Ik kom terug : roman
Adriaan Van Dis
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Uitgeverij Augustus, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : VAND |
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Uitgeverij Augustus, 2023 |
VOLWASSENEN : ROMANS : VAND |
Maria Vlaar
te/ep/02 s
'Binnen een mum van tijd was Ommie weggepoetst.' Zo luidt de laatste zin in Naar zachtheid en een warm omhelzen . Het is een monument in romanvorm voor Ommie, de huishoudster van grootvader Van Dis, die voor de kleine Adriaan de rol van oma vervulde. Met terugwerkende kracht wordt duidelijker dat álles wat Adriaan van Dis met zijn gevoelige, geestige en scherpzinnige pen opgeschreven heeft gedurende veertig jaar schrijverschap, over zijn eigen leven gaat.
De negenjarige Adriaan, bastaardkleinkind van de statige herenboer Van Dis, is de hoofdpersoon. Zijn moeder Marie trouwde in Nederlands-Indië, werd samen met haar dochters gevangengezet in een Jappenkamp, verloor haar donkere echtgenoot en kon na de oorlog niet officieel trouwen met haar nieuwe man, Adriaans vader, met wie ze in Bergen aan Zee in een gemeenschappelijk opvanghuis voor vluchtelingen uit de kolonie kwam te wonen.
Dus kreeg Adriaan zijn moeders familienaam. Zijn vader, ex-militair, lijdt aan een oorlogstrauma, schreeuwt en slaat wild om zich heen, en zijn zoontje is tegelijk verliefd op en doodsbang voor hem. De jongen ziet nauwelijks verwantschap tussen zijn eigen 'lelijke roze lichaam' en zijn donkere halfzussen. Als vader helemaal doorslaat, zorgt Marie ervoor dat haar buitenbeentje een zomer lang kan bijkomen bij zijn norse grootvader en diens huishoudster in Breda. Daar ontfermt Ommie zich over de sproetige jongen en wordt hij opgenomen in haar zachtheid en 'warm omhelzen'.
Ommie is een eenvoudige, arme, slimme en sociaal bewogen vrouw die als jong meisje al in dienst is gekomen van grootvader Van Dis, nadat hij zijn vrouw verloor in het kraambed. Hij buit haar uit: ze krijgt alleen kost en inwoning, geen loon. Tegelijk speelt er meer tussen grootvader en Ommie, en runt ze eigenlijk een groot deel van zijn leven: Ommie is de 'dompteur', grootvader de 'rokende olifant'. Ze noemen elkaar Huibert en tante Jans en wellicht delen ze soms het bed.
In feite fungeerde Ommie ook al als moeder voor Marie, die haar zoon welbewust uitbesteedt. Ommie heeft een groot hart, en Adriaan leert in haar keuken de kleurrijke verschoppelingen kennen over wie zij zich ontfermt: de jonge, manke Melita uit Napels met haar zwaar gehandicapte zoon; meneer Van Look, die Adriaans privéleraar wordt en in de gevangenis belandt; een Poolse kolonel die iedere dag een potje komt schaken; de Indonesische student Max Sitio, die zich verdiept in het communisme en bij Ommie komt schuilen.
Sproetenkoning
Jaren later, terug in Indonesië, laat Max haar weten nog steeds de kledingstukken te koesteren die zij voor hem naaide. Bij grootvader in de rokerige salon intussen worden sterke verhalen verteld over de oorlog en leert Adriaan dat alles politiek is. In een half jaar leert de jongen meer dan in de negen jaren daarvoor, en wordt hij door Ommie overladen met de broodnodige kussen. Hij voelt dus geen enkele aandrang om terug naar zijn vader en moeder in Bergen aan Zee te gaan, maar als het er uiteindelijk van komt is hij geen angstig jochie meer, maar een 'bleke sproetenkoning, voorbereid op elke moeilijkheid'.
