't Manco
Georges Perec
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Arbeiderspers, 2016 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : PERE |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Arbeiderspers, cop. 1995 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : PERE |
Ivo Victoria
2/ei/04 m
Volgens mijn notitieboekje was het op 11 april 2012 dat ik alleen in onze woonkamer zat en Het leven een gebruiksaanwijzing (La Vie mode d'emploi) van de Franse schrijver Georges Perec met een diepe zucht dichtsloeg, waarna ik de volgende, gevleugelde woorden sprak: 'Ow, shit'. Het boek was mij aangeraden door mijn toenmalige redacteur, nadat ik hem had verteld over mijn voornemen een roman te schrijven met als hoofdpersonage een flatgebouw. Nu begon ik te vermoeden dat zijn genereuze leestip een subtiel slimmigheidje was geweest om mij te ontmoedigen; zo ontdaan en verbijsterd was ik na lezing van Perecs magnum opus uit 1978.
Een goeie maand nadat Perec 80 zou zijn geworden, verschijnt nu een mooie heruitgave van Het leven een gebruiksaanwijzing. De Nederlandse vertaling was jarenlang uit druk, ik betaalde destijds maar liefst 75 euro voor een beduimeld tweedehands exemplaar; 75 van de best bestede euro's die ik in mijn leven spendeerde, dat wel.
Georges Perec beschrijft 99 van de 100 kamers van een groot huis in de fictieve rue Simon-Crubellier te Parijs. Kamer per kamer laveert hij door het gebouw en beschrijft gedetailleerd elk vertrek, met alle voorwerpen die er zich in bevinden, alle mensen die er hebben gewoond, al hun dromen, verlangens, en het komen en gaan van hun (on)geluk. Meer dan 500 personages in zo'n 700 verhalen; een waanzinnige onderneming die dwingt tot langzaam en nauwkeurig lezen. Niet voor niets is het motto van het boek, van Jules Verne: 'Geef je ogen de kost. Kijk.'
Duivels genoegen
Aanvankelijk - de schitterende proloog over de kunst van het puzzelen daargelaten - vergde dat het uiterste van zowel de schrijver als de lezer in mij. De schrijver in mij vermoedde uiteraard een plan, dat hebben alle schrijvers, maar ik kon er niet de vinger op leggen wat dat plan behelsde, omdat de lezer in mij niet meteen begreep dat hij geduldig moest zijn.
IJskoud wisselt Perec de paginalange beschrijvingen van de vertrekken af met even uitgebreide als kurkdroge terzijdes over de geschiedenis van zijn bewoners waarvan doel en zin mij ontgingen, waarna er plots een lyrisch, bevlogen of ontroerend verhaal volgde dat mij op het puntje van mijn stoel hield en dat vervolgens abrupt overging in een ellenlange opsomming van objecten, (al dan niet verzonnen) kunstwerken, namen of feiten.
Een van de beroemdste uitspraken van Perec is: 'Schrijven is een spel dat je met zijn tweeën speelt'. Daarbij leek hij er een duivels genoegen in te scheppen zijn lezer op de proef te stellen. Zo dwaalde ik wekenlang in dit boek rond zoals zijn personages door het gebouw, en net zoals zij werd ik er bij tijd en wijle moedeloos van, raakte geïrriteerd, euforisch, teleurgesteld, blij en soms dat alles tegelijk. Kortom: lezen als het leven zelf.
Exuberant
Terwijl de schrijver in mij gaandeweg het boek steeds meer verging van jaloezie, werd de lezer in mij rijkelijk beloond met een veelvoud aan bizarre, aandoenlijke en intrigerende verhalen die alle kanten op waaieren en mij van de ene verbazing in de andere ontroering deden vallen.
Vaak denk ik nog terug aan het verhaal van danseres Blanche Gardel en de ontroerende brief die Cyrille Altamont haar schreef, of de ijzingwekkende beschrijving van de kamer van filmproducent Rémi Rorschash - 'de kamer van iemand die al dood is'. Mijn favoriet is het even vernuftige als hilarische zwendelaarsverhaal dat draait rond de vaas waarin Jozef van Arimathea het bloed van Christus zou hebben opgevangen.
Menig schrijver zou al blij zou zijn met één zo'n vondst en er een hele roman aan wijden, maar Perec voert je er in nauwelijks tien zinderende pagina's vol (pseudo-)historische details doorheen en schakelt dan meteen weer door naar de volgende kamer en het volgende verhaal.
Vanuit het standpunt van een schrijver is Het leven een gebruiksaanwijzing zo een haast onuitstaanbare verkwisting van ideeën, terwijl het voor de lezer een exuberant feest is waarin hij de ene lekkernij na de andere krijgt geserveerd.
