Fabels
Jean De La Fontaine
Ed Franck (Auteur), Jules Verne (Naar het werk van)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Davidsfonds, 2004 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : AVONTUUR : VERHALEN : FRAN |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Niet beschikbaar |
Davidsfonds, 2004 |
JEUGD : VERHALEN BLAUW (12-14 J.) : FRAN |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Davidsfonds, 2004 |
MAGAZIJN : SCHOOLCOLLECTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : FRAN |
31/12/2005
Dit is een bewerking van het bekende boek van Jules Verne, de 19e-eeuwse Franse schrijver van fantastische reisverhalen. De verteller (in de ikvorm) is de Franse professor Arronax, die in 1858 met een fregat op zoek gaat naar een geheimzinnig gigantisch langwerpig voorwerp of wezen dat op de oceaan zorgt voor consternatie en rampzalige aanvaringen. Na een maanden zoeken, ziet hij het enorme lichtgevende monster. Bij een poging van de fregatbemanning om het te harpoeneren slaat Arronax overboord, waarna hij terechtkomt op "een soort onderzees vaartuig in de vorm van een metalen vis", de Nautilus.
De kapitein, die zich Nemo (niemand) noemt, heeft met de mensheid en de beschaving gebroken, en leeft met zijn trouwe bemanning in zijn geavanceerde duikboot in afzondering zonder zich te storen aan wetten of grenzen. Oorlogsbodems die hem op de hielen zitten, keldert hij meedogenloos. Arronax moet aan boord blijven en Nemo gezelschap houden op zijn onderzeese, misschien wel zijn laatste reis om de aarde. Hij verneemt niet waarom Nemo zich van het land en zijn 'tirannen' heeft afgekeerd en voor de zee kiest. Nemo houdt van de zee, want "alleen in de diepten van de zee heeft men geen meester en is men werkelijk vrij". Tijdens de reis leert Arronax de technische snufjes van het 'volmaakte' schip kennen, de luxueuze en kunstzinnige inrichting ervan, het schitterende schouwspel van het reusachtige zeeaquarium, het onderzeese kerkhof voor bemanningsleden... Hij maakt in duikerspak onderzeese jachtpartijen en wandelingen mee; bezoekt de oesterbanken waar de prachtigste parels groeien, exotische eilanden ("Ik heb overal wilden ontmoet, maar de ergste vind je in de beschaafde wereld.") en de ruïnes van Plato's Atlantis; hij krijgt Nemo's fabelachtige goudschat te zien, beleeft het gevecht tegen een reusachtige inktvis die een schip naar de diepte kan sleuren, en een vreselijke slachting onder de "kwaadaardige en vraatzuchtige" potvissen...
Arronax gaat Nemo waarderen als geniaal geleerde en meedogende leidersfiguur. Hij begrijpt echter niet waarom de kapitein de beschaving en de mensheid zo hartgrondig haat, al vermoedt hij dat het iets te maken moet hebben met de vrouw en de twee kinderen op het portret op Nemo's schrijftafel. Bij een confrontatie met een 'gepantserde tweedekker', die jacht maakt op de Nautilus, raakt het schip in een draaikolk en wordt Arronax, die net in een sloep probeerde te ontsnappen, in zee geslingerd, maar hij overleeft het avontuur.
Hier eindigt Jules Vernes boek, maar Ed Franck besluit zijn bewerking met een samenvatting van een later verschenen boek van de auteur, Het geheimzinnige eiland, waarin Nemo weer opduikt en op zijn sterfbed onthult wat hem ooit gedreven heeft tot zijn wraakzuchtige expeditie op zee. Daarmee brengt de bewerker voor het eerst het door Verne over verscheidene boeken gespreide volledige verhaal van kapitein Nemo. De samenvatting van het tweede boek tot een hoofdstuk over "een hele rist geheimzinnigheden", ervaren door schipbreukelingen op een onbewoond vulkanisch eiland in de Grote Oceaan, leest wat als een anticlimax. Na de sensationele avonturen van Arronax met de Nautilus zijn de dertien kleine vreemde gebeurtenissen op het eiland niet zo boeiend. Eigenlijk geven ze alleen aan dat er iemand op het eiland is die de schipbreukelingen helpt overleven. Dat blijkt Nemo te zijn, die in een laatste gesprek op zijn sterfbed verklaart waarom hij de samenleving zo haatte.
In een nawoord tot het boek geeft Ed Franck zijn visie op Jules Verne, een auteur die enorm geboeid was door nieuwe uitvindingen en die met een profetische blik daarover wou schrijven. Hij trachtte daarbij saaiheid te vermijden door zijn kennis te verpakken in een avonturenverhaal, maar werd in zijn demonstratie van zijn kennis en zijn nogal dorre schrijfstijl vaak schoolmeesterachtig vervelend. Daarom heeft de bewerker terecht flink geschrapt in "een aantal saaie, belerende en langdradige beschrijvende passages". Dat maakt het verhaal alleszins leesbaar, al zullen kinderen van vandaag, voor wie een massa technologische wonderen zo vertrouwd zijn als vork en mes of balpen, wat vreemd opkijken bij de lyrische lofbetuiging aan de elektriciteit of de telegraaf. De bewerker is erin geslaagd de innerlijke tegenstelling in kapitein Nemo (haat en wraaklust tegenover warme gevoelens voor anderen en behulpzaamheid) geloofwaardig te maken, net als de wetenschappelijke nieuwsgierigheid van Arronax, vermengd met zijn bevreemding en zijn respect voor de blijkbaar getormenteerde kapitein van de Nautilus. Jules Vernes verhaal over de Nautilus en zijn kapitein blijft een klassieker in het psychologische fantasy-genre en het zou goed zijn dat kinderen van bij ons die daar belangstelling voor hebben niet het originele boek van Verne lazen, maar wel deze verantwoorde bewerking van Ed Franck. Dat geldt overigens ook voor Ed Francks andere bewerkingen van klassiekers, zoals Moby Dick (naar Melville) en De hut van oom Tom (naar Harriet Beechter Stowe). [Herman De Graef]
Fred Koekoek
De schrijver heeft de geschiedenis van kapitein Nemo en zijn Nautilus herverteld aan de hand van twee boeken van Jules Verne ("20.000 mijlen onder de zee" en "Het geheimzinnige eiland"). Hierdoor is voor het eerst het hele verhaal in een boek, verkort, te lezen. Het verhaal wordt verteld door professor Aronnax die na een schipbreuk in de Nautilus belandt. Het taalgebruik is modern; bij de hervertelling zijn uitweidingen en houterige dialogen verdwenen, waardoor het verhaal weer zeer aantrekkelijk is geworden. Er zijn geen illustraties buiten het voorplat dat kapitein Nemo in zijn Nautilus laat zien. Met nawoord over de auteur en zijn boeken. Een nog steeds spannend en uitnodigend verhaal dat door kinderen vanaf 11 jaar met genoegen zal worden gelezen.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.