Religie voor atheïsten : een heidense gebruikersgids
Alain de Botton
Alain de Botton (Auteur), Harry Pallemans (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Atlas Contact, 2014 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : ALGEMEEN EN MEDIA : 092 BOTT |
Tom Naegels
ru/eb/28 f
Als zelfs Alain de Botton er al een boekje over schrijft, dan weet je dat nieuwskritiek commercieel geworden is. Het is alleen jammer dat hij geen interesse blijkt te hebben in het onderwerp. Hij belooft ons monkelend 'een uitgebreidere analyse (van nieuws) dan de bedoeling van de makers is geweest'. Vervolgens analyseert hij niets.
De veronderstelling waar zijn betoog op rust, is nochtans even eenvoudig als alomvattend. Nieuws is slecht voor ons. Het maakt ons angstig, afgunstig, kwaad, machteloos, rusteloos en depressief. Het verhindert dat we de grotere verbanden zien, leidt ertoe dat we ons niet kunnen inleven in anderen, en het erodeert ons besef dat het leven nu eenmaal met vallen en opstaan gaat, en dat we elk op onze manier middelmatig zijn, maar ook weer net dat tikkeltje speciaal.
Origineel is dat niet. De identieke redenering vindt u, prikkelender en compacter verwoord, in 'Avoid news', het essay waarmee Rolf Dobelli in 2010 voor wat debat zorgde. De gelijkenis is zo sterk, dat ik van intellectuele diefstal zou durven spreken. 'Avoid news' is gratis online te lezen. Met zijn elf pagina's is het vierentwintig keer korter. Houdt u meer tijd over voor romans.
Het probleem met De Bottons hypothese (en met die van Dobelli) is dat hij ze niet onderbouwt. Uit het recentste onderzoek naar het nieuwsgebruik van Amerikanen leer ik dat de oudste groep gemiddeld 84 minuten per dag besteedt aan nieuws, de jongste 46. Is dat lang genoeg om zo'n grote impact te hebben? Wat met de onderzoeken die zeggen dat regelmatige krantenlezers net meer vertrouwen hebben in de instellingen? Als de hypothese klopt, moeten oudere Amerikanen dan niet bijna dubbel zo angstig zijn dan jongere? En zijn we dan niet mínder kwaad aan het worden, nu het nieuwsgebruik afneemt?
Afrika
Veel voorbeelden heeft De Botton overigens niet nodig om zijn theorie mee te stofferen. De paar uit de context getrokken fragmentjes die hij citeert, komen willekeurig en nietszeggend over. Zijn beschrijvingen van 'politieke' of 'buitenlandberichtgeving' in het algemeen zijn karikaturaal - alsof hij zijn eigen raad al heeft opgevolgd en het nieuws sinds lang niet meer volgt.
Het bezoek aan de Oeganda-redactie van de BBC is de pijnlijkste episode in het boek. Het is meteen de enige keer dat er sprake is van contact met levende journalisten, al wil dat niet zeggen dat die ook aan het woord komen. Het enige wat ons van het gesprek wordt meegedeeld, is De Bottons reactie: 'Ik vind het saai.' Alain vindt het saai. Wat gebeurt er als een wereldberoemde schrijver dat vindt? De journalist schrikt zich een hoedje, en de volgende paragraaf zit De Botton al op het vliegtuig richting Entebbe, waar hij die droogstoppels weleens zal leren hoe echte Afrika-journalistiek eruitziet.
Dat valt tegen. Een lange beschrijving van de vliegtuigreis. Daar zou een journalist mee moeten beginnen, zodat zijn lezers voelen hoe vér Oeganda ligt. Want - diep inzicht - de technologie doet ons vergeten dat je op reis moet om in Afrika te komen. Wat ook zou helpen, is meer sprekende details, bijvoorbeeld over de stoelen waar de premier op zit. En wat paternalistisch exotisme over hoe 'theatraal' en 'breedsprakig' die weigert te antwoorden op beschuldigingen van diefstal. Journalisten moeten schrijven zoals ontdekkingsreizigers uit de koloniale tijd dat deden, die waren niét saai.
Excuus
Het is een bizarre aanbeveling, omdat die semiliteraire traditie in de Engelstalige journalistiek nog sterk leeft. Maar het gaat De Botton dan ook niet om het nieuws. Deze 'gebruiksaanwijzing' is niet meer dan een excuus om een heel ander punt te maken: dat het goed is, beter, nuttiger, om romans te lezen. In het bijzonder klassieke romans, uit de psychologisch-realistische traditie - al is Shakespeare ook toegestaan. Samengevat: 'Volg niet het nieuws over Berlusconi, maar leesRomeo en Julia. Van Berlusconi word je kwaad en depressief, terwijl die Capulets je een diep inzicht geven in de feilbaarheid van de mens.'
Mij lijken de twee elkaar niet uit te sluiten. Mensen die graag romans lezen, hebben doorgaans ook interesse voor het nieuws; anderen vinden ze vaak allebei saai. Uit De Bottons boekje spreekt een herkenbare bezorgdheid over jachtigheid en nervositeit, en een verlangen naar verstilling, 'het échte leven'. Je kunt dat in traag-snel-tegenstellingen uitdrukken, zoals 'zit niet op Twitter, wandel in de natuur', 'speel geen videogames, leer piano' of 'stop met zappen, bezoek je vrienden'. Waarom 'vermijd het nieuws, lees een boek' interessanter of correcter zou zijn dan die andere tegenstellingen, is mij niet duidelijk. Het is in ieder geval nuttiger om een goede krant te lezen, dan dit boek van De Botton.
