Jaag je ploeg over de botten van de doden
Olga Tokarczuk
Olga Tokarczuk (Auteur), Charlotte Pothuizen (Vertaler), Dirk Zijlstra (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Geus, 2023 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ESSAY : TOKA |
Mirjam Van Hengel
ru/eb/18 f
Olga Tokarczuk is een zelfverzekerd schrijver. Iemand die onbevreesd en vrijelijk associeert, haar onderwerp in het ene boek diepgaand, haast systematisch verkent en in het andere juist springerig en spitsvondig benadert. Ze schrijft over grote onderwerpen waarbij ze tot in de kleinste bijzin zorgvuldigheid en helder denken demonstreert, terwijl ze ondertussen doorlopend teruggrijpt naar mythen, sprookjesachtige verhalen, het meerduidige en meerstemmige.
In haar zojuist verschenen essaybundel De tedere verteller, uit het Pools vertaald door Charlotte Pothuizen en Dirk Zijlstra, is een van de beelden voor de positie van de moderne mens die van opzichter in een panopticum, alziend maar ook verstrikt in 'het narcisme van onze soort'. Daarnaast is de reiziger, een personage dat eerder haar bedwelmende 'constellatieroman' De rustelozen (2007) bevolkte, in De tedere verteller opnieuw van de partij: de bundel begint met de beschrijving van een 19de-eeuwse gravure waarop een reiziger zijn hoofd buiten de aardse sfeer steekt om daarbuiten een kijkje te nemen.
'Ognosie' heet het essay, een woord dat als je het opzoekt meteen terugverwijst naar het stuk zelf - een fraai staaltje Tokarczuk-achtige betekenisgeving. Afhankelijkheid en onafhankelijkheid, verwijzingen en verbanden, het ik in samenhang met de wereld, zijn haar favoriete onderwerpen. 'Mij fascineren het associëren van feiten en het zoeken naar een orde. In feite - dat geloof ik - is de geest van een schrijver een synthetiserende geest die hardnekkig alle scherven verzamelt en er opnieuw een universum van heelheid van probeert te lijmen', schrijft ze in haar eveneens in de bundel opgenomen Nobelprijslezing.
'Ognosie' is een doorwrocht essay over eindigheid en oneindigheid, over hoeveel groter de wereld is geworden terwijl ze tegelijk steeds kleiner lijkt - alles binnen handbereik op onze telefoon; de wereld het panopticum dat we tot aan de eindgrenzen kunnen overzien. Juist daardoor begrijpen we haar complexiteit niet meer, schrijft Tokarczuk, moeten we uit zelfbehoud mensen worden die 'nee' zeggen in plaats van 'ja' en dreigt ons vermogen dingen in samenhang waar te nemen in de verdrukking te raken.
Maar dan is daar: de literatuur. Die meer dan wat ook 'de mogelijkheid in zich heeft om de wereld te tonen met haar volledige perspectief van alle wederzijdse invloeden en verbindingen'. Tokarczuk gelooft met een bijna jaloersmakende kracht in de betekenis van literatuur, 'het bijzondere moment waarop de meest persoonlijke en unieke taal de talen van anderen ontmoet'. Het is de verbeelding die het leven betekenis geeft. Die metaforen opdiept uit de barsten van het alledaagse leven, die wat vreemd is 'temt', synchroniciteiten aanwijst en ons gevoelig maakt voor anderen. Daarbij laat ze ons ook nog met gemak verre landen bezoeken, niet gek in een tijd waarin fysiek reizen een ethisch probleem geworden is.
Dat laatste is slechts een van de vele constateringen waarin Tokarczuk haar betrokkenheid bij de literatuur verbindt met die bij de wereld. Wees zorgvuldig met de aarde, met de dieren: die boodschap kiert tussen alle regels door. De rol van de schrijver daarin is bij haar oprecht betekenisvol. Niet omdat een schrijver de grote problemen van onze tijd kan oplossen, maar omdat hij er een stem aan kan geven. Hij is zelfs te beschouwen als een medium: iemand die de verhalen opvangt en doorgeeft; bij uitstek iemand die níét op zichzelf staat maar de 'flakkerende veelheid' in zichzelf aanboort.
