De donkere kamer van Damokles
Willem Frederik Hermans
Willem Frederik Hermans (Auteur)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
De Bezige Bij, 2016 |
VERDIEPING 3 : DUIZENDZINNEN : OVER LITERATUUR-SCHRIJVERS : NEDERLANDS 851.6 HERMANS XXL |
Mark Cloostermans
il/pr/15 a
Het is mogelijk dat u nog nooit gehoord heeft van Mandarijnen op zwavelzuur. Willem Frederik Hermans (1921-1995) geniet nog steeds ruime bekendheid, dankzij klassiekers als De donkere kamer van Damokles en Nooit meer slapen, maar zijn Mandarijnen is altijd een cultboek geweest. Het maakt nu een comeback in de boekhandel, als deel 16 van Hermans' Volledige werken.
In de eerste helft van de jaren 50 maakte Hermans zich een bom vijanden, door vileine stukken te schrijven over belangrijke figuren uit de Nederlandse literatuur. Hij had het vooral gemunt op mensen met meer connecties dan literair talent. Hij noemde hen 'mandarijnen', naar de hoge staatsambtenaren in het oude China.
Eerst was Mandarijnen een reeks artikels in een literair tijdschrift. Daarna zou het een serie brochures worden (maar die werd snel stopgezet) en daarna was het bijna tien jaar zoeken naar een uitgever die de verzamelde kritieken in boekvorm op de markt wou brengen. Van Oorschot en De Bezige Bij weigerden, omdat ze enkele aangevallen mandarijnen in hun fonds hadden en/of omdat ze vreesden voor te veel gedoe en te weinig inkomsten. Het boek kwam uiteindelijk in 1964 uit bij De Mandarijnenpers. Door de afwijkende vormgeving in een schrijfmachineletter met handgeschreven correcties, de tekeningetjes, de foto's en de Monty Python-achtige collages, is het een fremdkörper in Hermans' werk.
Omerta
De polemist is niet noodzakelijk de eerste die een misstand opmerkt. Integendeel, meestal is die misstand al ruim bekend. De polemist negeert de omerta en smijt de feiten op straat. Hij of zij beperkt zich ook niet tot abstracte thema's, maar verbindt zijn onderwerp met één of meer personen, mensen die symbool staan voor de besproken misstand. Misschien verzwakt dat de polemiek - men zal zeggen dat de aanval te persoonlijk is, of dat de aangevallen persoon de aandacht niet waard is - maar het heeft het voordeel van de eerlijkheid. Men strijdt met open vizier.
Echt sterke polemieken komen altijd voort uit persoonlijke frustratie. Uit vernedering. Ze worden geschreven door een buitenstaander, iemand die voor zijn overleven vecht. Hermans sloeg om zich heen om opgemerkt te worden. De oudere, gearriveerde schrijver kon de woede van de miskenning niet meer opbrengen. De oude Hermans was een zaag, die tot vervelens toe zijn stokpaardjes bereed. Mandarijnen op zwavelzuur is het moment waarop dat stokpaardje nog een volbloed Arabische hengst was.
Het literaire tijdschrift Podium schreef indertijd al dat Hermans 'een stilzwijgend gemaakte afspraak luidkeels aan de openbaarheid heeft prijsgegeven. Hij heeft verraden, dat de wereld der schrijvers evenzeer door concurrentie, afgunst en intrigue wordt beheerst als de maatschappij, waarvan deze kunstenaars zich zo graag en zo supérieur distanciëren.'
'Jonge schrijver, verlies de moed nooit!' sneert hij in een van de eerste stukken. 'Net als procuratiehouder worden, is literair succes een kwestie van anciënniteit! (...) Probeer niets nieuws! Ontwricht de realiteit niet met uw fantasie! Oudworden [sic] is het grote geheim! Nederland verdraagt niet dat de carrière van een schrijver anders zou verlopen dan die van (...) een Goudse kaas.'
