De wereld op een spelbord
Madeleine Deny
Clément Oubrerie (Auteur), Raymond Queneau (Naar het werk van)
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Oog & Blik, cop. 2010 |
VERDIEPING 2 : DUIVELSHOEK : STRIPS : ZAZI |
31/12/2010
'Kletspraat, meer heb je niet in huis!' Wat de papegaai Laverdure het hele verhaal door bazelt, is een mogelijke samenvatting van Zazie dans le métro, een van de meesterwerkjes van taalvirtuoos en opperoulipist Raymond Queneau. Het verscheen in 1959, werd naar het Nederlands vertaald in 1968 door Jenny Tuin, in 1960 verfilmd door Louis Malle en verstript door Clément Oubrerie in 2008. Het brutale wicht Zazie, op bezoek bij haar oom Gabriel in Parijs, zet een stroom van twist en absurditeit in gang. Iedereen kletst maar uit zijn nek, misverstanden vormen de normale gang van gesprekken, ruzies zijn het logische gevolg, en aan het eind komt een grote knokpartij.
Zazie had zich verheugd op de metro in Parijs, maar de kaartjesknippers staken en de metro rijdt niet. Het humeur van het wijsneuzige kind zakt onder het nulpunt en de pogingen van Gabriel om haar voor de Parijse monumenten te winnen, stuiten alleen maar op een 'ammegat', 'flauwekul' of 'godskolere'. Daarbij moet gezegd dat Gabriel, en ook andere geboren en getogen Parijzenaars in het boek, helemaal niet weten over welke monumenten ze praten. Ze halen alles door elkaar, zelfs tegenover een stel toeristen. Zazie ontsnapt aan het (niet zo) waakzame oog van haar oom en steelt een bloedzjiens van een zonderling figuur. Deze man, die zijn eigenlijke beroep en naam niet meer weet, dringt zich vervolgens op aan Gabriel en zijn vrienden, eerst als de intrigant Pedro de dumpkoning, later als de nepagent Trouscaillon. Ten slotte onthult hij zich als Haroen Alraszit, heerser van deze wereld die zich in zijn verschillende gedaantes belaadt 'met de schijn van onzekerheid en dwaling, welke mij overigens eigen zijn'. Zijn optreden leidt tot misverstanden en conflicten, maar Gabriel en de zijnen hebben van zichzelf al voldoende kunde in huis voor absurde toestanden. Dit is vooral het geval in hun omgang met de bende toeristen die zij, en soms de toeristen hen, van hot naar her meeslepen. De kwestie of Gabriel, die een beroep uitoefent als Spaanse variétédanseres, nu 'hormosueel' is of niet, opgeroepen door Pedro en voortdurend herhaald door Zazie, zwengelt de twistgesprekken verder aan. Aan deze explosieve cocktail maakt een deus ex machina een gepast einde.
Het holderdebolderverhaal doet er op zich niet veel toe, maar is aanleiding voor een buitelend taal- en ideeënspel. Queneau amuseert zich met snelle, absurde dialogen en speelt met de spanning tussen spreektaal en Standaardfrans, vanaf de legendarische openingszin 'doukipudonktan' (wat stinkt het hier toch). Ook het verschil tussen (verheven) opvattingen over taal en het alledaagse (platte) taalgebruik speelt een cruciale rol. De volwassenen zijn steeds geschokt door de vloekende Zazie, maar eigenlijk spreekt ze hen gewoon na. Queneau contrasteert dat getier en gescheld in de dialogen met vernuftige, met moeilijke woorden opgesmukte beschrijvingen. Voorbij het taalspel stelt Queneau de relativiteit van betekenis en waarheid aan de orde, net als onzekerheid en ambiguïteit over identiteit en seksualiteit. Dat laat hij zijn personages af en toe zelf opmerken, zoals wanneer Gabriel verzucht: 'et toute cette histoire le songe d'un songe, le rêve d'un rêve, à peine plus qu'un délire tapé à la machine par un romancier idiot (oh! pardon)'.
Dit verbale steekspel overzetten naar een ander medium ligt niet voor de hand. Het verlies aan taalgrappen compenseerde Louis Malle in zijn verfilming met visuele humor en experimentele cameravoering. De absurde wendingen dikte hij aan, steeds meer, tot de waanzin volledig uit de hand liep. Malle liet de structuur van Queneau los, waardoor Zazie een surrealistische film werd, die wel even grappig was als de roman. In zijn verstripping van het boek compenseert Clément Oubrerie het verlies aan verbale humor niet. Nochtans laat het stripmedium evengoed visuele humor en experiment toe, maar, op minieme details na, past Oubrerie dat niet toe. Zo'n uitzonderlijk detail is bijvoorbeeld de bende idiote toeristen die er allemaal uitzien als dezelfde doorsnee Amerikaanse toerist. Een goede vondst die het echter niet haalt bij de gekke toestanden die Malle uithaalde met die toeristen. Om het verhaal in een strip van zeventig pagina's te krijgen kort Oubrerie de dialogen in, laat hij de beschrijvingen weg en schrapt enkele passages. Daardoor zwakt hij het verbale spervuur af, net als enkele belangrijke aspecten van de roman, zoals het metatalige niveau, de onzekere identiteiten en de seksuele ambiguïteit van Gabriels vrouw Marcel(ine). Marceline is in de strip overigens een zwarte vrouw, wat in boek noch film het geval was. Het heeft verder geen betekenis in de strip, tenzij het het nonconformisme van Gabriel moet uitdrukken. Als enige bedaarde, verstandige personage kunnen we Marceline misschien begrijpen als een eerbetoon aan Oubrerie's vrouw Marguerite Abouet, of aan Aya, het hoofdpersonage van de gelijknamige stripreeks die hij samen met zijn vrouw verzorgt.
Queneau's roman is rijk genoeg om dit verlies in taalhumor en narratieve complexiteit te overleven, en Oubrerie weet het verhaal goed en zwierig samen te vatten. Zijn karikaturale, krasserige persoonstekening, zeker waar het Pedro/Trouscaillon betreft, past goed bij de twistzieke gesprekken. Maar zijn brave adaptatie bevat geen enkel stripexperiment en kan niet vergeleken worden met Malles vernieuwende film. Deze verstripping kun je hoogstens een aangename introductie tot de eigenlijke roman noemen. [Chris Bulcaen]
HJdeV
Zazie gaat twee nachten bij haar oom Gabriël logeren in Parijs. Ze is een hondsbrutaal meisje rond de elf met rood haar en ze wil ontzettend graag in de metro, maar helaas er is een staking. 's Ochtend vroeg sneakt ze het huis uit om zelf rond te dwalen in Parijs. Terwijl haar oom achter haar aangaat, ontmoet zij allerlei mensen en fantaseert van alles bij elkaar. Ze beschuldigt de mannen regelmatig van seksueel misbruik. Valt haar oom, die als travestiet rondkomt, lastig met de vraag of hij, zoals zij dat noemt, hormosueel is. Kortom - haar seksualiteit begint wat op te komen, maar wat dat nu precies is? De rest van de dag loopt gierend uit de bocht door ontmoetingen met allerlei types, toeristen, liefdesverhaaltjes en een heuse knokpartij in een bistro. Op de vraag van haar moeder wat ze gedaan heeft in Parijs trekt ze de conclusie dat ze ouder is geworden. De strip is gebaseerd op het boek van Raymond Queneau; Oubrerie, bekend van 'Aya uit Youpogon', geeft een mooi beeld van Parijs eind jaren vijftig. Maar vooral de brutale naïviteit van Zazie brengt hij meer dan uitstekend in beeld. Aanrader.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.