Ieder een lichaam : over verzet, verlangen en vrijheid
Olivia Laing
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2016 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 700.7 LAIN |
Dirk Leyman
rt/aa/30 m
`Solitude is Bliss'. Het is een van die fameuze songs waarmee de Australische psychedelische progrockers van Tame Impala in 2010 het tot supergroep schopte. Het nummer bezingt de glorie van het alleen-zijn. Hoe prettig is het niet in eigen hoofd te cocoonen, mijlenver weg van het menselijke gewoel? 'Company's okay, solitude is bliss', zingt voorman Kevin Parker. 'There's a party in my head/And no one is invited/And you will never come close to how I feel."
Je zou in het refrein een verre echo van de Griekse filosoof Epictetus kunnen horen. Hij stelde tweeduizend jaar eerder al vast, in een slechts schijnbaar paradoxaal aforisme: 'Want dat een man alleen is, maakt hem daarom nog niet eenzaam, net zoals een man tussen velen niet daarom ook niet eenzaam is'.
Vond Blaise Pascal trouwens ook niet dat alle ellende in de wereld voortkomt uit het feit dat we niet in staat zijn rustig in onze kamer te blijven? En geef toe, de wereldliteratuur zou er nogal anders uitzien zonder het werk van kluizenaar-auteurs als pakweg Thomas Pynchon, J.D. Salinger of Cormac McCarthy of Gustave Flaubert.
Toch roept het woord 'eenzaamheid' bij de meeste mensen een intens onbehagen op, een negatieve ervaring die je te allen prijze moet bestrijden. Zeker in dit tijdperk waarin we voortdurend connected zijn en ons dagelijks verkrampte vingers snapchatten, whatsappen, sms'en en facebooken. En razendsnel antwoord verwachten, veilig verschanst in de blauwige gloed van onze beeldschermen, gehuld in die bedrieglijke ruis van alomtegenwoordigheid. Want eenzaamheid, dat is iets voor zieken en bejaarden, maar toch niet voor drukke dertigers of veertigers?
Schaamte
Toch voelt meer dan 25 procent van de volwassenen in de Verenigde Staten zich eenzaam, in het Verenigd Koninkrijk klimt dat percentage zelfs naar 45 procent, een emotie die met een hoog inkomen of relatie niet op afstand valt te houden. Wie eenzaam is, dreigt in een negatieve spiraal te belanden die de mortaliteit de hoogte injaagt.
'Eenzaamheid drijft de bloeddruk op, versnelt veroudering, verzwakt het immuunsysteem en is een voorbode van cognitieve aftakeling', schrijft de Britse essayiste Olivia Laing in haar boek De eenzame stad.
Bovendien is eenzaamheid omgeven met schaamte. Wie geeft graag toe dat hij in de armen ligt van 'Lady Solitude', zoals crooner Richard Hawley het zo slepend zingt? Je omgeving durft te suggereren dat je de ellende over jezelf afroept en er wel een persoonlijkheidsstoornis mee gemoeid zal zijn, aldus Laing.
Laing ondervond het verschijnsel aan den lijve, toen ze - pas aangekomen in New York - abrupt aan de dijk werd gezet door haar Amerikaanse vriend. Niet gezegend met veel kennissen in The Big Apple voelde de dertiger zich pijnlijk ontheemd, hoppend van de ene naar de andere krappe studio in de Lower East Side. 'Ik had vaak het gevoel dat ik me in een koker van ijs bevond, of achter muren van glas, dat ik prima naar buiten kon kijken, maar niet in staat was mezelf te bevrijden. (...)'
De sensatie van alleen-zijn was overweldigend. Laing zag nauwelijks vluchtroutes, behalve lange wandelingen, meedrijven tussen gemaskerde mensen op Halloween of eindeloos op haar laptop gluren, in 'de opluchting van de virtuele ruimte', waar ze Facebook-likes verzamelde als kraaltjes en contactadvertenties afschuimde. 'Hoe voelt eenzaamheid? Het voelt als honger: alsof jij honger hebt en iedereen om je heen heel lekker gaat smikkelen.'