Hermans verweet de bekende namen, die jury's en redacties bezetten en het hoge woord voerden, dat ze geen gram originaliteit bezaten. Over de schrijver Adriaan Morriën: 'De langdradigheid is wat er bij hem van Kafka overblijft, de seniele belustheid die hij voor erotiek houdt, dankt hij geheel aan zichzelf.' Morriën was behalve schrijver ook criticus: 'Over de experimentele poëzie heeft hij nog nooit één goed woord geschreven. (...) Maar wie zijn verzen uit 1945 vergelijkt met wat Adriaan in 1985 aan De Gids afstond, ziet direct dat Adriaan de experimentelen al aardig aan het naäpen is.'
Na-aperij is een veelvoorkomend verwijt in dit boek. In het stuk over Jacques Gans, in de sectie 'Avondrood der epigonen', lezen we: 'Hij is een gipsafgietsel geworden van zichzelf, voor zover hij ooit iets anders dan een afgietsel is geweest.' Kleine schrijvers die zich optrekken aan de reputatie van anderen? Hermans noemt hen 'voddenrapers'. 'Wie niet bij Sartre, Simone de Beauvoir, Albert Camus en Claude-Edmonde Magny gelezen heeft wat “geëngageerde” literatuur is, kan het nalezen bij Piere H. Dubois.'
Derde Weg
Daarnaast neemt Hermans ook graag de kleine verwezenlijkingen op de korrel van mensen op een voetstuk, rekent hij af met de katholieke recensenten die zijn romans zo hardvochtig behandelden, en fileert hij het politieke gedraai van collega's. Hij is vooral giftig over de Derde Weg: een stroming die een middenweg tussen kapitalisme en communisme zocht, en vooral geen van beide kanten wou veroordelen.
De prachtige heruitgave van Mandarijnen op zwavelzuur bevat, naast 400 bladzijden Hermans, nog eens 300 bladzijden verklarende noten, zodat ook de lezer van 2016 iets begrijpt van waarover de schrijver zich opwond. Een titanenwerk, waarvoor de editeurs alle lof verdienen.
De waarde van Hermans' polemieken is dat ze ons eraan herinneren dat een steen door de etalage van de Letteren gooien niet noodzakelijk puberale aanstellerij is, als de steen maar vergezeld gaat van een glasharde argumentatie.
WILLEM FREDERIK HERMANS
Volledige werken 16. Mandarijnen op zwavelzuur/Mandarijnen op zwavelzuur. Supplement.
De Bezige Bij, 699 blz.
C.C. Oliemans
Dit beruchte boek is een bundeling van alle 'brochures' die Willem Frederik Hermans (1921-1995) tussen 1955 en 1964 met zijn in vitriool gedoopte pen schreef over de 'mandarijnen' van de Nederlandse literatuur, de volgens hem talentloze schrijvers, critici, redacteuren, uitgevers en naäpers die het literaire klimaat bepaalden (en elkaar baantjes en prijzen toeschoven). Sommige van deze literatoren hebben nog altijd een grote reputatie (Ter Braak, Du Perron, Gomperts, Vasalis), anderen zijn gedeeltelijk of geheel vergeten (Jacques Gans, J.B. Charles, H. van Galen Last), maar dankzij Hermans' geestige stijl, zijn sardonische insteek en zijn soms scherpe inzichten is bijna alles nog uitstekend leesbaar – los van het feit of Hermans 'altijd gelijk' heeft, hetgeen soms afhankelijk is van persoonlijke animositeit. Dit is een fotografische herdruk van de vierde druk uit 1985 en bevat het oorspronkelijke hoofdwerk (280 blz.), het supplement uit 1983 met fotokopieën (110 blz.), een uitgebreid annotatie-apparaat (130 blz.), de ontstaans- en publicatiegeschiedenis (50 blz.) en een bibliografie.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.