Het web van Spinoza
Goce Smilevski
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Anthos, cop. 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 11102 |
15/01/2013
Wenen, 1938. Sigmund Freud mag het land verlaten met een aantal dierbaren. Zijn vier zussen staan niet op de lijst. Een van hen is naar Wenen teruggekeerd uit Berlijn, maar ook hier is duidelijk wat de nazi’s van plan zijn. Freud echter wimpelt die verhalen weg. De zussen worden naar Theresienstadt gebracht. Een paar weken later wordt Adolphine naar een ander concentratiekamp gebracht, waar ze verdwijnt in de doucheruimte.
Adolphine vertelt zelf haar levensverhaal. Ze is de oudste dochter van vier en de jongere zus van de intelligente ‘Sigi’, in wie het gezin alle hoop stelt. Tot aan Sigmunds puberteit waren Adolphine en hij zielsverwanten, daarna groeiden zij uit elkaar. Wie hoopt op een zijdelingse biografie van Sigmund Freud komt enigszins bedrogen uit: het gaat om Adolphine. Haar verhaal is vooral een confrontatie met Freuds leerstellingen, zowel impliciet als expliciet. Zo is er de notie van de ‘schuld’, een van de kernbegrippen van Freuds leer. Adolphine voelde zich verstoten door haar moeder en is daardoor beladen met een ‘gruwelijke schuld’.
Adolphine bespreekt het laatste werk van Sigmund, waarin hij stelt dat de Joden zélf de schuld dragen van het leed dat hun werd aangedaan. Elk geloof is, zo stelt Freud, een poging om de zonde af te kopen voor de vadermoord die aan elke religie voorafgaat. Dat motief wordt bijna letterlijk herhaald door Adolphines moeder, die bij de eerste menstruatie van haar dochter zegt: ‘Vanaf nu moet je je plicht kennen […] en dat is: de schuld van je eigen leven aflossen door nieuw leven te baren.’ Een mooi indirect verband, en bovendien komt Smilevski ermee bij Adolphines gefrustreerde moederschap. Ze wordt zwanger van een man die zelfmoord pleegt. Het kind moet ze laten weghalen, want een vaderloos kind baren betekent verstoten worden en armoede.
Adolphines levenslust dooft uit en ze belandt in een krankzinnigengesticht. Het hoofdstuk gaat uitvoerig in op krankzinnigheid en de problematiek van de behandeling ervan. Net als in de rest van de roman is Adolphine zelf aan het woord, alleen is dit hoofdstuk heel wisselvallig van toon. Zo is er een korte geschiedenis van de omgang met krankzinnigen, die essayistisch aandoet. Het is alsof hier ineens iemand anders aan het woord is. Dat brengt me bij een fundamenteel probleem van de roman: het vertelperspectief. De hele roman is een door Adolphine vertelde terugblik. Aangezien zij sterft in de gaskamers, moet je aannemen dat wat je leest haar terugblik is op het moment van de dood. Het laatste hoofdstuk voert ons echter terug naar de gaskamer, waaruit blijkt dat dit niet het geval is. Maar wie vertelt deze roman dan, wanneer, vanuit welk perspectief?
Smilevski streeft samenhang na. Hij kent het literaire gereedschap, maar hij hanteert het iets te weinig discreet of subtiel. Gevolg: de roman bezwijkt onder zijn constructiedrift. Overtuigend op de korte afstand, minder overtuigend als geheel.
(Dit is een abstract van een artikel van Kris Lauwerys. De volledige tekst is verschenen in De Leeswolf 2012, nr.4.)
[Kris Lauwerys]
J. Hodenius
Deze roman van de Joegoslavisch-Macedoniër (1975, Conversations with Spinoza) heeft de nogal pijnlijk-weemoedige herinneringen van Adolphine Freud tot onderwerp, een van de zussen van Sigmund Freud. Wanneer de laatste in 1938 zestien visa voor het buitenland kan aanvragen, regelt hij om onbegrijpelijke redenen er niet een voor zijn vier zussen, maar wel bijvoorbeeld voor zijn hond. De zussen worden op het moment dat hij emigreert, gedeporteerd naar het concentratiekamp Theresienstadt en daar later vermoord. In het kamp vertelt Adolphine aan de aan geheugenverlies lijdende Ottla, de zus van Franz Kafka, haar herinneringen. Het is een verhaal van een door haar moeder zwaar emotioneel verwaarloosd kind dat steun zoekt bij haar broer, maar machteloos moet toezien hoe hij na zijn huwelijk steeds meer van haar vervreemdt. Als ze zwanger raakt van een zelf troosteloos ontheemde man, besluit ze om tijdelijk in de psychiatrische inrichting van haar broer intrek te nemen. Het is naast een familierelaas tevens dat van de moeilijke positie van (joodse) vrouwen eind 19e/begin 20e eeuw. De stijl doet met zijn bezwerende herhalingen en variaties, filosofische essaytjes en bewustzijnsstroomtechniek denken aan die van José Saramago. Bekroond met de EU Literatuurprijs van 2010. Kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.