In passages met een ander lettertype stapt Van Dis, 'bang, altijd bang geweest', over naar de tegenwoordige tijd. Daar zit hij, een oude man op een bank in een park, en probeert contact te leggen met nieuwe verschoppelingen, zoals de brutale schoffies Hamza en Ricardo. Het is een goede greep, omdat het duidelijk maakt hoe dat half jaar bij Ommie van doorslaggevende invloed is geweest: het heeft Van Dis tot schrijver gemaakt. Zo kreeg hij van Ommie een verrekijker, die hij Maresh noemde, en die als zijn beste vriend fungeerde. Door de verrekijker bestudeerde hij de levens van de mensen om hem heen, precies zoals een schrijver doet.
Dat Maresh de achternaam is van een Tsjechische vluchteling, een van de onderduikers die in de Tweede Wereldoorlog bij Ommie schuilde, leert Adriaan pas gaandeweg. Zo dringt steeds de grote geschiedenis door in de kleine geschiedenis en krijgt het nostalgische verhaal een universeler betekenis. Ommie was niet alleen de zachte arm om de kleine Adriaan, maar ook een vrouw die een roman waard is vanwege haar andere verdiensten: haar verzetsdaden in de oorlog en haar zorg voor de buitenbeentjes, onder wie Adriaan zichzelf ook schaart. Hij probeert haar postuum te bewegen zichzelf niet zo weg te cijferen. Grootvader mag haar na haar dood dan wel in een mum van tijd weggepoetst hebben, en vervangen door een nieuwe meid, Adriaan neemt het alsnog tegen hem op. Bang is hij niet meer.
Contact, 224 blz., € 22,99 (e-boek € 13,99).
Bo Van Houwelingen
us/ug/26 a
'Ze was zijn draad en garen. De knopen op zijn vest. Het warme water in de lampetkan. De schone asbak. Zijn zeep. Zijn jus. Zijn soep met oogjes vet en de spekpannenkoek op zondagavond.' Nieuwe hit van Bløf? Nee, dit gaat over Ommie, de surrogaat-oma van Adriaan van Dis (1946), over wie hij de roman Naar zachtheid en een warm omhelzen schreef. Ze was de 'meid voor dag en nacht' van zijn opa Huibert, een rijke herenboer die zijn boerderij had verruild voor een groot huis in de stad.
De 9-jarige Adriaan logeert daar, een zomer lang, om weg te zijn van zijn gewelddadige vader en overspannen moeder. Misschien dat zijn galbulten en zenuwtrekjes dan eindelijk eens oplossen. Hij kan het niet beter treffen dan bij Ommie die eindeloos pannenkoeken, knuffels en wijze raad (à la: 'het is niet erg als je niet weet wie je bent') uitdeelt. En ze geeft hem een oude verrekijker, waarmee de bangige Adriaan de buitenwereld op een veilige manier dichterbij kan halen. Het liefst stelt hij scherp op de buurvrouw, om zich te verlekkeren aan haar houten been. Gewond geraakt in de oorlog, hoort hij, en zo begint zijn fascinatie voor de oorlogsjaren, die ook op Ommie een stempel hebben gedrukt. Maar wat is er nou precies gebeurd?
Het is die vraag die de roman vaart moet geven, maar een echt verhaal wil het maar niet worden, laat staan een spánnend verhaal. Iets te lukraak heeft Van Dis zijn jeugdherinneringen bij elkaar gegooid. Die ene keer dat 'de kolonel' op bezoek komt, de keer dat Adriaan een dode eekhoorn in de regenton vindt, de keer dat er ineens een dikke dame aan de keukentafel zit - het lijken willekeurige scènes uit een jarenvijftigkinderboek. Ook door het koddige taalgebruik: 'Ommie vertelde honderduit', 'O jee. Zo'n opmerking dekte Ommie liever toe', 'Ommie snelde naar het fornuis. Met pannenkoeken suste je elk gemor'. 'Het eten was een piezeltje aangebrand'. En Adriaan? 'Adriaan vond het allemaal reuzespannend.'
