Kunst & kleur
Stefano Zuffi
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Enkel raadpleegbaar |
Ludion, 2010 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : ITALIE 737 ZUFF |
00/00/0000
Kijken in meervoud
Het postmodernisme, een veel gebruikt en misbruikt woord, verklaart de dood aan alle grote verhalen. De éne ware geschiedenis / kunstgeschiedenis bestaat niet. Er is een veelheid en diversiteit aan invalshoeken en interpretaties mogelijk. Stefano Zuffi, een Italiaans kunsthistoricus en publicist, voelt zich klaarblijkelijk thuis in die gedachte. In dit boek bespreekt hij de eigenheid van de Italiaanse schilderkunst in de jaren 1400-1590. Hij doet dat versluierd chronologisch ? de ca. 180 kunstwerken zijn van oud naar jonger gerangschikt ? en niet in verhalende vorm. Vertrekkend van steekwoorden belicht hij de renaissanceschilderkunst in wat we 'diptieken' zouden kunnen noemen: dubbele bladzijden met links en in grote druk een verklaring van het steekwoord en rechts een schilderij dat de term beeldend duidt. Daaronder verschijnen links en rechts becommentarieerde detailopnames, aangevuld (op de linkerhelft van de bladspiegel) met identificaties en korte uiteenzettingen over leven en werk van de kunstenaars. De afbeeldingen zijn scherp ? óók de details ? en komen aantrekkelijk over. Ze zijn een pluim op de hoed van vormgever en drukker. Ook de tekst, vertaald door Patrick De Rynck, leest aangenaam en vlot.
Welk beeld krijgen we bij deze gefragmenteerde lectuur? Welk portret van de Italiaanse renaissanceschilderkunst verschijnt er door de verschillende gezichtspunten en insteken heen die wisselend van vormelijke (materiaal, kadervormen, ordening, ruimte, licht- en kleurwerking, beweging), expressieve (dramatiek, expressiviteit, gebaren), iconografische (maesta, ruiterportet, zelfportret) en cultuurhistorische (Concilie van Trente, contrareformatie, neoplatonisme, palladianisme) aard zijn?
Ten eerste is er de datering. Zuffi laat de renaissance beginnen in 1400. Dat is een duidelijke, persoonlijke keuze: in de wetenschappelijke literatuur start de renaissance soms een eeuw eerder, ca. 1300 met kunstenaars als Giotto, Cimabue, Simone Martini, óf later ca. 1425 met Masaccio. Voor die tussenpositie valt iets te zeggen. Op die manier verknoopt de auteur de ontwikkelingen in de schilderkunst met die in de architectuur en de beeldhouwkunst. Bij de term 'luxe' leest het als volgt: 'Al rond de eeuwwisseling waren Brunelleschi en Donatello in de Florentijnse architectuur en beeldhouwkunst begonnen een stijl vorm te geven die teruggreep naar de oudheid en veel plaats inruimde voor de proporties van de menselijke figuur [...]'. De schilders blijken zich pas later bij die principes aan te sluiten. Bovendien expliciteert die keuze van de auteur de spagaat tussen oud en nieuw die tot ongeveer het midden van de vijftiende eeuw heerst: een in het verleden gewortelde, hoofse schilderkunst die 'zich toelegt op visueel spektakel, met sprankelende kleuren en fraaie details' en een nieuwe die aandacht heeft voor de mens (en zijn lichaam, proporties, volume, emoties), de ruimte (het verdringen van de gouden achtergrond, het ontstaan van de perspectief, het verdwijnpunt en de centrale compositie-as, het gebruik van de gulden snede) en de natuur.
De auteur schenkt ook zeer veel aandacht aan het geleidelijk verdwijnen van de polyptiek, het veelluik dat ook in onze contreien wijd verbreid was, ten voordele van het altaarstuk. De Tabula quadra zou volgens de auteur zelfs cruciaal zijn of 'in rechtstreeks verband' staan 'met de ontdekking en verspreiding van de regels van de perspectief.' Of dat helemaal correct is, is moeilijk uit te maken. Feit is dat in onze streken het traditionele veelluik bleef bestaan ook in periodes waarin de meetkundige perspectief werd toegepast. De schilders hanteerden in plaats van het eendelige altaarstuk veelluiken waarin de voorstellingen op de zijluiken één geheel vormden met het centrale middenpaneel.
Zuffi legt overigens regelmatig terechte verbanden tussen de Italiaanse en de 'Vlaamse' schilderkunst. Via de handelsroutes en jaarmarkten kwamen Noord en Zuid met elkaar in contact. Bovendien reisden kunstenaars en kunstwerken. Zo is Jan van Eyck, die in opdracht van Filips de Goede diplomatieke opdrachten vervulde, zeker in het 'Zuiden' is geweest. De befaamde Portinari-triptiek van Hugo van der Goes was voor een Italiaanse opdrachtgever bestemd. Door die contacten ontstonden wederzijdse invloeden.
Omstreeks 1450 is de zoekende fase van de renaissance voorbij en concentreren de kunstenaars zich op nieuwe thema's en op het sofisticeren van verworvenheden. Zuffi toont 'spectaculaire illusionistische effecten' in het werk van Andrea Mantegna (trompe l'oeil en raccoursis), maar ook ? op het eerste gezicht minder opvallend ? in dat van Piero della Francesca (waar een hangend struisvogelei precies de vorm van het gezicht van de Madonna heeft). Hij vestigt de aandacht op de delicate lijnvoering die helemaal in harmonie is met de hoofse sfeer waarin de schilderwerken zijn ontstaan. De thema's zijn religieus, maar vaak ook aan de antieke oudheid ontleend. De Metamorfosen van Ovidius is een van de geliefde bronteksten. Venus, de godin van de liefde, is schoon en gracieus en geldt als hét model van vrouwelijkheid. In die periode maakt ook de portretkunst een hele evolutie door: van profielportretten (die de karakteristieken van een gelaat expliciet tonen) naar op de noordelijke schilderkunst gebaseerde driekwartportretten geplaatst in een landschap of binnenruimte.
