Heidegger
Dirk De Schutter
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Magazijn |
Pelckmans, 2010 |
MAGAZIJN : NON-FICTIE : ENKEL NA MAGAZIJNRESERVATIE : 204 SCHU |
31/12/2010
De twintigste eeuw werd getekend door het wegtrekken van God uit de publieke ruimte. Sinds de dolle man in Nietzsches boek De vrolijke wetenschap uitriep: 'Ik zoek God! Ik zoek God!' is het beeld van God almaar vertroebeld. Vooral de Bijbels-christelijke overlevering heeft er veel onder geleden. Talrijke critici juichten de teloorgang van het christendom toe omwille van zijn onverenigbaarheid met de moderniteit en als het einde van een donkere geschiedenis van onderdrukking en afhankelijkheid van de mens. Maar gaat deze kritiek niet wat kort door de bocht? Is het religieuze wel degelijk uit de hedendaagse leefwereld verdwenen? Dirk De Schutter, filosoof en literatuurwetenschapper aan de HUBrussel, zoekt in dit boek naar sporen waarlangs geloof overleeft in de menselijke werkelijkheid van vandaag. Het is een bundeling van drie al vroeger verschenen artikels (1997-2003), aangevuld met twee nog niet eerder verschenen teksten.
De auteur beoogt helemaal geen restauratie van het traditionele christendom, daarvoor is zijn kritiek ten aanzien van dat systeem te indringend. Zijn aanpak is zonder meer verrassend. Hij richt zich niet op de klassieke theologische geschriften, maar voornamelijk op de mystiek, de filosofische denkwereld en enkele grote literaire werken. Zulk een procedé gaat niet uit van vaste zekerheden of algemene principes, maar volgt de weg van tastend zoeken en zwijgend luisteren. Dat leidt naar een grondige herbezinning op onze verhouding met de traditie. De ideologische taal heeft de 'andere kant' van de werkelijkheid permanent onderdrukt. Lyotard heeft erop gewezen dat de 'ene' waarheid van het systeem de veelheid van de (talige) werkelijkheid geen spreekruimte biedt. Volgens hem dienen de filosofie, de kunst en de politiek ? en laten we ook zeggen de theologie ? een stem te geven aan wat in het systeem niet gearticuleerd kan of mag worden. Om de vele sporen van geloof die in het huidige theologische denken zijn uitgewist terug te vinden, confronteert De Schutter ons met enkele centrale idiomen uit de wereld van Eckhart, Nietzsche, Hölderlin, Heidegger, Eliot, Saramago, Mosley en anderen. Je kan de verschillende hoofdstukken lezen als aparte stukjes, omdat ze telkens cirkelen rond de sporen naar geloof zoals een bepaalde filosoof of romancier ze verwoordt. Maar veel boeiender is dit boek te lezen als één geheel, een intrigerende speurtocht naar de meestal verborgen erfenis van het Bijbels-christelijk verleden. Centraal staat daarin het weten ? of beter het besef ? dat het goddelijke en het materiële onlosmakelijk verbonden zijn. Bij Nietzsche wordt duidelijk dat het goddelijke nooit iets anders is geweest dan de aandrang van een melodie, de stilte van een gebouw, de geboorte van een kind, het gesprek onder vrienden en dies meer. Voor de dionysische mens verschijnt het goddelijke in zijn betovering waar gedanst, gelachen en geschonken wordt. Juist daarin herkent hij ook zijn sterfelijke aard. Niets is eeuwig. Elke vorm van absoluutheid dient te worden vermeden. De dood van het traditionele godsbeeld. Volgens Heidegger begeleidt het goddelijke ons naar de nietigheid van het aardse door ons in te schrijven in de ongerijmdheid van een eindige tijd. In zijn 'Sein zum Tode' vindt de mens die sporen in de gelatenheid om als sterveling te existeren, in de ontvankelijkheid voor het geheim van de aarde en in de moed de onherbergzaamheid van zijn bestaan te erkennen. Op die manier is over het leven nog niets definitief gezegd (zoals het traditionele christendom meent te weten) en houdt het goddelijke de belofte open van een menselijke toekomst die nooit af is. Ook bij