Wie hieroverheen kan stappen, struikelt alsnog over de volgende hindernis: kitsch die voor iets ontroerends moet doorgaan. Als Adriaan zijn gezicht geschminkt heeft in een poging zijn sproeten te bedekken komt Ommie 'het rozerood van zijn toet' wassen. 'Zijn sproeten glommen. Ommie kuste ze, sproet na sproet. Het regende kusjes. Ze kuste zijn tranen droog. En hij nam zich voor meer van zijn lelijkheid te gaan houden.'
En dan, te midden van al die lievigheid, ineens de plompverloren aanduiding van Adriaans piemel als 'vleespistool' - een lelijker woord kan ik eigenlijk niet bedenken - en dat voor een zelfverklaard estheet als Van Dis.
Ondertussen blijft opa als personage zo stijf als zijn boord: een bullebak met sigaar, onderkin en belletje. Eén keer bellen betekende thee, twee keer koffie, drie een nieuwe doos sigaren, vier stond voor brandewijn en vijf voor een schone asbak. Zie daar de eerste levensbehoeften van een barse herenboer. Ommie 'draafde af en aan'. Slechts twee keer per maand een zondag vrij en salaris krijgt ze niet. Waarom blijft ze zich tot haar dood uitsloven voor deze vent? Van Dis hint op een vorm van liefde 'als het die naam mocht hebben' - maar lijkt daar zelf ook niet echt in te geloven. Onderzoek naar andere beweegredenen van Ommie doet hij niet. Andere tijden, zullen we dan maar zeggen.
Deze roman lijkt niet geschreven om in literair opzicht indrukwekkend, origineel of zelfs maar góéd te zijn maar om een gat in een oeuvre op te vullen. 'Een vergeten hoofdstuk', zoals de achterflap vermeldt - zoals je dat wel meer ziet bij schrijvers die een leven lang gebouwd hebben aan een persoonlijk oeuvre en dan een bepaalde leeftijd bereiken. Na de zoveelste hartaanval moet op de valreep nog geschreven worden over dat briefje/die vergeten liefde/die ene zomer. Denk aan een Jan Siebelink, Sipko Melissen, Tim Krabbé of Jan Cremer, die de laatste jaren ook publiceerden over die ene nog onderbelichte maar o zo vormende levensfase of gebeurtenis. Bij terugblikken ligt nostalgie op de loer; Van Dis lijkt erdoor te zijn overmeesterd. Neem het hem maar eens kwalijk met die geweldige Ommie en haar spekpannenkoeken, 'een grootmoeder uit een sprookjesboek', dan kún je waarschijnlijk niet anders.
★★☆☆☆
Atlas Contact; 224 pagina's; € 22,99.
Bookarang
Een delicate literaire roman over familierelaties en opgroeien. Het verhaal volgt de negenjarige Adriaan die gedurende een zomer opgevangen wordt in het huis van zijn grootouders. Zijn vader heeft op dat moment een inzinking vanwege zijn oorlogsherinneringen. Adriaan ontmoet Ommie, de dienstbode die zich verzet tegen haar dienende rol. De jongen en Ommie ontwikkelen een hechte band en zij helpt hem zijn angsten te overwinnen. Beiden verlangen naar liefde en erkenning. In deze autobiografische roman schakelt de auteur geregeld tussen heden en verleden. In beeldende stijl geschreven. Met name geschikt voor een literaire lezersgroep. Adriaan van Dis (Bergen, 1946) is een beroemde Nederlandse auteur, dichter, toneelschrijver en journalist. Hij publiceerde recentelijk 'Vijf vrolijke verhalen' en de roman ‘KliFi'. Zijn boeken zijn in vele talen vertaald en veelvuldig genomineerd. 'Indische duinen' (1994) werd bekroond met de Gouden Uil en 'Ik kom terug' met de Libris Literatuur Prijs 2015. In hetzelfde jaar ontving hij de Constantijn Huygens-prijs voor zijn totale oeuvre.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.