Tegen het einde van de vijftiende eeuw heeft de renaissance haar klassieke fase bereikt. Niet voor niets introduceert Zuffi Da Vinci met de term 'idee'. 'Na Leonardo kon de renaissancekunstenaar niet meer louter reproduceren wat hij met zijn eigen ogen zag, maar moest hij zijn talent gebruiken om de wereld, de natuur en de diepste menselijke emoties te tonen.' De renaissancekunstenaar is koortsachtig op zoek naar de goddelijke maat, het verborgen plan achter de zichtbare werkelijkheid. Hij beschouwt het oog als het vaste uitgangspunt dat de binnen- met de buitenwereld verbindt. Goddelijke verhoudingen, en een 'zoektocht naar een objectieve en volmaakte maatstaf voor de schoonheid werd een ware obsessie'. Niet de strakke heldere lijn ? zoals die in de beginnende renaissance centraal stond ? maar zachte harmonische lijnen en verglijdende kleuren, het befaamde sfumato van Da Vinci, staan centraal in een wereld van goede smaak en intellectuele elitecultuur. 'Bramante, Rafaël en vooral Michelangelo waagden zich ook aan poëzie, terwijl anderen bekendstonden als virtuoze zangers of luitspelers. Van ambachtsman werd de kunstenaar een hoveling [...]' En die waren talrijk in de verschillende stadstaten die Italië in die periode rijk was. Ook het pauselijke hof was een draaischijf van intellectuele cultuur.
Voor Titiaan, die op een uitzonderlijke manier met kleur, licht en schaduw kon spelen, heeft Zuffi een enorme bewondering. Hij voert hem op als protagonist van niet minder dan zestien steekwoorden: Liggend naakt, Idylle, Gentiluomo, De leeftijden van de mens, Allusies, Dynamiek, Contact tussen figuren, Mythe, Sensualiteit, Macht, Familie, Nepotisme, Non finito, Ruiterportret, Ut pictura poesis, Antiquariaat. Ze laten hem toe de eigenheid van de schilder uitvoerig te bespreken en relatief ongemerkt de intellectuele Florentijnse schilderkunst met de Venetiaanse kleurenrijkdom, sensualiteit en levendigheid te confronteren.
In het midden van de zestiende eeuw vindt er een vrij radicale tournure plaats in de Florentijnse schilderkunst. De klassieke harmonie en beheersing maken plaats voor een maniëristische schilderkunst die haar virtuositeit wil benadrukken. Jacopo Pontormo en Rosso Fiorentino zijn er belangrijke vertegenwoordigers van. In de plaats van transparante composities komen gesofisticeerde scènes voor die de toeschouwer dwingen om het kunstwerk volledig met het oog af te tasten en tussen de wervelende uitgelengde figuren in verwrongen houdingen de centrale 'boodschap' te achterhalen. De ambigue, onrust uitstralende werken getuigen van een onwaarschijnlijke drang naar varietas en dramatiek. Een indrukkend voorbeeld is Jupiter die de Giganten vloert en neerbliksemt van Giulio Romano en natuurlijk de uiterst theatrale Ontdekking van het lichaam van de evangelist Marcus van Jacopo Tintoretto, die de Venetiaanse kleurenpracht met de Florentijnse ingewikkelde compositiedrift verbindt. In die late jaren verschijnen ook de eerste volkse taferelen, zoals de Boneneter van Annibale Carracci en de genreschilderkunst van de getormenteerde Caravaggio.
Zuffi laat al die ontwikkelingen van vroege naar klassieke en late renaissance zien, maar bespreekt die niet in één onafgebroken ontwikkelingslijn. Verscheidene tendenzen, die elkaar soms tegenspreken en uitsluiten, leven naast elkaar en getuigen van de diversiteit van de kunst. Met het steekwoord 'Zonsondergang' sluit Zuffi zijn gefragmenteerde tekst af, een tekst die als een kubistisch schilderij vanuit diverse invalshoeken een kwalitatief en oogstrelend portret van de Italiaanse renaissance schetst. [Brigitte Dekeyzer]
Hillie Smit
Boek over de schilderkunst van Italië in de 15de en 16de eeuw in de reeks De kunst van het kijken. Na de inleiding met een inzichtelijke samenvatting van de ontwikkelingen in de Renaissance en uitleg over de opzet van het boek worden 180 prachtige schilderijen en fresco's uit Italiaanse en internationale collecties - naast bekende werken van beroemde kunstenaars als Masaccio, Rafaël, Michelangelo, Titiaan en Caravaggio ook interessante onbekendere voorbeelden - in chronologische volgorde behandeld met behulp van sleutelwoorden ter verduidelijking van aspecten, ideeën, symboliek en vormentaal. Per schilderij twee paginas met een totaalafbeelding, twee tot vijf details, beknopte begeleidende teksten, fotobijschriften en biografische informatie over alle kunstenaars. Rijk geïllustreerd met fraaie, duidelijke kleurenfoto's, ook enkele dubbelpagina's met details uit de beroemdste meesterwerken. Met register van sleutelwoorden voorin en van kunstenaars en hun werken achterin. Fraaie Nederlandse publicatie van oorspronkelijk Italiaanse uitgave, helder en begrijpelijk geschreven voor een breed publiek.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.