zelf als ultiem redmiddel; ook de lyriek wordt immers gedragen door een zelfde timiditeit en kwetsbaarheid. Interessant is wel hoe de dichter in de loop van zijn jongste bundel geleidelijk aan steeds sterker de grens tussen lyriek en proza gaat aftasten. De laatste afdeling bestaat uit enkele prozagedichten. Hierin wordt de spanning vooral opgebouwd door middel van contrasterende motieven, met een meer ingehouden toon. Kleine lichamen is, met andere woorden, een typische Ghyssaertbundel. Toch wekt deze poëzie net daardoor nauwelijks nog verbazing. Je hebt vooral de indruk eens te meer een vertrouwd universum te betreden. Het wordt daarom tijd dat een talentvol dichter als Ghyssaert zijn grenzen eens tracht te verleggen. [Dirk De Geest]
T. van Deel
De Vlaamse dichter Peter Ghyssaert (1966) heeft al zes zeer lovend ontvangen dichtbundels op zijn naam staan en ook deze zevende maakt veel indruk. Het begint met mooie, verfijnde gedichten, zoals we die van hem gewend zijn ('De zon maakt met haar fijnste diamantboor / kraters in het zwakke ijs.'), maar gaat dan over op een reeks 'Kleine lichamen', bredere en meer compacte gedichten, die hun prozaïsche karakter niet verhullen, vooral niet in de slotafdeling 'Trapjes', waarin Ghyssaert het genre van het prozagedicht beoefent op een meesterlijke wijze: 'Op zondagmiddag, aan de kade van een glasgroen, Zwitsers meer: het zonlicht als een vijl, de wandelaars spits en schitterend en duiven, imbeciel, altijd verdwaald in kluwens, maar te lui voor angst. Er dalen trapjes naar het water, lichaam drinkend van zichzelf. Een kind staat in damp gekleed.' Ghyssaert legt altijd veel nadruk op de stemming, de sfeer en op de natuuromstandigheden, waarbij een ironische toon hem niet vreemd is. Een dichter die zijn belang al meer dan ruim voldoende heeft bewezen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.