Tijdens het dwalen door het hyperactieve New York leek het alsof iedereen Laing over het hoofd zag. Innerlijk isolement en massale fysieke nabijheid, het spreekt elkaar niet tegen. 'Eenzaamheid kapselt je in en groeit als een schimmel of vacht om je heen, een beschermlaag die contact onmogelijk maakt, hoe graag je dat contact ook wilt. (...) Daarom was ik plotseling zo hypergevoelig voor kritiek', schrijft ze.
Geen zelfbeklag
Laing voelde zich letterlijk lost in translation: zelfs bij de barista waar ze dagelijks haar koffie dronk, kreeg ze het ingepeperd dat ze een Engelse was met een vreemd accent.
Maar Laing wilde haar nare eenzaamheidservaring betekenis geven. Want eenzaamheid en creativiteit gingen wél vaak een nauwe alliantie aan, stelde ze vast. Zo traceerde ze 'uitingen van eenzaamheid in de moderne metropool' bij kunstenaars als Edward Hopper, Henry Darger, Andy Warhol en aids-activist en fotograaf Peter Wojnarowicz, met New York als uitgelezen decor.
Maar ook onder meer zanger Klaus Nomi, cineast Alfred Hitchcock, installatiekunstenares Zoe Leonard, fotografe Nan Goldin, Warhol-schutter en auteur van het SCUM-manifesto Valerie Solanas of zangeres Billie Holiday krijgen een plek in haar relaas.
Dat Laing een voortreffelijke essayiste is, wisten we al sinds Naar de rivier, over Virginia Woolf (2011) en Het uitstapje naar Echo Spring (2013) , over schrijvers-alcoholisten als
F. Scott Fitzgerald en Raymond Carver.
Ook in De eenzame stad verbindt ze haar ervaringen met biografische, psychologische en filosofische bespiegelingen, uitmondend in vloeiende essays, waarin aanstellerigheid of zelfbeklag geen moment vrij spel krijgt. Op elegante wijze zoekt ze een uitweg uit haar wanhoop en overstijgt ze de schaamte over haar geenszins splendid isolation.
Geen wonder, zegt Laing, dat de schilderijen van Edward Hopper - met hun 'paranoïde architectuur van de eenzaamheid' - zo onverminderd populair blijven. Ook zij identificeerde zich met de solitaire vrouwenfiguren die je door vitrages, in lege hotelkamers, aan bureauruimtes of cafétafels gadeslaat, zoals op het schilderij Automat.
En ze ging in het Whitney Museum kijken naar zijn iconische Nighthawks, met zijn vier naast elkaar zittende cafégasten, gevangen achter glas. Ze pluist Hoppers biografie uit en ontwaart bij de schilder 'een afkeer van het gesproken woord'. Ze ziet in zijn vrouwenfiguren een onsentimentele 'erotica van tekortschietende intimiteit': Hopper maakt 'eenzaamheid de moeite van het bekijken waard'.
Bloemkoolneus
Intrigerender is Laings essay over Andy Warhol, alomtegenwoordig icoon van de popart. Terwijl hij een totaal publiek leven leek te leiden, altijd omzoomd door zijn Factory-entourage, 'afgedekt door het glanzende pantser van zijn roem', zat Warhol in wezen gevangen in een cocon van afstandelijke eenzaamheid.
Volgens Laing was Warhol behept met een bijna aangeboren verlegenheid, nog aangewakkerd door zijn vaal-bleke uiterlijk (zijn bloemkoolneus was een voortdurende bron van zorg), maar ook zijn opgroeien tussen twee culturen. Als kind van Slovaakse immigranten had hij een taalachterstand. 'Van meet af aan had hij problemen met praten. Hij hield hartstochtelijk van roddelen en voelde zich als kind al aangetrokken tot radde praters, maar zelf stond hij regelmatig met zijn mond vol tanden.'
De binnensmondse mompelaar Warhol was ook een extreme verzamelaar, die zich op allerlei manieren wapende tegen intimiteit. Later zal hij zich verschansen achter filmcamera's, polaroidfototoestellen en taperecorders. 'De techniek stelde hem in staat op afstand te blijven. De techniek hield de mensen altijd een eindje bij hem vandaan', aldus curator Henry Geldzahler. Zijn angst om afgewezen te worden was immens. Ongetwijfeld, schrijft Laing, spiegelde Warhol onze narcistische fixatie met telefoons en computers voor. Niet voor niets liet hij bijna visionair optekenen: 'Ik vind dat iedereen een machine moet zijn. Ik vind dat iedereen iedereen leuk moet vinden.'