De literatuur is zo het vlammend, geëngageerd middelpunt van De tedere verteller. Er is een fraai essay over de verjongende kracht van vertalingen (Montaigne lezen is een stuk aantrekkelijker in 20ste-eeuws Pools dan in 16de-eeuws Frans!), een verhaal over literaire helden, een verhandeling over het schrijven zelf en een reeks lezingen uit een collegereeks voor de universiteit van Łódz.
De voorlaatste daarvan is een schitterend stuk over literaire personages. Via de vruchtbaarheid van mythisch denken en de meervoudige persoonlijkheid van ieder mens loodst Tokarczuk de lezer naar een verhaal over haar personage Janina Duszejko, de woedende, activistische vrouw uit de roman Jaag je ploeg over de botten van de doden die ze heeft 'toegestaan' op zichzelf te lijken. Ze laat zien hoe dat 'zichzelf' uitgroeit tot autonome persoonlijkheid en vanaf het papier naar haar terugkeert.
Bij Tokarczuk is zo'n betoog geen technische exercitie, laat staan ijdel schrijversgemier, het is een demonstratie van een diepgevoeld menselijk en zelfs activistisch grondbeginsel: het belang van empathie ('gevoeligheid' of 'tederheid': het Poolse czułosc houdt beide in, lichten de vertalers toe). Pas als de schrijver werkelijk iets gaat voelen voor zijn personage, kan dat zich losmaken. Die 'zachte 'klik', het veelzeggende moment waarop er echte empathie ten opzichte van een irreële figuur ontstaat, bevat het hele scheppingsmysterie'. Het lijken grote woorden, maar in de bijna ongenadige stijl van Tokarczuck verdient zo'n zin zijn kracht.
Zeker als je bedenkt dat Janina Duszejko inmiddels een naam is die gebruikt wordt op spandoeken van demonstranten die in haar hun strijdbaarheid herkennen. Een personage dat de overstap maakt naar de echte wereld en daar bezorgd is voor wat we die aandoen: veel betrokkener literatuur kun je niet vinden.
★★★★★
Uit het Pools vertaald door Charlotte Pothuizen en Dirk Zijlstra.
De Geus; 277 pagina's; € 23,99.
(ldm)
ru/eb/07 f
*****
Tijdens de lockdown bundelde de Poolse Nobelprijswinnares Olga Tokarczuk twaalf essays en lezingen, geschreven tussen 2008 en 2020. Tokarczuk maakte naam met complexe en omvattende romans, maar in haar nieuwe boek ontpopt ze zich als begenadigd essayiste. Hoewel Tokarczuk vooral reflecteert op haar schrijverschap, behandelt ze ook actuele thema's zoals dierenleed en ethisch reizen. In de vurige ode aan literaire vertalers en haar 'korte geschiedenis van mijn lezen' etaleert ze haar kennis en grote belezenheid. De rode draad in deze rijke bundel is een onwankelbaar geloof in de kracht van verhalen. Voor Tokarczuk is een schrijver dan ook 'de uitverkoren kunstenaar'. Haar in de Nobelprijstoespraak opgevoerde concept van 'de tedere verteller' (een alziende, empathisch betrokken vertelinstantie) is de sleutel om haar visie op het schrijfproces te begrijpen. In andere lezingen gaat ze uitgebreid in op haar drijfveren, de psychologie van de verteller en het ontstaan van haar personages.
Deze zeldzame blik achter de schermen, vol anekdotes en persoonlijke beschouwingen, biedt een unieke inkijk in de schrijverskamer. Iedere bladzijde van 'De tedere verteller' ademt Tokarczuks grenzeloze liefde voor de literatuur, als auteur én als lezer.
