Allemaal sprookjes
Annie M.G. Schmidt
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 1996 |
VERDIEPING 2 : BABILLE : IK EN DE WERELD : VERHALEN : SCHM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 1996 |
JEUGD : VERHALEN GEEL-GROEN (6-7 J.) : SCHM |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Querido, 1996 |
JEUGD : VERHALEN ROOD (9-11 J.) : SCHM |
31/08/2012
Annie M.G. Schmidt schreef in 1962 en 1963 een feuilletonnetje voor het blad TeleVizier. De korte verhaaltjes over het meisje Ibbeltje en haar moeder die vroeger een kat was werden in 1996 opnieuw opgediept door uitgeverij Querido, en samen met de schrijfster herwerkt en in boekvorm uitgegeven. Intussen is het acht jaar geleden dat Ibbeltje herdrukt werd, en zag Querido in het kader van het feestjaar Annie M.G. Schmidt de kans om een nieuwe uitgave met extra prenten van Fiep Westendorp te lanceren. Jammer genoeg is Ibbeltje heus geen onmisbare schat uit het oeuvre van Schmidt.
Dat de verhaaltjes slechts korte afleveringen zijn mag hier geen excuus zijn: ook Pluk van de Petteflet was voor het een boek werd een feuilleton dat wekelijks in Margriet verscheen, en toch is Pluk een geheel in plaats van een opeenvolging van onderling inwisselbare stukjes die toevallig over dezelfde personages gaan. Schmidt schreef steeds in opdracht, en dat merk je bij Ibbeltje heel erg: het lijkt wel of ze er iedere week vooral zo gauw mogelijk vanaf wou zijn. Dat resulteert soms in ongeloofwaardige eindes, zoals wanneer Ibbeltjes familie hun in beslag genomen haard weer terugkrijgt omdat de chauffeur besluit hem na een ongeluk aan de kant van de weg achter te laten. Erger is het dat, bij gebrek aan een overkoepelende verhaallijn, steeds hetzelfde stramien wordt toegepast: ofwel komt alles goed doordat de moeder van Ibbeltje met katten kan praten, ofwel door het wensparapluutje dat de Ibbeltjes moeder van de heks gekregen heeft. Dat parapluutje is vaak ook de aanleiding tot problemen, net als meneer Pinkepank, een buurman die het om een onduidelijke reden steeds op Ibbeltjes familie gemunt heeft. Die meneer Pinkepank is in het eerste hoofdstukje trouwens nog een gewone vriendelijke buurman, maar ontpopt zich vanaf hoofdstuk twee plots tot een buitengewoon gemene man.
De tekst wordt in ieder verhaaltje minstens tweemaal onderbroken door een soort liedje, een stukje tekst op rijm of halfrijm, dat het geheel wat leven in moet blazen. Deze techniek, die ongetwijfeld haar oorsprong heeft in Schmidts musicalwerk, werkt lang niet altijd even goed. De stukjes zijn vaak niet erg geslaagd, zeker in vergelijking met wat we weten dat Schmidt kan produceren als ze er zich op toelegt. Toch zorgen de typografisch uitgelichte liedjes voor een originele toets.
Het is ook niet al kommer en kwel: hier en daar zien we Schmidts onnavolgbare humor toch weer opduiken. Vooral in 'Sinterklaas', waarin de schrijfster haar favoriete goedheilig man nog eens kan opvoeren, zitten er pareltjes van zinnen in. Als Ibbeltjes moeder heel handig bij Sinterklaas op het dak klautert, verklaart ze dat dat zo eenvoudig gaat omdat ze vroeger een kat geweest is. 'Een kat geweest... Merkwaardig! Overigens vind ik het heel gezellig dat er iemand bij me op het dak komt. Mijn Piet zit in een schoorsteen, ergens. Zullen we even zingen?' En wanneer het duo na hun liedje een heg over moet klimmen, vraagt de Sint zonder blikken of blozen: 'Geeft u mij dan even een kontje?' Het einde is hier ook heerlijk bevredigend: Sinterklaas roept meneer Pinkepank op het matje, en laat hem 'Zie ginds komt de stoomboot' zingen — wat de buurman van de zenuwen niet kan ('Hoe... hoe... pimpelt zijn paardje').