Kunst en seks
Laing - die wel eens epateert met haar belezenheid en soms als een containerbediende feitjes over de lezer uitstort - haalt minder bekende 'eenzame' kunstenaars uit het maquis, zoals outsiderkunstenaar en schoonmaker Henry Darger, die in zijn huurkamer in Chicago een wreedaardig universum schiep met soldaten en meisjes met penissen. Pas toen hij op z'n 80ste naar een tehuis van de katholieke missie moest, werd zijn immense, verontrustende oeuvre ontdekt.
De vondst doet denken aan Vivian Maier, de nanny bij wie na haar dood honderdduizenden negatieven vol eenzame zelfportretten en verbluffende straatfoto's werden aangetroffen.
Maar de kunstenaar die Laing weer optilde is David Wojnarowicz. Zijn activistische oeuvre is een regelrechte communicatieschreeuw. Bekend zijn de Rimbaud-portretten, waarin hij mannen met een Rimbaud-masker in de louche epicentra van de metropool laat figureren.
Wojnarowicz, schrijft Laing, onderzocht allerlei manieren om 'aan de gevangenis van het zelf te ontsnappen'. Via kunst en seks: 'de daad van het maken van beelden en de daad van het bedrijven van liefde', met rusteloze anonieme seks langs de Chelsea Piers. Hij groeide samen met Jean-Marie Basquiat uit tot een van de sterren van de East Village-kunstscene, maar overleed aan aids.
Het lezen van Wojnarowics rauwe, maar ook gevoelige dagboeken 'was als bovenkomen nadat ik heel lang onder water was gebleven'. Laing ontdekte haar verlangen naar 'een uitbreiding van haar erotische ruimte', in een schemerzone tussen man en vrouw. En 'dat je uit de kerker van het lichaam bevrijd zult worden door het lichaam zelf, dat eindelijk begeerd wordt, zijn taal begrepen'.
Levenslessen
Het is een verrassende wending in De eenzame stad, waarin Laing de dubbelzinnige aantrekkingskracht van eenzaamheid overtuigend portretteert en inbedt in haar odyssee naar een nieuwe identiteit en intimiteit. Soms zeilt ze te ver van haar onderwerp weg en ook het slothoofdstuk - waarin Laing lichtjes drammerige levenslessen oplepelt - doet een fractie afbreuk aan het geheel.
Op haar best is Laing wanneer ze kunstenaarslevens laat opglanzen uit het duister en aantoont hoe hun scheppingen een heilzaam antigif zijn. Ontsnappen uit haar eenzaamheid - nadat ze 'in stukken was uiteengevallen' - gebeurde immers niet omdat ze 'iemand had leren kennen of verliefd was, maar omdat ik me liet leiden door dingen die anderen hadden gemaakt en ik er via dat contact langzaam van doordrongen raakte dat eenzaamheid, verlangen, niet betekent dat je hebt gefaald, maar eenvoudigweg dat je leeft'.
De Bezige Bij, 351 pagina's. Vertaald door Laura van Campenhout
Beitj van Ek
Olivia Laing beschrijft de eenzaamheid die zij ervoer gedurende een verblijf in New York. Zij verdiept zich in dat fenomeen door haar gevoelens en gewaarwordingen te plaatsen in het grotere geheel van de wereldstad. In haar zoektocht naar andere personen die in hetzelfde schuitje hebben gezeten, komt zij terecht bij een viertal kunstenaars: Edward Hopper, Andy Warhol, Henry Darger en David Wojnarowicz. Uitvoerig beschrijft zij diverse kunstwerken van hen en de wijze waarop de eenzaamheid daarin zichtbaar is. Vervolgens verklaart zij vanuit de beschrijvingen van hun levens hun gevoelens en het werk dat daarvan een uitvloeisel is. Voor de kunstliefhebber is dit boek interessant door het inzicht dat gegeven wordt in de levens van de vier kunstenaars en de manier waarop hun werk daarvan een uitvloeisel is. Voor het overige zal de indringende studie over het begrip eenzaamheid voor velen herkenning opleveren en richting geven aan hoe daarmee omgegaan kan worden. Tot slot uitvoerige notenvermelding en lijst van gebruikte literatuur.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.