ALAIN DE BOTTON
Het nieuws. Een gebruiksaanwijzing.
Vertaald door Harry Pallemans, Atlas Contact, 272 blz., 18,99 ? (e-boek 14,95 ?). Oorspronkelijke titel: 'The news. A user's manual'.
De auteur: Brits auteur en filosoof met Zwitserse roots, bekend vanReligie voor atheïsten, Proeven van liefde enDe kunst van het reizen.
Het boek: een gebruiksaanwijzing bij het nieuws als excuus om een ander punt te maken: lees liever klassieke romans.
ONS OORDEEL: karikaturaal.
¨èèèè
Tom Naegels ■
30/06/2014
De Britse filosoof van Zwitserse afkomst Alain de Botton staat met beide benen op de grond, maar gelooft niettemin in de therapeutische kracht van het ideaal. Dat bewijst hij ten overvloede met Het nieuws – een gebruiksaanwijzing.
Zijn kritiek op de hedendaagse gedrukte pers, radio en tv is onverbloemd, hoewel hij begrip opbrengt voor de materiële en financiële problemen waar ze mee worstelen. Zijn opzet is tweezijdig: hij wil zowel de nieuwsmakers als de nieuwsgebruikers de weg naar het perfecte nieuws wijzen.
Hij verwijt de media onder meer dat ze te fragmentair te werk gaan, dat ze maatschappelijke en zelfs wereldomvattende ontwikkelingen verwaarlozen. Doordat ze dag in dag uit sensationele en zelfs macabere berichten brengen, wordt de aandacht van het publiek volgens hem eerder afgestompt dan aangescherpt. Daartegenover staat dan 'de berichtgeving over zaken die de gezondheid betreffen'. Daar is het nieuws niet hard of somber, integendeel. De Botton verklaart dat als volgt: 'In plaats van de onvoorwaardelijke onvermijdelijkheid van het verval onder ogen te zien, debiteert het nieuws liever verhalen over de pas ontdekte gezonde werking van grapefruitsap en het voordeel van strakke katoenen sokken tijdens lange vluchten'. Dergelijke berichten spelen volgens de auteur in op de alomtegenwoordige angst voor de dood. 'Voordat de godsdiensten in ons bewustzijn werden verdrongen door het nieuws' hadden die 'als taak om ons op de dood voor te bereiden'. Nu hebben de media dat 'verlangen naar troost' ontdekt.
De Botton pleit voor 'het nieuws wereldwijd', voor 'meer inhoud en diepgang', in één woord voor de humanisering van het nieuws, wat iets helemaal anders is dan het verzwijgen van het onrecht en het kwaad. Maar hij weet als geen ander dat, zelfs wanneer zijn adviezen gehoor zouden vinden, ze een revolutie van lange adem zouden vergen.
De Botton behandelt achtereenvolgens de berichtgeving over politiek, wereldnieuws, economie, beroemdheden, rampspoed, consumptie, kunst en cultuur. Wat de economie betreft, zo stelt de Botton, zou een perfecte nieuwsvoorziening moeten opereren 'met een economisch Utopia in gedachten', namelijk 'een gemeenschap die zowel welvarend als beschaafd is en zich net zoveel met geld bezighoudt als met haar werkelijke doelen: voldoening, rechtvaardigheid, grootmoedigheid, schoonheid en vriendelijkheid', zonder 'empirische feiten' te verwaarlozen. Het is duidelijk, dit boek is geen ononderbroken aanklacht, Utopia krijgt de plaats die het toekomt. De Botton beseft trouwens dat met humor en ironie vaak meer te bereiken valt dan met een streng requisitoir. Ik kan mijzelf minder vinden in zijn verwijt dat de persfotografie niet vindingrijk genoeg is. Vele bladen doen wel degelijk grote inspanningen op gebied van foto's en andere vormen van illustratie. De auteur zelf heeft overigens gezorgd voor de gepaste illustratie van dit boek. De Botton blijft bescheiden over zijn 'kleine gebruiksaanwijzing', maar zijn beeld van 'wat het nieuws ooit zou kunnen worden' verdient ruime aandacht. [Robert Schoeters]
Mirjam Scholten
De auteur filosofeert over de overweldigende impact van het vele nieuws dat continu over de (westerse) mensheid wordt uitgestort. Je staat ermee op en je gaat ermee naar bed. Hoe daarmee om te gaan? Hij draagt tal van voorbeelden aan. Moeilijk te volgen is het allemaal niet, integendeel. Je zit algauw te knikken: 'Ja, zo is het, dat herken ik.' Maar wát vervolgens? Nieuwe, verrassende inzichten ontbreken. De Botton definieert niet wat nieuws is, of wat hij zelf er onder verstaat. Daardoor ontbeert de lezer soms houvast. Dat komt wellicht ook doordat de focus ligt op het geschreven nieuws (en krantenfoto's), terwijl mensen vandaag de dag het nieuws op tal van andere manieren binnenkrijgen en -halen. De schrijver hanteert strak de wij-vorm, alsof filosoof en lezer op één stoel zitten. Dat kan deze reactie ontlokken: 'Spreek voor jezelf!' Wonderlijk ook dat het nieuws wordt opgevoerd als een zelfstandig denkende en handelende entiteit: 'Het nieuws wil...' Het zijn de brengers van het nieuws en de ontvangers die iets willen. Geen weidse vergezichten, maar wel aardig voor lezers die in het onderwerp geïnteresseerd zijn.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.