Een ander hilarisch moment krijgen we als vader Verharen de per ongeluk gestolen staande klok probeert te verstoppen door er voor te gaan staan. Meneer Pinkepank vraagt of hij wel helemaal in orde is: '''Ik?" zei vader. "Ik ben b-b-best in orde, danku." "U staat daar zo vreemd," zei meneer Pinkepank. "Op uw tenen." "O, zo sta ik altijd," zei vader.'
De prenten van Fiep Westendorp worden in zwart-wit met rode accenten afgedrukt. Dat rood — dat hier en daar helaas meer naar roze neigt — is eigenlijk niet nodig om Westendorps tekeningen levendiger te maken. Daar zorgt haar typische stijl al uit zichzelf voor. Maar zelfs de bejubelde illustratrice kan niet doen vergeten wat al gauw duidelijk wordt: Ibbeltje is een matig boek van een verder terecht gevierde schrijfster. [Lien Devos]
Redactie
Ibbeltje is een doodgewoon meisje met een doodgewone vader. Maar Ibbeltjes moeder is vroeger de kat van een heks geweest. Ook nu kan ze nog kattentaal verstaan. In creatieve taal en met veel humor krijgt het gewone alledaagse uit een kinderleven een bijzondere kleur. Maar Ibbeltje beleeft met haar ouders ook bizarre avonturen. En als het toverparapluutje van de heks geen uitkomst biedt, dan helpen de katten wel met hun informatie en raad. De spanning en de wijze waarop dit alles wordt verteld, bieden kinderen een bron van plezier. De stoutste fantasie wordt werkelijkheid. Je wordt een rekenwonder door de toverkracht van een parapluutje en je kunt een boze heks in een fles melk veranderen. In een geestig gedicht wordt elk gebeuren nog eens extra belicht. De zwart-witte illustraties, alleen hier en daar met blauw ingekleurd, passen als karikatuur uitstekend bij de tekst. De 'katse' moeder en de dwaze situaties zijn kostelijk en eveneens met humor verbeeld. In 1961 als muzikaal verhaal geschreven is dit een herdruk van de eerste uitgave van 'Ibbeltje' als boek. Op de omslag een huiselijk tafereeltje. Vanaf 5 jaar.
Magali Haesendonck
ua/an/22 j
Ibbeltje is een doodgewoon meisje in een op het eerste zicht doodgewoon gezin. Alleen met haar moeder is er iets vreemds aan de hand. Die is namelijk vroeger nog de huiskat van een heks geweest. Nu nog heeft ze de neiging om af en toe een boom in te kruipen of een vogel achterna te zitten. Ibbeltjes moeder kan dus ook overleggen met hun katten, Rosencrantz en Guildenstern, want ze verstaat kats als ware het gewoon Nederlands. Alledaagse gebeurtenissen krijgen zo een heel eigen kleur en dat niet in het minst door het kleurrijke taalgebruik van Annie M.G. Schmidt.
Maar naast de alledaagse dingen beleeft Ibbeltje ook heel wat ongewone zaken met haar ouders: een boze heks in melk veranderen, een rekenwonder worden door een parapluutje, … Heel wat kleurrijke personages vullen de gewone opstelling aan. Zo is er opa Duizendschoon, de krenterige meneer Pinkepank en meneer Sinkel (van de winkel van Sinkel). De namen alleen al beloven veel goeds.
De gewone tekst wordt afgewisseld met korte rijmpjes, telkens in het rood afgedrukt. Deze rode kleur komt ook af en toe terug in de zwart- witillustraties. Deze zijn op het karikaturale af, maar dat stoort nergens en zorgt integendeel voor heel wat extra humor.
Om voor te lezen vanaf zes jaar, makkelijk op te delen in hoofdstukken voor het slapengaan. Dit boek staat net zoals die andere klassiekers Floddertje, Pluk en Otje garant voor heel wat uurtjes leesplezier.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.