De rijkste vrouw van Yorkshire
Fouad Laroui
Fouad Laroui (Auteur), Frans Van Woerden (Vertaler)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
De Geus, 2012 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 9816 |
31/07/2012
‘Misschien was dat het allerergste van dood zijn : dat je niet meer kon lezen.’ Daaraan denkt de tienjarige Mehdi Khatib wanneer hij tijdens de prijsuitreiking dromerig naar de namen op het monument van de gesneuvelden kijkt. Hij zit dan precies één schooljaar op het prestigieuze Franse Lycée Lyautey in Casablanca, waarvoor hij, dankzij een opmerkzame leraar en een beurs van verdienste, de toegang had verkregen. Afkomstig uit een hogerop gelegen, armzalig Berberdorp, waar naast het plaatselijke dialect wel wat Frans, maar nauwelijks Arabisch werd gesproken, kwam het spichtige jongetje plots in een wereld terecht waar hij niets van begreep en die hij ondanks de al even overvloedige als willekeurig opgeraapte kennis, opgedaan uit de bibliotheek van zijn vader, maar moeilijk kan plaatsen. Met Jules Verne, La Comtesse de Ségur en ander aftands leesvoer als enige bagage is het immers allerminst eenvoudig aansluiting te vinden bij deze onbekende multiculturele en seculiere omgeving, waar de menselijke fauna bovendien totaal verschillend is van de eenvoudige boerenmensen in Béni-Mellal. Zijn entree verloopt dan ook niet onopgemerkt, zeker niet vanuit zijn oogpunt bekeken – een oogpunt dat overigens bepalend is voor de kleur en de tonaliteit van dit amusante en soms hilarische verhaal. Om zich staande te houden te midden van al degenen met wie hij te maken krijgt – surveillanten, leraren, leerlingen, ouders van leerlingen – valt hij terug op zijn grenzeloze verbeelding of voelt hij zich verplicht te doen alsof hij helemaal begrijpt wat men hem als vanzelfsprekend mededeelt. Een situatie die we ons niet alleen uit de eigen kindertijd herinneren, maar waar we ook als volwassene al eens mee te maken hebben. Niemand – en dus ook Mehdi niet – houdt ervan als onwetend over te komen en neemt er dan maar de mogelijkheid bij als ‘kleine bedrieger’ te worden ontmaskerd.
De roman grossiert in pittoreske figuren die de jongen intimideren, evenals in pijnlijke situaties die door de ogen van een tienjarige bekeken, zo niet tot de meest tragische consequenties zullen leiden, dan wel vreselijk dramatische gevolgen moeten krijgen. Maar gelukkig is er de taal die hem altijd bijstaat, het woord dat hem ook in de moeilijkste omstandigheden redt. Zoals wanneer hij de opdracht krijgt een opstel te schrijven over de voorbije vakantie en hij zich in paniek afvraagt wat hij, die nooit met vakantie gaat, daarover kan vertellen. Totdat hij de punt van zijn pen op de eerste blanke regel zet en... ‘in zijn hoofd verdrongen zich al die duizenden woorden die daar waren opgeslagen vanwege hun schitterende klanken, al die duizenden uitdrukkingen die des te verleidelijker waren omdat hij ze maar half begreep, en ze riepen allemaal : “Ik eerst! Ik eerst! Ik eerst!”’ Of wanneer hij onbedoeld het theater ontdekt en begrijpt dat hij zijn verregaande verlegenheid in de klas en elders kan verbergen door uit zichzelf te stappen en de rol van een pientere leerling op zich te nemen. Het is vooral in de uitbeelding van de verwarring in het hoofd van een kwetsbaar kind, plots geconfronteerd met een vreemde en onrustwekkende omgeving, dat de kracht ligt van dit charmante en luchtig geschreven verhaal. [Jan Baes]
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.