Roderik Six
ua/an/18 j
‘Eerlijk gezegd is me de lust om te reizen een beetje vergaan. En niet zozeer uit angst voor explosies of oorlogen. Mij is de lust om te reizen vergaan uit schaamte voor mijn eigen vrijheid, die voor anderen niet is weggelegd.’ Het is een wrange conclusie die de Poolse Nobelprijswinnares Olga Tokarczuk maakt. Naast ecologische vliegschaamte stelt ze ook een moreel equivalent daarvan vast: hoe kun je naar landen reizen waar de inheemse bevolking omgekeerd niet over dezelfde vrijheid beschikt? Wie zijn wij om hen toegang tot ons land te ontzeggen op basis van een ontbrekend stukje papier?
Haar tanende reislust heeft nog andere oorzaken. Tokarczuk merkt in Ognosie , het openingsessay van haar nieuwe bundel De tedere verteller , op dat de wereld onttoverd is. Overal kun je Coca-Cola krijgen, overal kun je souvenirs kopen die in China zijn gemaakt, overal staan toeristen in de rij om bij bezienswaardigheden hetzelfde kiekje te nemen, overal verblijven we in dezelfde uniforme resorts. De wereld kent geen exotische geheimen meer, Google Maps heeft alles in kaart gebracht.
Liever richt ze haar blik naar binnen, liever reist ze door haar geest, dat onontgonnen gebied waar, in haar geval, wonderlijke personages leven. Veel essays uit De tedere verteller zijn bewerkte lezingen waarbij ze vertrekt vanuit haar literaire leefwereld: hoe zijn haar magistrale romans als De Jacobsboeken en Jaag je ploeg over de botten van de doden ontstaan? Die scheppingsverhalen leveren telkens erudiete teksten op. Van de Griekse mythen tot de psychoanalyse van Freud, van de films van de broeders Quay tot de geologische impact van de ontdekking van Amerika: met gemak bladert ze door haar breinbibliotheek, waarbij ze vaak tot verrassende associaties en inzichten komt.
Sporadisch struikelt ze over haar twijfel. Vooral als het over dierenleed gaat, slaagt ze er niet in om een coherent pleidooi te voeren. Ze weifelt tussen een rationele aanpak – dieren eten belast de planeet overmatig – of een empathisch appel waaruit je helaas geen algemene regel kunt puren. Dat intellectueel euvel erkent ze ook gracieus, en het is eigen aan de essayvorm: je probeert een argument op te bouwen, falen hoort erbij.
De tedere verteller is vooral een oproep tot meerstemmigheid. Omarm de veelzijdigheid van je geest, verzet je tegen identitair hokjesdenken, neem een panoptisch perspectief aan en bekijk de wereld vanuit zo veel mogelijk invalshoeken. Het mentale reisverslag van Tokarczuk nodigt uit tot dieper nadenken: graaf eens in je brein, wie weet welke boeiende ontdekkingen je daar te wachten staan.
****
De Geus (oorspronkelijke titel: Czuly narrator), 256 blz., € 23,99.
Louis Smit
Bundel essays en lezingen van de Poolse schrijfster Olga Tokarczuk (1962) die de Nobelprijs voor Literatuur 2018 won. Ze is een fel pleitbezorger van gelijkheid, kritisch op de in Polen zo machtige rooms-katholieke kerk. De essays gaan over haar eigen schrijverschap als daad van macht van een scheppende ik-persoon. Ze spreekt zich uit tegen de wrede behandeling van dieren en tegen reizen naar landen waar armoede heerst en het plasticafval zich verzamelt. Ze deelt ontdekkingen die ze doet bij het lezen van het werk van grote namen als Descartes, Kant, Verne en Milosz. Sterk is ze in het analyseren van fenomenen die vanzelfsprekend lijken. Mooi is in dat opzicht haar lofzang op vertalers, die haar zelf een intrigerende kijk op haar eigen werk geven. De lezer wordt beloond met oorspronkelijke en glashelder verwoorde gezichtspunten.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.