Saramago (in Het Evangelie volgens Jezus Christus) herkennen we dezelfde kritiek op het instituut van de katholieke kerk en de dogmatische theologie. De traditie dekt het overgeleverde eerder toe dan het toegankelijk te maken. Saramago herschrijft de evangelies om ? zoals Lyotard het zou zeggen ? de woorden opnieuw vanuit het 'vergetene' te laten spreken. Ook de Engelse auteur Nicholas Mosley wijst in dezelfde richting. Voor hem is geloven in God uiteindelijk geloven in jezelf; niet in je prestaties of successen, maar geloven dat jouw aanwezigheid op deze aarde er iets toe doet en verschil maakt. Met Heidegger stelt hij dat elke poging om de eindigheid te vergeten onvermijdelijk in nihilisme zal uitmonden. Daarom moet de religieuze mens in het reine komen met de eindigheid en het niets. Dan geeft hij kans aan het contingente, het toeval, het komende en aanvaardt hij de vernieuwende kracht van de goddelijke geest. De Schutter wijst erop hoe paus Benedictus XVI in zijn veelbesproken redevoering aan de Universiteit van Regensburg (2006) die openheid voor het komende mist: hij legt de toekomst in het verlengde van het verleden. De toekomst zal herhalen wat het verleden geopenbaard heeft. Waar voor de paus het 'Woord' het laatste en definitieve woord is, vertrekt Mosley van het standpunt dat religie nog steeds gebeurt als een verder vertellen zoals Jezus als verteller van parabels heeft laten zien.
Het laatste hoofdstukje krijgt de vreemde titel 'Polyloog'. Daarin laat De Schutter zien hoe hij zelf tegen de dingen aankijkt: het spreken met vele stemmen, de vele woorden waarmee hij worstelt. Hier herhaalt zich een beetje de schreeuw van Nietzsches dolle man, maar tegelijk worden sporen zichtbaar die ons de werkelijkheid anders doen lezen. Het goddelijke ligt niet in de almacht, maar in de liefde voor het onvolmaakte. Het leven beamen is de ondraaglijke lichtheid ervan beamen, de grondeloze contingentie ervan liefhebben.
Als geheel brengt dit boek een originele kritiek op de onverzettelijke eigengereidheid van het traditionele christendom. Het gaat uit van het hoopvolle zoeken van de mens te midden van de nietigheid van het leven. Geen waarheden van bovenaf, maar het leren leven met vragen in voortdurende onzekerheid. Het zijn slechts afdrukken in het mulle zand, maar ze dwingen om ze voorzichtig te volgen. Dat is de echte overlevingskans voor het religieuze na de dood van God. Sporen van geloof is een bevrijdend en bemoedigend boek. [Willy Deckers]
Drs. P.W.A. Stuurman
In vier essays spreekt de Vlaamse filosoof/letterkundige over nieuwe manieren om gedeelten van wat het christendom in verhalen en andere kunst overlevert, te gebruiken als uitgangspunt voor het handelen ten bate van de toekomst. Twee van de essays zijn eerder verschenen. In het stuk over Nietzsche verschijnt het goddelijke - dat wat gebeurt in en omwille van zichzelf - in de dans en de lach en het danken daarvoor. In het stuk over Heidegger staat het opgeven van het verlangen Gods wil te doen in de buurt van het vrijgevig doen wat voor de toekomst nodig is. In dat over het geloof van J. Saramago krijgt het dwalen, in de zin van denkende en zoekende zwerven, aandacht. Het goddelijke blijft ontoegankelijk. Het stuk over Nicholas Mosley haalt meer auteurs aan voor wie het goddelijke alleen, misschien,op het spoor te komen is in het immanente. Gezien de titel sluit de auteur zich denkelijk hierbij aan. Het laatste stuk is een soort gesprek tussen verschillende stemmen die aarzelen over contact met het goddelijke. Frisse kijk op geloven en op de nalatenschap van het christendom. Literatuur, beeldende kunst, handelen kunnen wonderen van nu zijn of teweeg brengen. Voor wie op de hoogte is van moderne literatuur. Met noten en literatuuropgave.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.