In gesprek met Etienne Vermeersch : een zoektocht naar waarheid
Dirk Verhofstadt
Dirk Verhofstadt (Interviewer), Paul Cliteur (Geïnterviewde)
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Uitgeleend
|
Houtekiet, 2012 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : FILOSOFIE : 157.2 VERH |
15/10/2012
Het op een 450-tal pagina’s uitgeschreven interview tussen Dirk Verhofstadt en Paul Cliteur leest als een socratische dialoog. Dat zijn betogen in de literaire vorm van een discussie, waarbij er via een rollenspel en enige verloskunde aan de hand van sturende vragen, één waarheid aan de man wordt gebracht. Een beetje zoals een komisch duo met een aangever en een afwerker. Toch is er een cruciaal verschil tussen dit boek en de dialogen van Plato: beide gesprekspartners zijn het al duidelijk met elkaar eens. Daardoor wordt het gesprek een zelfbevestigend onderonsje tussen twee filosofen die een rabiaat antireligieus liberalisme promoten. Beiden staan ze erom bekend Theo Van Gogh en Ayaan Hirsi Ali als lovenswaardige verlichtingsdenkers te verdedigen, ondanks hun provocerende misotheïsme. Het verrast dus niet dat dit gesprek voornamelijk een islamkritiek beoogt, onder meer omdat Cliteur ons wil waarschuwen voor het feit dat het religieus terrorisme de polders zou hebben bereikt. Zoals dat vandaag in heel wat nieuwrechtse literatuur het geval is, wil ook dit boek de oorzaak van maatschappelijke en mondiale spanningen koppelen aan religie (i.e. de islam), terwijl men de sociale en economische dimensies verbazend genoeg integraal negeert. Wat overblijft is een wereld van goed en kwaad met botsende culturen waarin religie de bron van het kwade is. Daarmee verschuift de aandacht van structureel onrecht, economische uitbuiting en westers imperialisme naar het geweld en terrorisme dat er een gevolg van is, zonder dat het onderling verband nog wordt gemaakt. Dat maakt dit gesprek tot een politiek manifest dat eigenlijk weinig nieuws vertelt vergeleken met bijvoorbeeld het discours van de New Atheïsts (Richard Dawkins c.s.). De toepassing ervan op de Nederlandse context werd door Cliteur ook al uiteengezet in zijn Het monotheïstisch dilemma: de theologie van het terrorisme (2010).
Wat wel leerrijk is aan dit gesprek, los van het feit dat de lezer er de opgang van iemand als Geert Wilders beter door leert begrijpen, is dat men een goed beeld krijgt van de filosofische pedant van een politiek denken dat bij sommige liberalen, vrijdenkers en humanisten gemeengoed lijkt te worden. Beide gesprekspartners zijn namelijk gedreven pleitbezorgers van wat zij de open samenleving noemen. Dat is een samenleving die volgens deze auteurs beschermd moet worden tegen bedreigingen van buitenaf en zich daarom — o paradox — moet terugplooien op zichzelf, zich dus moet afsluiten. Zoals men ook oorlog voert in naam van de vrede, en mensen onderdrukt in het belang van de vrijheid. De anticipatie op een externe bedreiging resulteert in een wervende strijdbaarheid die politiek gerecupereerd wordt door partijen die wel een duidelijke sociaaleconomische ideologie hebben, maar zich om electorale redenen niet met dat ‘verhaal’ willen profileren.
De open samenleving, zo leren we uit dit gesprek, wordt ook van binnenuit bedreigd. Hoewel Verhofstadt dit boek vreemd genoeg inleidt met de bedenking dat hij en zijn leeftijdgenoot Cliteur beseffen dat de waarheid niet bestaat, is het relativisme de ideologische vijand. Onze intelligentsia zou verlamd worden door wijdverspreide ziektes: het postmodernisme, het cultuurrelativisme, het multiculturalisme. Door een verdovend politiek correct denken dreigt de goegemeente verstrikt te raken in een dwalende ‘eigen-schuld-theorie’. Cliteur wil ons daarvan verlossen. Maar het blijft onduidelijk wie dergelijke theorieën zou verdedigen. Waar zijn die intellectuelen die eermoord, steniging, vrouwenbesnijdenis of het uithuwelijken van kinderen goedkeuren, of die het in elkaar slaan van homo’s goedpraten? Bij afwezigheid van voorbeelden gaat het dus om clichés: de relativist als nihilist die alles prima vindt. Beide filosofen rekenen af met een Platoons idee ten aanzien waarvan zij hun positie trachten te definiëren. In de realiteit gaat het helaas om een hersenschim, want ook die zogenaamde relativisten van de linkse kerk zijn belangenbehartigers van de waarden waarmee deze gesprekspartners zich willen vereenzelvigen: vrijheid van meningsuiting, scheiding van kerk en staat, recht op zelfbeschikking, de gelijkwaardigheid van elke mens, het belang van kritiek, zelfkritiek en religiekritiek, de rechten van dieren.
Het blijft bijgevolg een raadsel hoe een 'zoektocht naar harmonie' (de ondertitel) mogelijk is door de lezer angst aan te praten voor allerlei vijanden. Tenzij men op zoek is naar gelijkgezinden en tot medestrijd wil oproepen. Maar pleegt men met deze oproep tot cultuurabsolutisme, onder meer door de creatie van fictieve want overtrokken opposities tussen universalisme en relativisme, of het systematisch negeren van al de miserie waartoe een westers superieuriteitsdenken heeft geleid, zelf geen inbreuk op de waarden die men vooropstelt? De vrijheid tot religie is bijvoorbeeld een democratisch grondrecht dat vandaag onder vuur ligt van seculiere onverdraagzaamheid. Kan iemand zich overigens een kritische verlichtingsdenker noemen als hij in een uitgebreid interview over religie nergens de rol van het zionisme in de Midden-Oostenpolitiek op de korrel neemt? Als iemand erop wijst dat de explicitering van de mensenrechten in historisch opzicht een westerse aangelegenheid is, zonder daarbij afbreuk te willen doen aan het waardevolle karakter ervan, wat voor nut heeft het dan om dit te verdraaien, alsof men zou beweren dat elke cultuuruiting evenwaardig is en dat alleen het Westen fouten maakt? Het aanblazen van een karikatuur is een laakbare strategie om kritische filosofen de mond te snoeren en de discussie uit de weg te gaan. Een pleidooi voor vrije meningsuiting is bijgevolg zonder betekenis als je de visie van tegenstanders ridiculiseert en criminaliseert. [Rob Vanderbeeken]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.