Van haven tot haven
En uiteraard is er wél een plan. De driehoeksverhouding die dit monumentale boek in een houdgreep heeft, is die tussen de schilder Valène, de Engelse miljonair Bartlebooth en diens secondant Gaspard Winckler. Valène is de oudste bewoner en het collectieve geheugen van het pand. Hij heeft het plan opgevat een schilderij te maken van het pand, dat zo groots en alomvattend moet worden dat de 'beelden onophoudelijk door zijn hoofd waren gaan spoken, zijn dromen bevolkten en zijn herinneringen onder druk zetten'.
De passages waarin hij dat plan overdenkt, en daarmee ook de geschiedenis van het gebouw, zijn ontstellend mooi en melancholisch: 'Valène had soms de indruk dat de tijd stil was blijven staan, opgeschort was en verstard rond hij wist niet wat voor verwachting...'
Valène leert Bartlebooth hoe hij moet schilderen met waterverf. Wanneer hij de kneepjes van het vak min of meer beheerst, vertrekt Bartlebooth op een reis die hem langs vijfhonderd zeehavens brengt. Van elke haven maakt hij een schilderij, dat hij opstuurt naar Gaspard Winckler. Die maakt er op zijn een beurt een puzzel met 750 stukjes van. Het doel van Bartlebooth is om bij terugkomst al deze puzzels een voor een te leggen, te verlijmen en terug te keren naar de haven in kwestie om daar het schilderij in het water te laten oplossen tot het blad weer helemaal wit is.
Een nieuw licht
Al vroeg in het boek vertelt Perec over het overlijden van Gaspard Winckler, maar de wraak 'die hij zo geduldig en zo minutieus heeft voorbereid' wordt pas helemaal in het fenomenale slot van het boek ten uitvoer gebracht.
Daarmee dacht ik de ontknoping te hebben gehad, zij het een ontknoping die onvergelijkbaar is met die van een meer traditionele, plotgedreven roman. Maar toen las ik de epiloog waarin Valène het loodje legt - meer kan ik niet verklappen - en die de ontknoping verre overstijgt, en mij beving als een openbaring die de krankzinnige caleidoscoop van verhalen die eraan vooraf ging in een nieuw licht stelt.
Ik kijk mijn notitieboekje er nog even op na. Op 11 april 2012 noteer ik: 'p. 504 - 505 - 506 / epiloog: 'HIJ TREKT GVD HET HELE BOEK HIER SAMEN IN EEN PAAR ALINEA'S!!!' Alle schrijvers lezen en de meeste doen het om te kunnen schrijven. Het beroepsrisico is dat er heel soms een boek tussen zit dat je verlamt. En zo bleef deze schrijver verbijsterd en vloekend achter, terwijl de lezer in hem juichend een rondje door de kamer rende.
Oulipo
Georges Perec was lid van de Oulipo, een genootschap van wiskundigen en schrijvers die zichzelf formele beperkingen oplegden bij het schrijven. Dat culmineerde bij Perec in de roman La Disparition (vertaald als 't Manco, Arbeiderspers, 2009) waarin de letter 'e' ontbreekt.
Ook aan het schijnbaar organische Het leven een gebruiksaanwijzing ligt een strakke systematiek ten grondslag. Perec gaat van kamer naar kamer volgens het principe van de paardensprong in het schaken. Een regel die hij 1 keer - opzettelijk - doorbreekt, waardoor de roman 99 en niet 100 hoofdstukken bevat. Daarnaast bevat elke kamer 42 elementen gekozen uit een lijst van 10 variabelen, en vallen er voor de liefhebber nog veel meer woordspelletjes, systeempjes, verwijzingen en listen te ontdekken.
Het naslagwerkje Georges Perec, een gebruiksaanwijzing van Manet van Montfrans (Arbeiderspers, 2003) is een uitstekende gids voor wie meer wil weten over de vormdwang en experimenteerdrift die hij door zijn hele oeuvre tentoonspreidde.
De Arbeiderspers, 574 p.,Vertaald door Edu Borger
Redactie
Centraal staat, als een wereld op zich, een 9 verdiepingen tellend monumentaal pand, dat de illusie wekt voor de eeuwigheid te zijn gebouwd en aanleiding geeft tot allerlei verhalen over de bewoners en hun omgeving, toen en nu. Feiten en andere uiterlijkheden moeten het houvast bieden om greep op de wereld te krijgen. Zo er al sprake is van duidende psychologie, dan beperkt die zich tot de oppervlakkige stimulus-responswerking. Uiteindelijk resten slechts raadselachtige sporen, nauwelijks te reconstrueren tot het oorspronkelijke beeld; zoals de puzzels, waarmee de miljardair Bartlebooth - een associatie met die andere rijke reiziger, de 'Barnabooth' (1908) van Larbaud - zijn leven vult en die hij via een ingenieus procédé ten slotte weer reduceert tot een blanco vel. De roman vormt zo een compilatie van grillige voorvallen, obsessies en belevenissen van allerlei bizarre figuren gedurende bijna anderhalve eeuw (1833-1975). Eigenlijk een superieure, erudiete speurdersroman, waarvoor Pérec (1936-1982) in 1978 de Prix Médicis ontving. Een van de literaire klassieken van de twintigste eeuw. Paperback; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.