Ulixes
James Joyce
James Joyce (Auteur), Erik Bindervoet (Vertaler), Robbert-Jan Henkes (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2014 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : ROMANS : JOYC |
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Bezige Bij, 1986 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : JOYC |
Alexandra De Vos
us/ug/14 a
Alle begin is moeilijk. Geldt dat al voor gewone stervelingen, dan ook voor de Ierse bard James Joyce (1882-1941), hét modernistisch boegbeeld van de twintigste eeuw. De man die met de experimentele, monumentale romanUlysses (1922) generaties lezers tot wanhoop dreef en academici aan het werk hield. De man ook die in datzelfde boek de langste zin van de eeuw liet optekenen: 4.391 woorden om precies te zijn. Maar Joyce heeft zijn fans, dappere zielen die zich niet laten afschrikken door een leestekenloze gedachtestroom die bladzijdenlang doorzingt. Die fans vieren elk jaar op 16 juni Bloomsday, een dag genoemd naar de goedhartige Leopold Bloom die inUlysses op die dag door de straten van Dublin zwerft.
Zoveel commotie, dat moet je verdienen. En je moet ernaartoe groeien, want Joyce was niet op één nacht zwanger vanUlysses. Als aankomend schrijver moest hij eerst afrekenen met zijn verleden, en dat verleden viel samen te vatten in een handvol beladen woorden: God, gezin, Ierland. En seksuele obsessie, een bezoeking die de meeste adolescenten treft.
Dedalus
Voor Stephen Dedalus, Joyces alter ego in het romandebuutZelfportret van de kunstenaar als jonge man (1916), zijn het evenzoveel netten waarin de gevoelige ziel verstrikt raakt. Stephen is een gevangene van zijn tijd, zoals zijn naamgenoot, de mythische Dedalus, de gevangene was van een labyrint. Dedalus knutselde eigenhandig een paar vleugels zodat hij met zijn zoon Icarus kon opstijgen naar de vrijheid. Wil Stephen zijn ziel de vrijheid geven, dan zal hij hetzelfde moeten doen, met de middelen die hem ter beschikking staan. Maar de geboorte van een kunstenaarsziel heeft heel wat voeten in de aarde, zo zal hij tot zijn scha en schande merken: 'Het is een trage en donkere geboorte, mysterieuzer dan de geboorte van het lichaam'.
Aan het lichaam van de kleine Stephen mankeert wel wat: het is klein en zwak, en het kijkt uit zwakke, waterige ogen. Via zijn andere zintuigen probeert Stephen de wereld rondom zich te begrijpen: zijn vader kweelt van een koetjeboe dat de weg op komt lopen, het gas zingt in de lampen, de boeren in de kerk ruiken naar 'lucht en regen en turf en ribfluweel'. Maar ook Stephens hart voelt zich ziek en zwak. Op school bij de jezuïeten verlangt hij naar mama en kan hij maar niet bevatten wat 'politiek' betekent en waar het heelal ophoudt: 'Het was heel groot om over alles en overal na te denken. Alleen God kon dat.'
God kan nog veel meer, leert Stephen thuis. Hij kan het gezin verscheuren tijdens het kerstdiner, waar een vrome tante in tranen wegloopt als Stephens vader de Ieren een 'godvergeten en van priesters vergeven ras' noemt. En Hij kan Stephen verpletteren onder schuldgevoel als de jongen, 'ontwaakt uit een sluimer van eeuwen', toegeeft aan zijn lusten en zich laat verleiden door een prostituee. Stephen, die zich toch al enigszins anders dan anderen voelde, wordt nu door een afgrond van zijn gezins- en schoolgenoten gescheiden: 'Geen leven of jeugd roerde zich in hem zoals die zich in hen hadden geroerd. (.) Zijn kindertijd was dood of verdwenen of verdwaald en daarmee zijn ziel met het vermogen tot simpele vreugdes, en hij dreef te midden van het leven als de dorre schelp van de maan.'
