Uit het niets
Herman Franke
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Podium, cop. 2010 |
MAGAZIJN : FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : MAG F 2597 |
00/00/0000
Het nieuws van de nacht
Met 'Voorbij ik en waargebeurd', een semi-autobiografische romancyclus waarin vooral de verbeelding hoogtij viert, creëerde Herman Franke een van de meest ambitieuze en avontuurlijke projecten in de recente Nederlandstalige literatuur. Elk jaar zou hij aan deze 'doorlopende roman' een aflevering toevoegen, telkens voortbordurend op vorige delen en tegelijk lijnen uitzettend die in komende romans verder ontwikkeld konden worden. De dood van de schrijver in augustus jongstleden heeft ervoor gezorgd dat het bij drie delen gebleven is. Na Uit het niets (2007) en Zoek op liefde (2008) verscheen zopas Traag licht, waaraan Franke ondanks zijn zware ziekte tot vier dagen voor zijn dood gewerkt heeft.
Omdat 'Voorbij ik en waargebeurd' een cyclus is waarin autobiografische en fictieve elementen complexloos met elkaar verweven zijn, is de vraag niet misplaatst of het nakende overlijden van de schrijver een invloed heeft gehad op de opzet en de inhoud van dit boek. Een antwoord daarop krijgen we meteen vanaf de eerste zinnen van de roman, waarin de ik-verteller zich er geïrriteerd over beklaagt dat zijn 'baas' niet meer lang te leven heeft. Hoewel hij van zijn baas afhankelijk is, wenst de ik in de roman zich van diens lotgevallen niets aan te trekken, omdat hij nu eenmaal nog heel veel over het leven te vertellen heeft. Met de stervende auteur heeft de verteller, die per slot van rekening het eeuwige leven heeft, niets van doen. Door middel van zulke, regelmatig terugkomende metafictionele opmerkingen heeft Franke in Traag licht zijn opvattingen over literatuur als een ernstig spel met werkelijkheid en verbeelding nog eenmaal scherp gesteld. De distantiërende uitlatingen van de ik-figuur ten aanzien van zijn baas moeten vooral te kennen geven dat het particuliere leven van de schrijver van geen tel mag zijn in een roman. In de opvatting van Franke ? zoals we die onder meer leren kennen in zijn essaybundel De tuinman en de dood van Diana ? staat een naïef autobiografische aanpak de waarheid net in de weg en kan alleen de omweg van de fictionaliteit er borg voor staan dat ook het duistere, schamele en schandelijke in de mens schaamteloos tot uitdrukking wordt gebracht. Dat vertrouwen op de verbeeldingskracht, meedogenloosheid en vitaliteit van de verteller heeft er in ieder geval voor gezorgd dat Traag licht geen larmoyante zwanenzang geworden is. Frankes laatste roman is net als zijn vorige een aaneenschakeling van levendig vertelde verhalen, verzinsels en herinneringstaferelen, waarin het hele repertoire van obsessies, dromen, angsten, verlangens, trauma's en waanbeelden van de mens onder woorden wordt gebracht.
Dat Franke met 'Voorbij ik en waargebeurd' geen rechttoe rechtaan autobiografische cyclus wou schrijven, blijkt ? behalve uit de titel ? meteen al uit het begin van het eerste boek. Daar wordt de ik-figuur op allegorische wijze geboren uit een vrouw die zelf al een product van de verbeelding is. Een echte naam krijgt hij niet ('Wij baarden een jongen en noemden hem ik'), hij zal door het leven / door het boek gaan als een soort van postmoderne Elckerlyc, die nooit scherpe contouren aangemeten krijgt en vooral lijkt te bestaan uit de verhalen die hij zich herinnert, vertelt of verzint. Het liefst houdt hij zich op de achtergrond, van waaruit hij de wereld rond hem zo nauwkeurig mogelijk observeert. Niet meteen een sterke hoofdfiguur, zult u denken, en dat klopt ook wel, maar het is er Franke vooral om te doen inzichtelijk te maken dat een ik nooit op zichzelf kan staan en geconstitueerd wordt door de anderen die hem omringen. 'Ik zou een portret willen schrijven van mezelf', schrijft hij in Zoek op liefde, 'maar zonder de ander ben ik niets, dus het wordt altijd ook een portret van anderen, een groepsportret zonder lijst.'
Maar is het groepsportret dat 'Voorbij ik en waargebeurd' geworden is, ook geslaagd? In ieder geval is het Franke gelukt om via zijn talloze portretten de in de cyclus belangrijke Elckerlyc-idee kracht bij te zetten dat mensen meer met elkaar gemeen hebben dan dat ze van elkaar verschillen: de particuliere lotgevallen van zijn personages worden door de hand van de schrijver universeel gemaakt; de dikwijls bevreemdende verlangens, wanen en angsten waarover hij vertelt, zijn in de grond die van ons allemaal. Op de beste momenten verdwijnt de behaaglijke afstand tussen de lezer en het boek, en kruipen de personages ons pijnlijk in de huid.
