Kerstverhalen
Loek Polders
Loek Polders (Samensteller)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Het Spectrum, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : POLD |
31/12/2002
Moderne sprookjesauteurs stellen in hun sprookjesteksten veelal het grenzenloze geluks- en levensoptimisme van de toversprookjes in vraag. De klassieke sprookjesheld/in lijkt niet echt een figuur van vlees en bloed te zijn. Nergens worden de fysieke aspecten van pijn, ziekte, verwonding, veroudering of ontbinding verhaald. Bovendien vertoont hij/zij geen gevoelens als liefde, haat of verbazing en we vernemen al evenmin iets over zijn psychische drijfveren, bedenkingen of redeneerwijzen. Hij/zij is een vlakke figuur die noch de rijkdom van de ervaring, noch de beklemmende rem van de herinnering kent en tot driemaal toe met de naïeve onbevangenheid van een kind eenzelfde handeling kan ondernemen of eenzelfde fout begaan. Maar de fundamentele paradox in de sprookjes dat hulpeloosheid als vanzelf hulp oproept, dat nood tot geluk en verlossing leidt, geldt enkel voor de held. In de schaduw van dit zonnekind staan de vele kleine antihelden die de wereld in haar schokkende tragiek aan den lijve ondervinden. Tevens moet men bedenken dat het sprookjesoptimisme en het happy-end slechts bij één kleine groep sprookjes, met name de toversprookjes, een wezenlijk bestanddeel vormen. Waarschuwings- en afschrikkingssprookjes eindigen vaak met de ondergang van de held; etiologische verhalen verklaren dikwijls hoe een paradijselijk geordende natuurtoestand door een fout voorgoed verloren ging; kettingsprookjes kennen een abrupt, negatief of zelfs wreed einde.
Het mag duidelijk zijn dat bij een dergelijke genuanceerde benadering van het volksliteraire genre de kloof tussen het klassieke sprookje en de moderne (anti-)sprookjes niet echt zo groot is. Bovendien berichten deze laatste ook over de kleine en grote wonderen uit het dagelijkse leven. Een decoratie op de bruidstaart van jonggehuwden -- een bruidspaar uit chocolade, echter doordrongen van de verbittering, ontgoocheling, wrok en haat van de bakkersknecht ('Het bruidspaar van chocola' -- Frans Theerens) -- brengt uiteindelijk toch geluk voor een weesjongetje. Twee sneeuwvlokken ontdekken in het gelijknamige sprookje van Toon Hermans tijdens hun valpartijtje naar de aarde de prille liefde en ze sneeuwden nog lang en gelukkig. En de koning die niet van maandag hield (Paul Jacobs) verwerft door een eenvoudige ingreep in de kalender zijn sprookjesgeluk. 'De slangenprins' is een speelse variante op de zgn. dierbruidegomsprookjes. Menig held wacht als dier (als kikker, beer, ezel, egel, leeuwerik) op het meisje dat hem door haar zegevierende liefde uit deze toestand bevrijden zal. Het verlossingsprocédé komt meestal in de bruidsnacht op gang doordat de bruidegom zijn dierenhuid afstroopt. De auteur Wolf de Wit spot met de ernst van dit sprookje: de prins schept er plezier in zich -- na de eerste verlossende kus -- af en toe eens in een slang te veranderen... Louis Paul Boon herschreef het grimmse sprookje van 'De drie heelmeesters' en gaf het een erotische ondertoon. Rudy Kousbroek laat in 'De prinses en de draak' de eeuwige antiheld uit de drakendodersprookjes, m.n. de bedrieglijke maarschalk, die er -- nadat de held uitgeput bij de dode draak neerzinkt -- met de geredde prinses van doorgaat, ook daadwerkelijk met het meisje trouwen. Er is geen tijdsbesef in de sprookjes: op dit gegeven borduurt Peter van der Ploeg zijn verhaal. Aan een sprookjesidylle komt abrupt een einde wanneer een gelukkige echtgenote samen met haar twee gelukkige dochters hun teerbeminde echtgenoot en vader voor zijn verjaardag een koekoeksklok schenken. Met die tijdsaanduiding wordt de vader aan zijn eigen sterfelijkheid herinnerd; ook het verwijderen van de onheilsbrenger kan het onheil niet meer ongedaan maken: "Het heeft geen zin meer, lieve kinderen", zei hij zacht. "Ik heb gezien hoe laat het is." Een verrassende bundel! [Harlinda Lox]
J.H. Corts
Vijfentwintig moderne en wat minder moderne sprookjes en sprookjesachtige verhalen van Nederlandstalige auteurs. Alle verhalen zijn eerder in bundels van de betreffende auteurs verschenen. De verhalen zijn soms ontroerend, zoals 'Het zwarte paard van de bakker' van Anton Koolhaas of 'De herbergier van Pidalgo' van Godfried Bomans; soms zouteloos, zoals 'Twee sneeuwvlokken' van Toon Hermans. Verder is er werk van Leo Vroman, Paul Jacobs, Levi Weemoedt, Annie M.G. Schmidt, Rudy Kousbroek, Louis Paul Boon, Paul van Vliet, Simon Vestdijk, Ward Ruyslinck, Hendrik de Vries, Marnix Gijsen, Freek de Jonge, Belcampo, Jules de Corte, Heere Heeresma jr., J.P. Guepin, Herman Pieter de Boer en Hugo Matthysen. De samensteller geeft geen verantwoording voor zijn keuze. Op het omslag een schilderij van Pyke Koch - De rustende slaapwandelaarster. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.