Zonder God
Het berouw en de vrome gedragsregels die Stephen zichzelf oplegt na het aanhoren van een boetepreek tijdens een schoolretraite blijken even onvruchtbaar als bordeelbezoek. Langzaamaan beseft hij dat er voor hem een derde weg moet zijn, weg van de stemmen die hem zijn plicht influisteren: dat hij een goed katholiek moet zijn, gezond en mannelijk, dat hij zich desnoods gewapend moet inzetten voor de Ierse 'home rule'. Maar Stephens geest is aangestoken door subversieve schrijvers, door esthetische theorieën die hij zich eigen wil maken. Hij zal greep moeten krijgen op zichzelf en de wereld via de taal - en hij zal dat ver van huis moeten doen. Zijn motto is voortaan 'Non serviam' - 'Ik zal niet dienen'.
En net zoals Stephen zou Joyce nooit iemands lakei zijn. Hij redde het zonder God en - als vrijwillige banneling in onder meer Zürich, Parijs en Triëst - ook zonder vaderland. Dat zijn eerste roman het lang zonder uitgever moest stellen was minder aangenaam. Een vroege versie werd afgewezen door een tijdschriftredacteur met de woorden: 'Ik kan niet drukken wat ik niet begrijp'. Joyce zou de tekst tien jaar lang bewerken, hem één keer (bijna) in het vuur werpen, en de inhoud condenseren van 63 hoofdstukken tot 5. 'Niet te begrijpen' is deze bildungsroman in geen geval. Joyce had zijn beroemde 'stream of consciousness' nog niet op punt gezet, maar hij verblijft constant in het hoofd van Stephen, en vertolkt diens gedachten op een leeftijdsgebonden manier. De kleine Stephen krijgt een impressionistische, aandoenlijk naïeve stem, de adolescent Dedalus is pompeus en leidt tot passages vol ironie. Alle begin is moeilijk, ook het lezen van een cultschrijver - maarZelfportret van de kunstenaar als jonge man is zo instapklaar als Joyce ooit zal zijn. Met dank overigens aan de enthousiaste vertalers.
JAMES JOYCE
Zelfportret van de kunstenaar als jonge man.
Vertaald door Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes, Athenaeum-Polak & Van Gennep, 336 blz., 19,99 ? (e-boek 13,99 ?). Oorspronkelijke titel: 'Portrait of the artist as a young man'.
De auteur: de modernist die hét boek van de vorige eeuw,Ulysses (1922), schreef.
Het boek: een bildungsroman, waarin Joyce constant in het hoofd van zijn hoofdpersonage Stephen Dedalus verblijft.
ONS OORDEEL: zo instapklaar als Joyce ooit zal zijn. Enthousiast vertaald.
¨¨¨¨¨
Alexandra De Vos ■
Redactie
'Ulysses' van de Ierse schrijver (1882-1941) is een begrip geworden, ook bij het algemene lezerspubliek. Helaas realiseren te weinig lezers dat deze roman het vervolg is op 'Portrait of the artist as a young man'. In dit in 1916 gepubliceerde boek maken we al kennis met Stephen Dedalus, een Ierse katholiek die de lezer op zijn levenspad volgt van zijn vroegste kinderjaren tot hij op 20-jarige leeftijd besluit zijn vaderland te verlaten. We zien hem worstelen met het katholicisme en het nationalisme van zijn landgenoten. Zijn religieuze roeping weet hij tijdig om te buigen tot een artistieke. Hij verzet zich tegen alle vormen van autoriteit en maakt zich 'Non Serviam' (het duivelse 'Ik zal niet dienen') tot leus. Deze Bildungsroman is nog geschreven in een tamelijk conventionele, toegankelijke stijl, alhoewel de kiem voor het latere werk duidelijk aanwezig is. Een bijzonder goede, accurate vertaling, een uiterst handig notenapparaat en een bibliografie. Normale druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.