Met dit uit zijn lijst gegroeide portret heeft Franke bovendien de ideale vorm gevonden om zijn verteltalent de vrije teugel te laten. Wat oneerbiedig gezegd, heeft hij in 'Voorbij ik en waargebeurd' van een kletswijvenautomatisme een verteltechniek gemaakt: hij laat het ene verhaal moeiteloos uit het andere voortvloeien en slaat tal van zijpaden in, die even belangrijk of zelfs belangrijker kunnen worden dan de soms nog moeilijk als dusdanig herkenbare hoofdweg. Maar in deze even virtuoze als ongebreidelde manier van vertellen schuilt ook het manco van de reeks. Ze zorgt weliswaar voor enorm veel vaart en variatie, maar ze maakt deze boeken ook springerig en oeverloos. De verhalen en personages wisselen elkaar soms in een zodanig hoog tempo af dat het de lezer onmogelijk wordt gemaakt echt betrokken te geraken. Daarbij komt dat de vele verbindingen die de schrijver tussen de verhalen legt, dikwijls te futiel zijn om die verhalen met een extra betekenis op te kunnen laden. Op dat vlak is deze cyclus minder geslaagd dan Frankes eveneens met vele personages en verhalen volgestouwde roman De verbeelding, waarin de fragmentering en meerstemmigheid met succes werden ingezet ? bijvoorbeeld om het multi-interpretabele karakter van 'de werkelijkheid' te laten zien.
In Traag licht is het gebrek aan samenhang nog opvallender dan in de vorige delen van de reeks, omdat de schrijver met de dood voor ogen nog alle verhalen wilde vertellen die hij te vertellen had (de verteller is, hij erkent het zelf, ongeduldig en nerveus) en omdat dat uiteindelijk ? tussen vierkante haakjes staan de verhalen samengevat die niet afgewerkt zijn geraakt ? niet meer is gelukt. Er is wel een leidraad (de al in de vorige aflevering begonnen zoektocht naar de vrouw op een oude naaktfoto waarop de ik-figuur toevallig gestoten was), maar ook die kan niet verdoezelen dat de verschillende delen geslaagder zijn dan de som van het geheel.
Dat neemt allemaal niet weg dat Franke ook in zijn laatste roman laat zien dat hij een meesterlijk verteller is, die met bewonderenswaardig gemak verschillende registers bespeelt en niet terugschrikt voor aartsmoeilijke stijloefeningen. Het zogenaamd letterlijk weergegeven dagboek van een aan het eind van de negentiende eeuw levende vrouw die haar man van overspel verdenkt, is bijvoorbeeld een voortreffelijke, op idiomatisch, morfologisch en grammaticaal vlak archaïsch geschreven analyse van de plague of fantasy die jaloezie is. Het verhaal van de jonge gecultiveerde vrouw die door enkele bouwvakkers vernederd wordt en vervolgens wraakt neemt, is een aangrijpende illustratie van de botsing en het onbegrip tussen verschillende sociale groepen in de samenleving. De portrettering van de vader van de ik-persoon is, van elke psychologisering gespeend, subtiel en onvergetelijk. En de bitse dialogen tussen de ik en zijn vriendin zijn ongekunsteld zonder ooit banaal te worden. De liefdevolle strijd tussen man en vrouw is overigens het thema waarover Franke vele van zijn mooiste en indringendste passages geschreven heeft. Dat heeft er veel mee te maken dat vrouwen in zijn werk meestal de spiegel zijn waarin de man het schamele en belachelijke van zijn gepantserde rationaliteit kan zien: 'Wat doen argumenten er eigenlijk toe? Haar sterkste argument is zijzelf, zoals ze daar naakt voor me zit, haar benen bedekt met het witte dekbed, met gladde schouders en ronde heupen waarop de toekomst met al haar gevaren geen vat heeft.'
Alsof de toekomst er geen vat op heeft ? dat is ook de toonaard waarin Traag licht geschreven is. Dit postuum verschenen werk getuigt andermaal van een enorme vitaliteit, en van een sterk geloof in de mogelijkheid van literatuur om aan te tonen dat de verbeelding geen vlucht uit de werkelijkheid maar er een inherent deel van is. De schijnbaar idiosyncratische dromen, angsten, verlangens en obsessies in zijn verhalen zijn geen enkel mens vreemd, ze vormen ? om het met de titel van Frankes tweede roman te zeggen ? het 'nieuws van de nacht', dat in deze nachtschuwe tijd niet ongehoord zou mogen blijven. [Koen Van Baelen]
Drs. P. van der Haar
Postuum uitgegeven derde deel van de romancyclus ‘Voorbij ik en waargebeurd’ van de in 2010 overleden auteur en criminoloog (1948), die in 1992 debuteerde met 'Weg van loze dromen'. Was de opbouw van beide eerdere delen uit de cyclus – 'Uit het niets' (2007) en 'Zoek op Liefde' (2008) – al caleidoscopisch, die van dit slotdeel is veeleer fragmentarisch. De obsessieve zoektocht naar het vrouwelijke naaktmodel op een 19e-eeuwse stereofoto mag dan de rode draad zijn, met de dood op de hielen (zie het weerkerende ‘haste haste!’) heeft de auteur er meer een collage van gemaakt waarmee hij zich de laatste tijd voor zijn overlijden wilde ‘leegvertellen’ (p. 7): met losse verhalen over vroegere liefdes, over het gezinsleven in Groningen en op vakantie in Italië, met ingelaste werknotities, overpeinzingen en losse flarden, eindigend in een mist van morfine. Indrukwekkende finale, die een schrijver toont die zijn geliefde ambacht tot aan zijn dood toe wilde uitoefenen. Ook als los deel te waarderen. Achterin het interview uit het themanummer dat literair tijdschrift De Gids (2010/4) aan Franke wijdde. Gebonden; kleine druk.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.