Het literatuurcongres : roman
César Aira
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Meulenhoff, cop. 2016 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 14165 |
Marijke Arijs
ru/eb/26 f
César Aira (67) is met stip een van de raarste snijbonen die de Spaanstalige literatuur rijk is. 'Als er één hedendaagse schrijver is die in geen enkel hokje onder te brengen valt, dan is dat César Aira', zei Roberto Bolaño ooit, en Carlos Fuentes voorspelde dat er voor de auteur een Nobelprijs voor de Literatuur was weggelegd. Ooit was hij het best bewaarde geheim van de Argentijnse literatuur, maar intussen is hij allang geen geheimtip meer. Sinds de jaren 90 is zijn ster rijzende. Niet dat het hem ook maar ene moer kan schelen, want het schrijfplezier staat voor hem centraal. In veertig jaar tijd heeft deze noeste werker ruim tachtig romans, verhalen en essays bij elkaar geschreven. Hoe ik een non werd dateert uit 1993 en is pas zijn derde boek dat in het Nederlands wordt vertaald.
Volgens de auteur hebben we hier te maken met zijn autobiografie, maar die bewering moet met een flinke schep zout genomen worden. Er wordt ingezoomd op het zesde levensjaar van een kind dat César Aira heet en van zichzelf denkt dat hij een meisje is, ook al behandelt de hele omgeving hem als een jongetje. Niet dat de schrijver stiekem transgender is, en van een roeping voor het kloosterleven heeft hij ook nooit last gehad. Dit is gewoon een van die vervreemdende effecten waarvan Aira het geheim bezit. Zijn geboortestad, Coronel Pringles, is op de achtergrond aanwezig en Buenos Aires, zijn huidige woonplaats, vormt het decor, wat in geen geval betekent dat we hier met een waarheidsgetrouwe biechtroman van doen hebben.
Márquez
Het verhaal van de zesjarige César krijgt een haast mythische omvang, want bij Aira groeien de kleinste anekdotes uit tot grootse avonturen. In den beginne is er niets, maar prompt komt de allereerste herinnering aan het allereerste ijsje van zijn leven opborrelen. Daarmee verwijst de auteur mogelijk naar de beroemde zin waarmee Gabriel García Márquez zijn Honderd jaar eenzaamheid opende: 'Vele jaren later, staande voor het vuurpeloton, moest kolonel Aureliano Buendía denken aan die lang vervlogen middag, toen zijn vader hem meenam om kennis te maken met het ijs.' In het universum van César Aira is een ijsje eten bepaald geen onschuldige bezigheid.
Wanneer het aardbeienijs bedorven blijkt, zijn de gevolgen niet te overzien. Zijn vader duwt de verkoper met zijn hoofd in de bak ijs tot de dood erop volgt en gaat de gevangenis in. Het kind wordt afgevoerd naar het ziekenhuis met een cyanidevergiftiging, waarna niets nog hetzelfde zal zijn. In de ijltoestand waarin de kleine verkeert, wordt hij bezocht door spookbeelden en wanen, zodat de werkelijkheid op losse schroeven komt te staan: 'Ik was niet meer wie ik vroeger was. Ik weet niet hoe of waarom maar ik was niet meer dezelfde. Om te beginnen was ik mijn geheugen kwijt.' Wanneer de zieke eindelijk opgeknapt is, kan hij naar het eerste leerjaar, met drie maanden vertraging op de andere kinderen, die intussen al lang en breed hebben leren lezen. Verder beleeft César weinig wereldschokkends: naar hoorspelen luisteren op de radio, schooltje spelen met denkbeeldige dyslectische poppen en vriendschap sluiten met een zevenjarig buurjongetje dat alleen maar driedelige pakken draagt. Het gaat om de manier waarop die anekdotische belevenissen worden verteld. Een bezoek aan zijn vader in de gevangenis leidt tot een mystieke ervaring. Het verhaal wordt steeds wonderlijker en absurdistischer, tot het abrupt eindigt in de rauwe werkelijkheid.
Verbeelding
Sinds dat ijsje is het nooit meer goed gekomen met César Aira: 'Iets was stuk gegaan in mij, een klep, een klein veiligheidsmechanisme dat me in staat stelde naar een ander niveau te ontsnappen'. Zijn veinzen wordt werkelijkheid en zijn leugens krijgen de kleur van waarheid. Daar komt zijn roeping vandaan, staat zomaar ergens terloops halverwege het boek, en die roeping lijkt eerder van literaire dan van godsdienstige aard te zijn, want ze heeft alles met het geloof in de verbeeldingskracht te maken. Schrijven is de waarheid liegen, dat is bekend. Eigenlijk kan de hele roman evengoed gelezen worden als een allegorie op zijn ontluikende schrijverschap.
Het was een uitstekend idee van uitgeverij Meulenhoff om Hoe ik een non werd te publiceren, want het boek is representatief voor de werkwijze van Aira. Speelse invallen of groteske toestanden worden afgewisseld met vernuftige gedachten en diepgravende passages. Logica en realisme staan duidelijk niet op zijn prioriteitenlijstje. Experimenteerdrift in de literatuur kan knap vermoeiend zijn, maar gelukkig is de auteur gezegend met een gezond gevoel voor humor en een grote liefde voor paradoxen en ongerijmdheden. Zijn ongebreidelde verbeelding en zijn haast psychedelische manier van schrijven maken van hem wellicht een eeuwige outsider, of om met Aira zelf te spreken: 'Ik ben een van die schrijvers die nooit een publiek, maar altijd wel lezers zullen vinden'. Het is de hoogste tijd dat zijn fascinerende oeuvre zijn weg vindt naar het Nederlandstalige publiek.
CÉSAR AIRA
Hoe ik een non werd.
Vertaald door Adri Boon, Meulenhoff, 142 blz., 17,99 €. Oorspronkelijke titel: 'Cómo me hice monja'.
De auteur: Argentijn, maakte naam als vernieuwer in de Spaanstalige literatuur.
Het boek: het verhaal van de zesjarige César Aira die voor het eerst in zijn leven een ijsje eet, met vreselijke rampen tot gevolg.
ONS OORDEEL: fascinerende experimentele roman waarin humor en diepzinnigheid naadloos samengaan.
Marijke Arijs ■
Maarten Steenmeijer
De Argentijn César Aira (1949) is niet alleen een ongekend productieve schrijver (twee tot vier romans per jaar zijn geen uitzondering), maar onderscheidt zich ook door zijn tegendraadsheid. Hij is een van Argentinië's bekendste schrijvers en beoefent talrijke genres, maar houdt zich nooit aan de regels daarvan. Deze autobiografische roman is een van zijn bekendste werken. De zesjarige César is net verhuisd naar een grote stad en krijgt eindelijk een ijsje van zijn vader. Het ijsje blijkt bedorven te zijn. Het jongetje - of is hij eigenlijk een meisje? - loopt een cyanidevergiftiging op en de vader vermoordt de ijsverkoper. Later neemt de vrouw van de ijsverkoper wraak op hem. Intussen voelt het jongetje/meisje zich op school een buitenstaander. Dit verhaal vertoont op zichzelf al absurdistische trekjes, maar het is vooral Aira's ontregelende stijl die de sfeer van deze roman bepaalt.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.