Ideologisch pluralisme en christelijk organisatiewezen
Jan Kerkhofs
Jan Kerkhofs (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Lannoo, 2003 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 246.3 KERK |
31/12/2003
Elk instituut vreest contestatie. Geen enkel instituut kan overleven zonder verandering. En zelden komt er verandering zonder een vorm van contestatie, zo schrijft Kerkhofs (geb. 1924), emeritus professor aan de faculteit godgeleerdheid van de KU Leuven, medeoprichter van het Interdiocesaan Pastoraal Beraad (IPB) en stichter van de 'European Values Study' (Europees waardeonderzoek). Heel zijn studie wordt gedragen door zijn brede en erudiete kijk op de historische, de sociologische en de theologische invalshoeken van het instituut Kerk dat vandaag de dag twee miljard gelovigen leidt en begeleidt. Elke institutionalisering vergt een bepaalde vorm van beleid en impliceert gezag en leiderschap.Voor gelovigen is het evangelie hiervoor het fundament. En hier knelt het schoentje, want persoonlijk geloof en van bovenuit gedicteerd gezag botsen wel eens met elkaar.
Hierover gaat dit rijk gedocumenteerd boek, waarin de socioloog Kerkhofs zich via de pastorale invalshoek op zijn best voelt. Hij gaat op een wetenschappelijke wijze, maar met een absoluut heldere en doorzichtige aanpak en stijl in op de vragen die zich anno 2003 stellen over de al of niet democratische uitbouw van de (roomse) kerk. Hij opent zijn boek met een dubbele achtergrond: het begrip 'democratie' als een heel recent westers beleidssysteem, en anderzijds de invulling van het begrip 'evangelisch leergezag'. Dat houdt een evenwichtsoefening in tussen structuren die teruggaan naar twintig eeuwen geschiedenis en de mondiale maatschappij waarin de kerk zich nu bevindt. Beide aspecten vormen de noodzakelijke ingrediënten voor het verstaan van de kerkstructuren in de mentaliteit van de West-Europese 21e-eeuwse mens.
Het probleem dat zich vandaag stelt, is niet nieuw, aldus Kerkhofs, want vanaf de Middeleeuwen tot de 20e eeuw is inspraak een telkens opnieuw opduikende uitdaging. Er bestaan in de kerkstructuren, in de kerkelijke documenten, zowel als in de gewone praktijk, allerlei wegen tot een min of meer haalbare democratische kaart. Maar vanuit een steeds groter centralistisch bestuur werden die wegen historisch dichtgestopt. Volgens Kerkhofs is de belangrijkste weg naar de inspraak het vroegchristelijk gegeven van de synodaliteit. Dit gaat reeds tot de eerste eeuwen van het christendom terug. Tot na het eerste millennium achtte men, tenminste in beginsel, een ruime inspraak noodzakelijk voor belangrijke beslissingen. Daarna zal het accent gaandeweg naar een verstrekkende centralisatie in Rome gaan. Sedert de laatste vijf eeuwen groeit echter het besef van het toekennen van een groot gewicht aan de bisschoppenconferenties. Kerkhofs vindt die sinds Vaticanum II onontbeerlijk voor inspraak in de wereldkerk. Hoe kan een Romeinse Curie het zich verder veroorloven op centralistische wijze alle touwtjes in handen te houden, gelet op de zeer multiculturele samenleving in de kerk? Vanuit verschillende invalshoeken moet gezocht naar democratie en inspraak. Er is nood aan een nieuw priestertype, aan een nieuwe visie op het episcopaat, vooral ook aan oecumene. Ook is er nood aan een bezinning op de verhouding tussen de kerken -- ook de niet-roomse kerken -- en het beginsel van het Rijk Gods waar Jezus zo herhaaldelijk naar verwees. De kerken hebben zich in de loop der eeuwen zozeer tot het middelpunt van zichzelf gemaakt dat hun eigenlijke taak, de dienst van wat Jezus bedoelde met het Rijk Gods, steeds meer onderbelicht geraakte. De kracht van de Geest botste tegen kleine belangen. En snel haalde zelfbehoud het op avontuur. Dikwijls werd het gesprek met de echte vragen van een soms hopeloos vertwijfelde, zoekende en ook zondige mens ontweken.
"Het enige model dat toekomst biedt, is ongetwijfeld dit van een netwerk, uiteraard geordend, maar ver weg van het oude piramidale en imperiale model". De in Vaticanum II onderbelichte thema's zullen veel duidelijker aan bod moeten komen, indien de kerk zich volwaardig naar de toekomst wil profileren: de plaats van de leek (m/v) en van de ambtsdragers (m/v), de aan te passen rol van de Romeinse curie, de dialoog met de 'andere' (religies, ideologieën, wetenschap).
Het is een interessante studie, die uitblinkt door helderheid en soberheid, en die vooral uitnodigt tot bezinning op de betekenis van samen kerk-zijn. Het boek is voorzien van een stevig notenapparaat. [Frans L. Van den Brande]
Drs. C.G. Kok
Jan Kerkhofs s.j. (1924) doceerde theologie in Leuven en schreef vele boeken en artikelen over de kerk. In deze historisch-sociologische studie vraagt hij zich af in hoeverre de Rooms-Katholieke Kerk een democratisch instituut is. In de evangeliën en bij Paulus staan democratische waarden als vrijheid, gelijkheid en broederschap reeds centraal, maar in loop van de kerkgeschiedenis zijn de zetels van bisschoppen en pausen, vaak de speelbal geworden van de politiek. Ook na het laatste concilie (Vaticanum II) is het democratisch gehalte van de kerkleiding nog steeds mager, ondanks de pastorale concilies, bisschoppensynodes en de talloze sociologische studies. Kerkhofs neemt een middenpositie in en pleit voor een 'symfonie', voor het harmoniemodel tegenover het conflictmodel. Hij pleit voor het 'primaat van het Koninkrijk Gods', voor het opkomen voor de misdeelden in het klein en in het groot. Daarbij passen kerkelijke bescheidenheid, onderlinge 'messiaanse' kritiek en vooral luisterbereidheid. Een gedegen, soms wat taaie studie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.