Religie voor atheïsten : een heidense gebruikersgids
Alain de Botton
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Olympus, 2016 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : DEBO |
Aanwezig |
Atlas, 1997 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : FRAN 851.6 PROU |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Atlas, 2001 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 1242 |
31/12/2004
Vanaf het begin heb ik onverwachte verbanden willen leggen, tussen hoge en lage cultuur, intellect en gevoel, humor en ernst, woord en beeld, binnen- en buitenwereld, heden en verleden. Ik wil al die dingen op de een of andere manier bij elkaar brengen. Ik ken zo veel mensen die volkomen zijn losgeraakt van de ervaring van het verleden, zo veel mensen die niet meer studeren en alleen maar werken. Hun besef van tijd is heel beperkt geworden, ze zijn niet langer in staat voorbij de horizon van het hier en nu te kijken. Je eigen leven kan zo snel beperkt worden, voor je het weet heb je nog maar een paar referentiepunten. De rest onttrekt zich aan je waarneming."
Bovenstaand citaat van Alain de Botton (geb. 1969) komt uit Bas Heijnes Tafelgesprekken, waarin we de neerslag vinden van een 17-tal gesprekken tussen het gerinkel van servies en bestek, en het nadenkend kauwen en drinken in. Een bundeling van korte inleidingen op de gedachten en inzichten van vnl. buitenlandse schrijvers, filosofen en cultuurcritici (eerder verschenen in het magazine M van 'NRC Handelsblad'). Alain de Bottons bruggenbouwende, essayistische oeuvre is zowel literair, filosofisch als cultureel van aard. De populariteit van de auteur maakt dat al zijn boeken, zeven in totaal, in het Nederlands vertaald zijn. Bovendien werden vrijwel alle oude titels dit jaar herdrukt.
De in Zwitsersland geboren en getogen Brit Alain de Botton debuteerde jong en onbezonnen in 1993 met Essays in love (1993 -- Proeven van liefde). Doorgaand op het succes van zijn debuut publiceerde hij met de interval van een jaar de werken The romantic movement (1994 -- De romantische school) en Kiss and tell (1955 -- De biograaf). Deze drie werken vormen samen de eerste periode van De Bottons oeuvre, waarin hij door middel van essayistische romans thema's als liefde en relaties in een filosofische daglicht plaatste. Zelf ziet hij die periode als een leerschool: "Twee van mijn drie romans beschouw ik nu als eervolle mislukkingen, omdat ik toen nog niet goed wist wat ik eigenlijk wilde." De Botton kwam tot het besef dat voor hem niet het verhaal en de personages maar de ideeën primeren. Sindsdien schrijft hij enkel nog essays. Dat neemt niet weg dat De Botton graag abstracte redeneringen met romaneske beschrijvingen blijft combineren. Als essayist blijft hij dan ook een zgn. 'literaire' schrijver. Maar sinds de ideeën de overhand kregen, lijkt De Botton een wat bedachtzamer schrijver en zijn productie vertraagde beduidend. De volgende vier werken verschenen met een tussenperiode van een tweetal jaar. De nieuwe periode werd ingeleid met de bestseller How Proust can change your life (1997 -- Hoe Proust je leven kan veranderen), gevolgd door The consolations of philosophy (2000 -- De troost van de filosofie). Hier maakt hij gebruik van het werk van derden, resp. Proust en zes westerse filosofen (Socrates, Epicurus, Seneca, Montaigne, Schopenhauer en Nietzsche) om eigen ideeën te ontwikkelen. De titels verwijzen ironisch naar het genre van zelfhulpboeken. De Botton gelooft niet in dat concept, maar hangt wel het idee aan -- in de traditie van schrijvers als Seneca en Montaigne -- dat een boek ons kan helpen om te leven. Intussen is De Botton weer sterker gaan focussen op zijn eigen filosofie van het alledaagse leven met werken als The art of travel (2002 -- De kunst van het reizen) en het recent verschenen Status anxiety (2004 -- Statusangst). In De kunst van het reizen staat de psychologie van het reizen centraal in een mengeling van persoonlijke ervaring en abstracte reflectie. Hoe vormen we ons bv. een beeld van een bestemming voor we ze gezien hebben of hoe herinneren we ons de pracht die we op reis tegenkomen? In Statusangst wordt de angst die gepaard gaat met wat anderen in positieve of negatieve termen over ons denken, onder de loep genomen. Hiermee sluit De Botton thematisch weer sterker aan met de 'filosofie van de emoties' die hem vanaf zijn debuut nauw aan het hart lag. Zoals gebruikelijk passeert de auteur langs een hele rist schrijvers en denkers op zoek naar de onblusbare drang naar liefde vanuit de samenleving ("je veux de l'amour") die eenieder van ons verteert. Het valt op dat De Botton -- intussen verheven tot Chevalier de l'Ordre des Arts et Lettres en bekroond met de Prix Européen de l'Essai Charles Veillon -- een sterke wisselwerking ambieert tussen zijn boeken en televisie. Intussen is het een traditie geworden om rond elk werk een televisiereeks te maken. Zo onwikkelde zich gaandeweg een De Botton-format dat staat voor infotainment: het vlinderen van gedachte naar gedachte zonder een noemenswaardige diepgang te creëren.
De Botton hoort thuis in de rij van de (betere) filosofische zelfhulpgidsen: ze verlenen je status en verwelkomen je in de kring van kennis zonder dat je de bijbehorende wijsheid moet verwerven. Zo slaat De Botton een brug tussen de filosofie en de zoekende massa. Zijn nieuwste project draait rond de visuele pracht van architectuur. Zowel het boek als de televisieserie worden voor eind 2006 gepland. [Kris van Zeghbroeck]
Redactie
Al valt de invloed van een auteur als Proust (1871-1922) in algemene zin moeilijk te meten, het is natuurlijk een aardige gedachte, diens brieven, essays en romans navlooiend, Proustiaanse opvattingen te categoriseren en daar een filosoferend, ironiserend commentaar aan vast te knopen. Dat levert in dit geval charmante lectuur op, al vraag je je wel meteen af of een briefje van de zestienjarige Proust en de 50-jarige doodzieke auteur nog wel eenzelfde wereldbeeld weerspiegelen. De Engelse auteur (1969) heeft ijverig rijp en groen vergaard, tot en met het recept van de chocolademousse bereid door Françoise in de roman 'Combray', als voorbeeld van de vooraanstaande rol die voedsel speelt in Prousts werk. Jammer genoeg ontbreekt een bibliografie, zodat niet altijd is na te gaan uit welke periode of welk geschrift het Proustiaanse gedachtegoed nu wel afkomstig is. Wat Proust beoogt, is het activeren van onze onvolgroeide, dan wel afgesleten belevingen en ons verheffen boven de clichés. Wat niet wegneemt dat toen Proust in 1922 Joyce ontmoette hij zich geenszins openstelde voor een prikkelende gedachtewisseling, maar hardnekkig de boot bleef afhouden.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.